01 februari 2009

Afsluiting Australië

politieauto met Kata's vleugel
Brokenback start
Katarina
Het zag eruit als de mooiste dag van de maand en ik was helemaal uitgeslapen en fit, perfect gewoon. Een heel licht windje stond precies recht op de start van Brokenback, een enkel cumultje popte op in de helderblauwe lucht en ik ondervond later inderdaad megatermiek: hard en groot. Voor de start was een brandje en een helikopter vloog af en aan met bluswater. Een andere helikopter was eerder ’s ochtends tegen een hoogspanningskabel aangevlogen. Het was een gaaf gezicht, de helikopters op een paar meter voor de start, en we werden een beetje natgespetterd terwijl we de vleugels opbouwden. Katarina had hier nog nooit gevlogen dus Cameron briefte ons. Ze kon makkelijk het kleine bombout veld halen, waarschijnlijk net zo makkelijk het ideale veld dat ik een maand geleden had gebruikt, en met deze termiek zouden we misschien alledrie wel naar Newcastle vliegen. Toen de helikopters gingen tanken startte ik als eerste en ik spoot meteen naar boven. Al snel zag ik Kata ook in de lucht, ze steeg niet zo hard als ik maar ze ging wel omhoog. Ze dreef een pietsie naar het zuiden maar ik maakte me geen zorgen. Ze is altijd relaxed, verstandig, rustig. Als ze twijfels heeft zal ze niet starten en ze heeft genoeg ervaring om haar grenzen te kennen. Begin januari vloog ze mee in de Corryong cup.
Ik settelde lekker in m’n belletje en keek naar de start om te zien of Cameron al in de lucht was. Het zag er zo goed uit, wat een mooie afsluiting van een pietsie teleurstellende maand! Ineens zag ik Kata, heel laag, in een streep richting bombout. Veel te ver van de ridge af, waar ze vloog zou ze weinig lift vinden. Ik begon me zorgen te maken maar ik weet inmiddels dat het er van bovenaf vaak veel rotter uitziet dan voor de piloot zelf. Door de radio zei ik tegen haar dat ze iets naar rechts moest opsturen en vg aantrekken, maar m’n volume stond laag dus ik hoorde geen antwoord. Ik bleef omhoog draaien maar raakte ondertussen steeds zenuwachtiger over Kata. Tot m’n opluchting maakte ze een bocht, ik ging ervan uit dat ze lift gevonden had. Cameron vertelde later dat ze er achter uit viel, en als ze die driezestig niet gedaan had, had ze het gehaald. Ze verlegde haar koers naar een stuk waar de bomen dunner waren en het volgende moment zag ik haar schaduw. Ze had geen twee meter meer. Veertig meter voor het bombout veld klipte ze een boom en verdween ze voorover tussen de bomen. Ik zat op 1800 meter en schreeuwde door de radio naar Cameron dat Kata gecrasht was, ik was enigszins in paniek en bovendien wilde ik dat zij zou horen dat we het wisten. Ik wilde zo snel mogelijk landen maar niet zelf crashen, dus ik besloot naar de long paddock bij de auto te gaan. Ik probeerde er naar beneden te komen maar alles steeg, m’n vario bleef piepen en ik was zeker tien minuten, een kwartier, bezig om m’n hoogte te verliezen. Terwijl ik daarmee bezig was zag ik gelukkig wel Camerons vleugel middenin het bombout veld staan, niet ver van Kata’s crashsite en met de rug naar de wind dus hij was ok. Zodra ik op de grond stond begon ik te rennen, harnas en al de auto in. Het was 42 graden in de schaduw en ik was gekleed op een hoge koude overlandvlucht, ik snap nog niet hoe ik het voor elkaar kreeg. Ondertussen plugde ik de radio uit en hoorde ik van Camo dat hij bij haar was en dat ze bij bewustzijn was. Ik moest op de weg de ambulance gaan tegenhouden. De ziekenbroeder gaf me een loodzware tas en met z’n tweeën renden we de paddock over die nou toch wel heel erg lang was ineens. De struiken in, spinnenwebben braamstruiken takken stof. Gelukkig hadden Camo en ik goed radiocontact en het duurde niet te lang voor we ze gevonden hadden. Ik dumpte de tas en speerde weer terug om Camerons vleugel aan de kant te zetten en de helikopter binnen te zwaaien. De medic uit de helikopter douwde me een nog zwaardere tas in m’n handen en daar gingen we weer, door de struiken naar Kata. Op de een of andere manier hadden allemaal politie-agenten ons ook gevonden, en terwijl Kata lag te kreunen en Cameron en ik een beetje stonden te snikken wemelde het van de mensen. Ze wilden een keer of tien mijn naam, zijn naam, haar naam, geboortedatum, adres, om wild van te worden en het ergste was dat ze bleven vragen naar Camerons bedrijf. Het duurde even voor ik begreep dat ze hem de schuld wilden geven van het ongeluk, of ‘m toch in ieder geval aansprakelijk wilden stellen. Ik probeerde uit te leggen dat hij een soort held was, bij crosswind in enorme stress starten, in turbulente lucht met vol vg naar beneden racen en een prestatietoestel op een miniveldje landen.
Nadat Katarina met een nekfractuur, gebroken schaambeen en mogelijk gescheurde long was afgevoerd moesten we drie toestellen inpakken, eindeloze politiebelangstelling van ons afslaan, tientallen telefoontjes beantwoorden van mensen die het op de radio hadden gehoord en de belachelijk lange dirtroad de berg oprijden om de auto te halen. De brand was nog steeds niet geblust en de energiemannen hadden uitleg nodig. Wij ook, we konden niet begrijpen wat er was gebeurd. Ze is in paniek geraakt, maar waarom? In het donker, een complete dag na onze laatste hap, misten we de agent op het politiebureau van Cessnock die de sleutel van inbeslaggenomen spullen had, dus we konden Kata’s harnas niet meenemen. Ik was klaar om iemand te vermoorden dus Cameron trakteerde me uit puur zelfbehoud op Thai. Midden in de nacht terug in Blue Haven konden we eindelijk een koud biertje pakken, zelden smaakte een Tooheys zo goed.

M’n laatste dag hebben we gebruikt om de herinnering aan Brokenback te retoucheren. Een vriendin van Camo’s ouders werd achter de tv weggehaald om voor ons te rijden, en iets te laat vlogen we met z’n tweeën langs de plek waar Katarina crashte. De hele lucht voor ons alleen, geen helikopters, geen gaggles, heerlijk. Het was niet meer zo super als de dag ervoor maar het ging nog goed omhoog, af en toe wel erg agressief. Alsof een onzichtbaar monster een gemene duw tegen m’n vleugel gaf, een paar keer moest ik een complete 360 wegdraaien. Na anderhalf uur zette de zeewind in en zakte ik uit middenin een paardenfokkerij. De paarden waren meer nieuwsgierig dan bang en geen mens liet zich zien.
De terugweg liep van de pub via het politiebureau en de Thai naar het ziekenhuis en Camerons ouders. Drukdrukdruk maar alles verliep even positief, Katarina was opmerkelijk helder ondanks de morfine en ze heeft goede kansen op volledig herstel.

Inmiddels ben ik terug in Den Haag. M’n ogen beginnen dicht te vallen en morgen begin ik aan m’n nieuwe baan, dus ik moest maar eens op bed aan.