31 december 2011

Newyears eve

Een volle dag gisteren. Ik kon totaal niet slapen en na vier uur hoefde ik het niet eens meer te proberen, met de zon recht in m’n gezicht. Om een uur of vijf kroop ik met bonkende koppijn uit bed en dat bleef de hele dag zo. Gelukkig kon ik alsnog kamer 12 krijgen, onze vaste kamer met een donker gordijn en geen duiven naast het raam, dus gauw voordat John me op kwam halen holde ik twintig keer op en neer om m’n rotzooi te verhuizen.
Ik was eigenlijk totaal niet fit om te vliegen maar het was de laatste dag van de peperdure xc-cursus en ik had er nog helemaal niks aan gehad. Ik wilde toch op z’n minst proberen om met Jonny te vliegen. Afijn, dat is mooi gelukt want ik voelde me zo slecht dat het eigenlijk niet zoveel uit zou hebben gemaakt als ik was uitgezakt. De sleep achter Bobby (!?) was hard werken zodat ik in ieder geval goed wakker was toen ik releaste. En daarna ging het eigenlijk helemaal van een lijen dakje. Jonny zorgde uitstekend voor me, gaf regelmatig goeie aanwijzingen en nooit teveel, dat leverde me vooral veel zelfvertrouwen op. Zo gek doe ik het uit mezelf toch nog niet. Soms moest ik wat meer de surges in cranken, soms gaf hij een iets andere koers aan, en toen ie een paar meter achter me draaide moest ik vooral niet bang zijn dat ie me aan zou vliegen. Wat ik dan ook maar achter me liet, ik heb honderd procent vertrouwen in zijn vliegkunst dus ik kon me gewoon concentreren op de kern.
Het mooiste moment was een bel vlak voor het keerpunt, waar we bijna met z’n allen in zaten. Zeven of acht studenten en Jonny, en zonder overdreven geklets maar met een paar bemoedigende woorden van Jonny draaiden we allemaal naar wolkenbasis, 1800 meter. Terug tegen de wind in had ik duidelijk een voordeel boven de Stings, en ik speerde met Jonny voorop terug naar het vliegveld. Op final glide keerde hij om, om de overige studenten te gaan begeleiden, ik tankte nog tweehonderd meter die ik precies nodig bleek te hebben om een landingscircuitje te maken, en in precies twee uur vliegen stond ik na 55 km aan de grond. Niet slecht. Boris was me voor, en er landden nog een of twee studenten op goal uiteindelijk, maar ik was er niet minder blij om. Eindelijk weer eens een echt goeie prestatie.
Ik had nog steeds koppijn en ik wilde eigenlijk het liefst een middagdut gaan doen, maar Hans en Christine waren uitgezakt en moesten worden opgehaald. Afijn, die retrieve kostte me uiteindelijk vier uur rijden omdat ik Hans niet kon vinden, die me ook nog eens de les ging lezen toen we ‘m dan uiteindelijk in de auto hadden. Dat is Hans: de aanval is de beste verdediging. Hij was op een of andere dooie boerderij gebleven in plaats van naar een weg te lopen, maar ik kreeg de wind van voren omdat ik m geen txt had gestuurd. Ruzie. Gelukkig is Hans ook iemand waar het makkelijk goedmaken mee is, dus na een snelle douche bracht hij me als een liefdevolle pubervader naar het Moyesfeestje. Zonder m’n vrienden, Moyes is altijd enorm selectief in hun uitnodigingen. Nou zijn Hans en Christine toch niet van die enorme feestvierders, en ik had het er in elk geval enorm naar m’n zin, zelfs de hoofdpijn werd weggewerkt. Conrad wierp zich op als mijn chauffeur, heerlijk, van feestje naar feestje en een hoop nieuwjaarszoenen en knuffels. We eindigden in Hunterstreet, Alex en Curt in damesondergoed met bizarre hoeden op waren echt grappig, maar om twee uur was het welletjes en belandde ik heerlijk in m’n verse bedje. Gelukkig 2012!

30 december 2011

Forbes

Van 08 Forbes dag 1

We zijn er. Forbes is nog leeg, alles is nog dicht inclusief het Vandenburg. Gelukkig hadden Hans en Christine twee cabins gereserveerd, dus ik kon prima slapen vannacht. Het weer is nog grijs en nat, waarschijnlijk zou je niet eens kunnen starten, ik neem aan dat de paddock een grote modderpoel is. H&C zijn met Lukas naar Gulgong, om dragonflies op te halen. Ze hopen vandaag met z’n allen hierheen te vliegen, als dat lukt kunnen we morgen beginnen. Ik had heel erg weinig zin in weer 500 km rijden, dus ik blijf hier om m’n kamer te krijgen, de autoruiten doorzichtig te poetsen en hopelijk uit te vinden hoe de radio’s werken. We hebben een uhf-ontvanger in de auto zonder handleiding, dat wordt ingewikkeld. Ik moet uit zien te vinden hoe we ‘m op tonesquelch krijgen, zodat we niet alle boeren in de omgeving horen als we aan het vliegen zijn. Eerlijk gezegd heb ik gigantisch spijt dat ik onze eigen tweemeterradio’s niet mee heb genomen, veel makkelijker en bovendien had het een hoop stress gescheeld.
Van 08 Forbes dag 1

De reis hierheen was al genoeg stress. Toen we wegreden uit Sydney volgde ik de tomtom, die de onhebbelijke gewoonte heeft om naar ‘home’ te wijzen als ie uit is geweest. We reden dus terug naar Cameron, en kregen prompt ruzie omdat Hans met de kaart in de hand de andere kant op wilde. Dat kwam gelukkig wel weer goed natuurlijk, maar ondertussen waren we wel verdwaald, dat kostte gauw een uurtje extra rondrijden door Liverpool. Later werden we helemaal enthousiast toen we een kangoeroe zagen, maar terwijl we nog aan het jubelen waren werd het beest door een tegemoetkomende auto harstikke dood gereden. Vreselijk. Door al dat gedoe waren we pas om acht uur klaar om iets te eten te zoeken, maar alleen de nieuwe Thai op de veranda was nog open en die heeft geen vegetarische gerechten. Vandaag dus maar ns uitgebreid mezelf installeren, en vooral studeren.

Dinsdag
Helemaal moederziel alleen in het Vandenburg. Ik heb de sleutel van voordeur en kamer, officieel is het nog gesloten dus buiten mij is er echt helemaal niemand. Hoop ik dan maar, beetje eng is het wel.
Ik heb twee sleeps gedaan, ideaal in boterzachte lucht met Steve als tugpiloot, en ik heb m’n zelfvertrouwen voor het slepen wel weer terug. Voor het landen helemaal niet: ik landde echt slecht, en aangezien de towpaddock op dit moment een modderig meer is in plaats van een grasveld is alles ongelooflijk smerig. M’n vleugel, m’n harnas, m’n instrumenten en de modderspetters zitten zelfs op m’n helm. De tweede landing ging beter maar was wel weer erg ver van m’n beoogde spot. Daarna zo snel mogelijk inpakken in de hoop nog ergens iets te eten te scoren, maar dat zat er niet meer in. Ze krijgen in Forbes al jaren en jaren in januari tweehonderd hongerige piloten die allemaal pas laat in de avond tijd hebben om een restaurant te gaan zoeken, maar het is nog niet doorgedrongen tot de dorpelingen dat ze daar flink aan zouden kunnen verdienen. De keuken van de Forbes Inn was onherroepelijk dicht. Gelukkig bood neef Rob (we hebben jaren geleden besloten dat we familie moeten zijn) z’n frietjes aan en van Jonny kreeg ik een half bord mie, dus ik zal niet van de honger omkomen. Het bier komt wel extra aan zo, dus ik ga maar gauw slapen.

Woensdag
Ontspannen dagje, begonnen met de cursus waarover ik nu denk dat ik er niet in had moeten zitten, ik ben de enige met veel xc- en competitie-ervaring en er zitten zelfs een paar jongens in die nog nooit overland gevlogen hebben. Maar ach what the heck, van Jonny en Curt kan ik waarschijnlijk toch wel een hoop opsteken en vierhonderd dollar is nou ook weer niet totaal onoverkomelijk. Wel slikken, dat wel. Zeker zonder retrieve en zonder lunch. Hoe dan ook, ik had geen haast vanmorgen om naar de paddock te komen, ik had typische dehydration koppijn. Toen ik om een uur of één dan toch opgebouwd klaar stond, bleef ik nog een uurtje kletsen met Jamie. Vervolgens in de startrij, prettig omhoog gesleept en zelf losgegooid omdat de tug wel erg enthousiast boven me uit steeg, om daarna in een halfje tot zo’n duizend meter te draaien. Het is nog erg nat en de wolkenbasis was laag, maar het ging best en ik had het heerlijke gevoel dat ik eindelijk eindelijk weer eens echt aan het vliegen was. Gewoon genieten, omhoog draaien en een overlandje gaan doen, zonder stress en zonder me met landingen bezig te houden. Dat is zo fijn van Forbes, je kan overal landen dus die zorg is uit de weg.
Er was een hoop geklets over de radio, tien onervaren piloten die elkaar gezellig vroegen hoe de vleugel was en dat soort onzin, en die uitlegden waar ze waren alsof ze een auto de weg moesten wijzen. Ik meldde me twee keer en draaide daarna de radio uit, dit geblaat is zonde van m’n vlucht. Daardoor vloog ik wel alleen, en ik lette bovendien niet goed op zodat ik al snel 8 km van de koerslijn afweek. Verdwaald! Toen ik probeerde terug te steken losten alle wolkjes waar ik heen wilde, op, dus al snel stond ik ergens in the middle of nowhere aan de grond. Geen telefoonontvangst, geen bruikbare radio, en de verkeerde route-aanwijzingen aan m’n team gegeven. Niet handig.
Tijdens het inpakken bedacht ik dat het altijd eenzaam en fysiek erg zwaar is, buitenlanden. Maar tegelijk ook heel leuk. Het is een beetje avontuur, je weet niet hoe het verder gaat en trouwens, ik ben heel redelijk voorbereid en het is ook wel een tof gevoel dat ik dit allemaal wel aankan. Na het afbouwen begon ik met m’n loodzware harnas op m’n rug richting asfaltweg te lopen, waar ik al snel werd opgepikt door een gezin met vijf kinderen. De man zei dat ik nog kilometers weg was van telefoonontvangst, dus hij bracht me naar z’n buurvrouw, waar ik zou kunnen bellen. Mooi. De buuv bleek een ontzettend aardige vrouw te zijn, werkelijk bijzonder. Achteraf heb ik nog nooit zo’n fantastische retrieve-wait gehad, zelfs die keer in Texas niet. Ik kreeg liters lemon squash, een heerlijke salade van allemaal groenten uit eigen tuin, een toetje van quints of zoiets, een soort exotische appel-peren. Daarna wasten we gezellig af, terwijl meneer aanwijzingen aan Hans en Christine gaf over hoe ze moesten rijden. Ondertussen babbelden we gezellig over de kleinkinderen en het harde leven als tarweboer in een land waar het jarenlang te droog is afgewisseld met overdreven regenval, over hanggliding en hoe mooi het landschap rond Forbes is.
Van 08 Forbes dag 1


Donderdag
Twee hele dure dingen waar ik spijt van heb, terwijl ik me nooit druk maak om geld (maar ja, het is nu op zegt de bank, dat maakt het onderwerp wel ietsje pregnanter) zijn m’n Covert harnas (€ 1200) en de xc-cursus ($ 400). Wat een weggegooid geld. De cursus is geschikt voor piloten die nog nauwelijks overlandervaring hebben, en om het helemaal mislukt te maken deed m’n radio het gisteren niet, zodat ik ook in de lucht geen coaching kon krijgen. Dat zou nog wel de moeite waard kunnen zijn, al denk ik achteraf dat ik minstens zoveel had kunnen leren van Hans. Jonny en Curt zijn absoluut toppiloten, maar Jonny is niet zo’n talentvolle instructeur en Curt is veel te druk en gestresst met het geven van drie cursussen tegelijk. Ach, zondegeld maar ik neem er wel wat zelfvertrouwen van mee, ik merk dat ik toch wel een hoop ervaring heb opgedaan in de afgelopen tien, vijftien jaar.
Van 08 Forbes dag 1

Veel pijnlijker is het harnas want dat ding kost me gewoon mooie vluchten. Ik vind het nog steeds een prachtig en degelijk ding, ermee vliegen is een feest want de pasvorm is perfect, maar alle mogelijk details zijn waardeloos. Het angle of dangle touwtje is al twee keer geknapt doordat het over een scherp randje van de rugplaat schuurt. Er is geen plaats voor bepakking. Alle gewicht zit in de boot zodat je je voeten er niet in krijgt na de start. Er is geen plek voor een radio zodat ik het ding ergens op m’n rug moet frommelen waar ik er niet meer bij kan tijdens het vliegen, met alle gevolgen van dien zoals een gemiste cursusdag gisteren. Het harnas is loeizwaar waardoor ik me helemaal ongelukkig sjouw als ik na de landing naar een weg loop, dertig, veertig graden in de zon en kilometers ver geen telefoonontvangst. Dat is overigens het probleem waar ik vannacht wakker van lag. Ik ben Christines telefoon vergeten, en inmiddels is gebleken dat m’n eigen toestel hier in de omgeving nauwelijks werkt. Dit is geen land om zonder contact in de middle of nowhere te hopen dat je retrieve je toevallig ontdekt. Waardeloos.
Maar ach dat is een hoop gezeur, het vliegen gisteren was toch weer mooi. De eerste sleep mislukte, op 200 meter dreigde ik in een lockout te raken dus ik releaste. Mooie landing met applaus van Hans, Jonny en Jamie, dat deed me enorm goed. Plus het positieve commentaar op m’n starts: ik ben weer als vroeger, een goeie sleperd. Voor de tweede sleep kreeg ik voorrang in de wachtrij, hoogst ongebruikelijk en Gerolf, net aangekomen, begon meteen te miepen maar ik liet me lekker naar de start trekken voor vijf anderen hihi. Daar liet Bill me weten dat ik zo vaak terug mocht komen als ik wil, omdat hij me graag ziet, wat is hier aan de hand? Hij wordt wel heel erg oud als ie ineens vriendelijke dingen gaat zeggen. Nou ja ik hou nog steeds van ‘m, met z’n tachtig jaar de hele dag in de brandende zon dollies naar de start staan slepen is toch ongelooflijk.
Na de start is er niet veel meer te vertellen, the usual: makkelijk naar wolkenbasis, eindeloos gepiel om m’n radio te pakken te krijgen, opgegeven, op glij, downwiind van het keerpunt tot 800 meter gedrift en toen tegen de wind in het keerpunt gepakt. Veel te laag en bovendien begin ik in die situatie vaak totaal ongeorganiseerd rond te vliegen, van de ene wolk naar de andere zonder serieus door te zetten. Een minuut later stond ik netjes en dichtbij de weg aan de grond, dat dan weer wel. John landde direct achter me en Martin stond al klaar met de retrieve-auto. Stuart en Daniel waren al eerder uitgezakt, dus binnen een uurtje waren we terug op de paddock. Van waar ik terug moest naar precies mijn landingsplek, om Hans en Christine op te halen. Gelukkig had iedereen goeie zin.
Van 08 Forbes dag 1


Vrijdag
Ik ben moe en teleurgesteld. De cursus levert me absoluut niks op, we zitten ’s ochtends twee uur over helemaal niks te kletsen terwijl Jonny op z’n eentje een taak uitzet. Vervolgens zak ik er twee keer uit, één keer omdat ik door het geouwehoer op de radio m’n eigen vario niet kan horen en één keer omdat ik gewoon te laat ben. Ik ben wel tevreden over m’n low save, van 80 meter terug naar 600 en vervolgens nog een keer van 200 naar 500, maar het was toch echt over. Monika bracht me terug naar het dorp en nu probeer ik een beetje bij te slapen.
Van 08 Forbes dag 1

25 december 2011

Dag alleen

Proefondervindelijk vastgesteld dat de zonnebrandcreme uitstekend werkt: overal waar ik het niet heb opgesmeerd ben ik vuurrood verbrand. Had ik kunnen weten, een boek lezen + in slaap vallen op het strand, niet optimaal. Maar niet erg ook, het was weer een bijzonder ontspannen dagje. Om een uur of elf bouwde ik op op Catherine Hill Bay, een nieuwe stek voor mij en ik was helemaal alleen. Ik kreeg wel wat telefonische aanwijzingen van Conrad, maar toch, ik geloof dat ik nog nooit eerder compleet op m’n eentje van een nieuwe stek ben afgelopen. Het kon makkelijk met Fun en apron harnasje, (te) weinig wind en een breed strand maar ik ben toch trots. Helaas zakte ik onmiddellijk uit, het woei echt te weinig en het duin waarvan je start stelt niet zoveel voor. Vleugel halverwege omhoog gesjouwd, ingepakt, auto gehaald, ondertussen waren Shaun, Kari en Virpi, en Julia met nieuw vriendje aangekomen. Julia zie ik altijd graag, een gek meiske maar lief en enthousiast en een beregoeie piloot (omdat ze alleen maar happy thoughts heeft denkt Conrad, hij kon wel eens gelijk hebben). Toen ik weer boven kwam waren ze allemaal weg, en de wind begon ook al iets te draaien maar ik wilde het toch nog een keer proberen. Helaas, ik was te laat, ik heb een kwartier startklaar gestaan maar er zaten geen veilige momenten meer in. Dan maar weer inpakken, en een paar meter verderop op een vrijwel leeg strand neerstrijken. Toen ik daar helemaal gaar gebakken was ging ik weer op huis aan, waar ik de board en paddle snaaide om nog even op en neer naar de brug te peddelen. Pittig, met toch een flinke tegenwind, maar een erg lekkere beweging. Onderweg kwam ik langs allemaal kerstfeestjes die duidelijk al enige glazen onderweg waren, dus het commentaar galmde over de rivier. Australiërs zijn niet echt overdreven verlegen ofzo.
Morgen haal ik Hans en Christine op in Sydney en rijden we naar Forbes, zo’n 500 km. Dinsdag wordt er voor het eerst gesleept.

24 december 2011

Crackneck



O oh ik zit me hier helemaal ziek te vreten aan mierzoete chocolaatjes die ik van Cameron heb gekregen bij wijze van christmas present. Ook al weet ie dat ik me totaal niet druk maak over kerstmis, de schat voelt zich toch nog schuldig omdat ik alleen thuis ben. Maar ik zit er totaal niet mee, het was weer een mooie dag en ik wil vroeg naar bed want misschien valt er morgen nog wat te vliegen. Na het zwemmen van Ricky naar Cameron gereden, waar ik Djenghiz aantrof die de C4 van Nic huurt. Na flink heen-en-weer-georganiseer van radio’s en basebars en whatnot togen we naar Crackneck, zo geheten omdat het vee zich daar vroeger van de klif kapot liep. Heeft helemaal niks met hangglidingongelukken te maken. Ik voel me inmiddels helemaal zelfverzekerd op de kleine Fun met het apron-harnasje, dus binnen twintig minuten liep ik van de start af om heerlijk een beetje rond te dobberen tussen start en vuurtoren. Maar de wind nam ietsje af en dreigde ook wat te gaan draaien, en er waren nogal veel parapenters die elke keer voor flinke turbulentie zorgden als ze voorlangs vlogen, en ik kwam op een bepaald moment gewoon niet meer serieus boven starthoogte uit dus ik nam geen risico en koerste al na een half uurtje richting landing. Als je onder de start uitzakt kan je je mogelijk nog wel redden op een rotsplaat, maar dat is toch geen geschikt landingsterrein en bovendien kom je er na je landing niet zo makkelijk meer weg. Vandaar. De landing ging uitstekend, kan ook niet anders met een Fun. Ik zette de vleugel aan de kant, trok m’n bikini aan (daar was nog net plaats voor in dat kleine harnasje) en spetterde binnen vijf minuten na m’n landing in de golven. Helemaal goed. Toen ik afgekoeld was liftte ik terug naar de auto, haalde m’n handdoek, boek en zonnebrandsmurrie op en ging naast de vleugel zitten wachten op Camo. Glen opgehaald, vleugels ingepakt, Djenghiz naar z’n auto teruggebracht, en op naar de kroeg. Altijd weer verbijsterend hier in Australië, de ‘pub’. Het heeft echt helemaal niets van een pub, meer van een soort enorm partycentrum met een grote bar, duur en niet al te denderend buffet, grote tv-schermen overal, terrastafels-en-stoelen en vaak een paar biljarttafels. Bijzonder ongezellig in Europese ogen: fel licht, geen andere ‘aankleding’ dan bingotabellen en meestal galmend leeg. Het was wel grappig om te horen hoe Cameron Europa uit de doeken deed aan Glen: over piepkleine caféetjes, fantastische bergen, formele kleding en overal campings. En natuurlijk de budgysmugglers. Aussies zijn bijna bang voor strakke zwembroeken of onderbroeken voor mannen, ze worden er extreem kinderachtig van. Allemaal behalve Camo, een Aussie met een open mind.

23 december 2011

laatste dag in Newcastle

heerlijk heerlijk. Uit bed bikini aan, huissleutel onder een steen en even de golven in. Het had eigenlijk een naaktstrand moeten zijn 8-)

Heaton northeast

Het zag er niet zo best uit vanmorgen, dus Ricky nam me mee voor een stukje fietsen langs de haven. Natuurlijk werd ik door een agent aangesproken toen ik net rechts door het rood scheurde, zonder de verplichte helm. Met m' n vetste Nederlandse accent kwam ik er met een waarschuwing vanaf, maar ik blijf weigeren om een helm op m'n kop te zetten. Daar staat tegenover dat ik wel uitkijk en voorrang geef aan verkeer van rechts, in tegenstelling tot de locals die gewoon blind alle kruispunten over scheuren en indien gewenst de stoep nemen.
Daarna een mini duikje in de golven hier voor de deur, vervolgens met Conrad de berg op om nog net op tijd een glijvluchtje te maken. Terwijl ik m'n harnas stond aan te pakken knetterde de donder vlakbij, oh well, ik geef het op als het gaat regenen, ja hoor de eerste spetters terwijl ik naar de startplek liep, oh well ik wil toch wel bijzonder graag nog even op de Litesport vliegen. Excellent start (zei Conrad), suffe landing maar niks gevaarlijks, en ik hoefde niet eens weer naar boven te lopen want ondertussen waren Shaun en de Finnen aangekomen. Voor hen was het te laat, dus zij konden mooi onze auto naar beneden rijden.
Na een douche enzo straks eten bij Conrad en Alicia, en morgen alweer de laatste dag hier. Ben benieuwd of er toch nog een echte vlucht in zit.

21 december 2011

Dixon Park


Ook al deed ik vannacht geen oog dicht (de oceaan maakt een pokkeherrie en ik had niet zoveel wijn moeten drinken) het werd toch een prima middag. De vleugels naar de overkant van de straat getild, en onder Conrads begeleiding een paar hopjes gemaakt. Ik zakte eerst uit maar hij hielp de vleugel weer naar boven lopen, daarna ging het iets beter en de volgende vlucht was met het Fun2 prototype, helemaal verrukkelijk. Als toetje vond Conrad het toch wel tijd worden dat ik eens in het park ging landen, en dat is zowaar gelukt. Over het rotorige gebouw heen, net over de telefoondraden, tussen palen en prullenbakken door, precies op m’n voetjes voor de parkeerplaats. Hoe mooi. Nu met Cameron naar z’n ouders, en morgen hopelijk in de bergen vliegen.

20 december 2011

Merewether

Een dagje rondhangen op Merewether, zon wind en goed gezelschap, niks mis mee. Ik bouwde wel om elf uur al op, maar de wind was me toch nog te hard en iets te cross, zeker voor een nieuwe stek met een belachelijk vlakke start en hoge bosjes direct daarachter. Pas rond half vier startte ik eindelijk, moeiteloos met de kleine Fun. Na een uurtje ronddobberen tussen de beginners en uitwijken voor de loopings van Jimmy durfde ik toch de oversteek naar Dixon park niet te maken, dus ik landde netjes op het strand. Scott vloog m'n vleugeltje terug naar boven, superdeluxe. Ik durf echt niet te toplanden, maar ik zou het wel kunnen leren als ik hier elke dag vloog.
Terug bij Dixon Park waren Rick en Shane aan het spelen met de nieuwe Fun2, een joekel van een ding maar ik wilde 'm toch even proberen. Biertje weg, harnasje aan en op blote voeten gestart, too easy. Het was fantastisch! Wat een geweldige vleugel, handling alsof het een performancetoestel is en een oppervlak waarmee ik hoger dan de flats kwam, ondanks de afnemende wind en de lage duintjes hier. Na een half uurtje landde ik keurig exact voor de strandopgang. Met een Fun kan ik het wel!

19 december 2011

Dunegooning

Geen best weer, miezerig en bewolkt en de wind viel steeds weg, maar het was een superdag. Met Ropje en Ellen naar Williamstown, waar Conrad ons met de 4wheeldrive ophaalde. Schitterende omgeving, hoge brede zandduinen van puur stuifzand, loodzwaar om in te lopen maar ideaal voor een beetje spelen met de Fun. Geen idee hoe vaak ik vandaag naar beneden gevlogen ben en weer omhoog gestrompeld, m'n voeten deden zeer en ik piepte alsof ik nog een pakje shag per dag rookte, maar het was superleuk. Een vluchtje zonder harnas (wel toch maar een helmpje, voor de zekerheid) en toen bleek dat ik te stijf of te moe was om m'n benen op de bottombar te slingeren. Ik vloog hangend aan m'n armen, te hoog om los te laten maar gelukkig te kort om uitgeput te raken. Toen ik de grond raakte viel ik languit in het zand, de vleugel ging er op z'n eentje nog een stukje mee door, grappig gezicht.
Vanavond logeer ik bij Rick Duncan, direct aan zee met een klein startplaatsje beneden aan de overkant. Het weer ziet er niet goed uit, maar wie weet.

17 december 2011

wiekend




Mooi! Het was maar tien minuten, maar ik heb met de Litesport gevlogen en ik ben verliefd. Wat een fijn lief vleugeltje! En prachtig, strak en elegant, wauw. Nog even wennen aan de dikke uprights en ronde bottombar, maar verder ben ik helemaal verkocht. Het was best spannend om te starten op Brokenback zuidwest, de rots die als ramp wordt gebruikt ziet er nogal heftig uit en met een beetje crosswind kan je voorzien dat de rechtervleugel duidelijk eerder wordt opgetild dan links. Het landingsterrein is groot maar niet plat, er is een soort greppel in het midden en het terrein loopt van daaraf omhoog. Erg fijn om Cameron naast me te hebben, ook al is hij er tegen dat ik een litesport vlieg. Hij is desondanks de meest vertrouwwekkende coach die ik kan hebben.
Ik startte goed, maar kreeg m’n voeten absoluut niet in m’n harnas zodat ik m’n angle of dangle niet kon aanpassen. Het was nogal rotorig rond de berg dus tegen de tijd dat ik eindelijk eens kon gaan vliegen had ik nog net hoogte voor twee cirkeltjes, om daarna te besluiten achter Ebs aan te landen. Dat ging heel prima, zonder overdreven stress, en ik was helemaal verkocht.
Brian was er natuurlijk weer voordat we waren ingepakt, we haalden Shane op in Singleton, en de rest van de middag was ik zoet met de retrieve van Cameron, Scotty en Conrad.
’s Avonds met Andy en Lynn naar de Thai in Budgewoy, en vervolgens ‘uit’. Dat viel niet mee. De eerste gelegenheid had nog het meest weg van een gymzaal waar een bar en een podium in waren gezet, tl-licht en tafeltjes en stoeltjes en honderden pubers. De tweede, verondersteld de leukste want alleen voor 40-plussers, liet ons alleen binnen na een check op id-bewijs en vingerafdruk. We wilden allevier niet, Cameron om principiële redenen (what’s next? Straks krijgen we allemaal een barcode bij geboorte ingetatoeëerd), ik om veiligheidsredenen (de lui aan de deur snapten hun eigen systeem niet eens: nee hoor we nemen je vingerafdruk niet we slaan het alleen gecodeerd op samen met je id) en Andy om z’n civil rights. Mooi was dat.
In de volgende tent vonden we een bartafeltje en viel er zelfs te communiceren, ook al hingen de muren vol met grote tv-schermen met bijbehorend geluid . We lachten om de meisjes met hoog opgetrokken rokjes en Minimouse-schoenen. Arme kinderen zijn toch al vrij mollig, met van die dikke witte kuiten, zitten ze ook nog opgescheept met zo’n mode. De jongens zien er niet beter uit: ze dragen extreem strakke stretchspijkerbroeken met het kruis halverwege de dijen, heel oncomfortabel.

16 december 2011

Strzelecki




Yes! Eerst een tandem met Tony gedaan, dat was precies wat ik nodig had. Ik wilde niet weer in zee landen, gevaarlijk en m’n schoenen gaan er kapot aan en de vleugel zit onder het zand, maar ik word bloednerveus van het park, waar normaal geland wordt. Het ziet er klein uit, in het midden is een groot hek plus verhoging, en het griezeligste zijn de hoge lichtmasten rondom. En dan weten mensen ook nog te vertellen dat er wel eens een belletje loskomt, zodat je een overshoot maakt onder de electriciteitsdraden door. Brrr. Maar de wind was helemaal goed, vrij stevig en recht op de klif, en Tony was bereid me even een goeie approach te laten zien als er geen klanten kwamen. Tussen start en landing in het park deden we ook nog even een perfecte landing en start bij het monument, een bizar klein veldje in mijn ogen (voor Tony moet het gigantisch zijn, hij landt tenslotte ook op het startvak, nog geen kwart). Om het allemaal nog fantastischer te maken volgden we tijdens het vliegen een grote groep dolfijnen, met jonkies, ik ging helemaal uit m’n dak!
Terug boven rustig geluncht, opgebouwd en gestart, en een half uurtje gezellig rondgedobberd. Daarna was ik wel weer klaar, met de Fun en het apron-harnas kan ik toch niet veel strakke bochtjes ofzo doen en bovendien ben ik daar toch te schijterig voor. Stel je voor dat ik onder klifhoogte kom en niet meer omhoog weet te soaren, dan heb ik echt een probleem aangezien je er echt niet onder kan landen. Grote golven beuken daar op de rotsen, het eerste stukje vrij land is een paar honderd meter verderop. Dus ik toog naar het park, deed een uitstekende approach en…. undershot! Erg ongebruikelijk voor mij, maar tja met een enkeldoekertje en stevige wind niet zo gek. Ik stond keurig in één keer op m’n voeten middenin het sportveld, dik tevreden.
Nu ongezellig op m’n eentje. Cameron is naar Lynn omdat hij morgen met mij gaat vliegen, dus ik moet me met mezelf amuseren. Het is inmiddels te fris om te gaan paddleboarden, ook al gloei ik nogal met m’n flink verbrande armen en nek. Een potje koken en voor de tv hangen denk ik.

15 december 2011

Eerste vluchtje

Eén van de leukste dingen van Australiërs is hun enthousiasme over het feit dat je van overseas bent (ook al moeten ze dan weer niks hebben van boatpeople, vluchtelingen, maar dat even terzijde). Iedere Ozzie zal onmiddellijk vragen ‘where are you from?’ en nadat ik ‘Netherlands’ ‘Holland’ of ‘Europe’ heb gezegd volgt onvermijdelijk ‘that’s great’. En ze menen het nog ook. Ik vind ze sowieso erg leuk, Ozzies zijn open en hartelijk en heel veel meer gezellig dan Nederlanders. Er zitten eikelige exemplaren tussen natuurlijk, en er is veel racisme/seksisme/homo-angst, maar dat neemt niet weg dat het hier goed toeven is voor een witte single vrouwelijke piloot.
Na een mega-afwas vanmorgen reed ik naar Merewether, prompt verdwalend omdat ik de tomtom niet begreep (was dat echt 150 meter?) en omdat ik al m’n aandacht nodig had voor het links-rijden. Het verkeer is heel makkelijk hier, iedereen rijdt exact de op de borden aangegeven snelheid en er is ruim baan voor onze grote bakken van auto’s, maar toch heb ik met m’n dopey hoofd de neiging om rechts te rijden. En ik moet elke keer diep nadenken welke kant ik moet bekijken om aanrijdingen te voorkomen. Ingewikkeld als je bioritme net besluit tot een middennachtelijke shutdown.
Op Merewether trof ik als afgesproken Tony Barton, Amerikaanse hangglidinglegende en lokale superinstructeur. Zijn leerlingen stonden in vol ornaat te wachten, en een ervaren piloot startte uitstekend, maar ik besloot al snel om daar vandaag toch zeker niet te gaan vliegen. Veel te plat, eindeloos lang hard doorlopen en dan in de rotor van de forse struiken terechtkomen, om vervolgens te moeten landen op een vaag heideveld zonder toegang voor een retrieve-auto. No way. Gelukkig draaide de wind en togen we allemaal naar Strzelecki, waar de condities absoluut perfect waren voor een zenuwlijer als ik. Genoeg wind om te soaren, te weinig wind om te moeten vechten met de vleugel. Ene Wayne hielp me starten, iemand waarvoor ik door verschillende mensen werd gewaarschuwd. Hij was inderdaad nogal arrogant en ongeduldig, maar ik kwam toch zonder overdreven stress weg. Ondertussen was Adam druk aan het loopen en low-passen, het is gevaarlijk maar jee wat ziet het er toch goed uit. Spectaculair. Ik voelde me een ontzettende dope, bleef alleen maar brave slagjes heen en weer dobberen maar ik was toch echt heel veel te moe en te zenuwachtig om iets anders te doen. Na tien minuten ofzo vond ik het wel weer welletjes, de wind leek ook een pietsie af te nemen en ik wilde eigenlijk alleen maar een start en landing doen vandaag, dus ik gleed naar het strand en landde prima, alleen wel tot m’n knieën in de golven want het was hoogtij. Shit had ik nou maar m’n zware boots niet aangedaan, ik had best op blote voeten kunnen starten en landen. Suf, dat gaat dagen duren voor die droog zijn.
Ik kreeg meteen een lift naar de auto, pakte de vleugel in en raakte nog een gezellig uurtje aan de praat met Dan en Anton, ook fans van Cameron gelukkig. Vervolgens weer naar boven om Ricky Duncan te treffen, die me z’n huis liet zien en de logeerkamer waar ik gebruik van mag maken. Bovenop een alternatieve startplek, met uitzicht op de golven en de lucht, en een bankje voor publiek. Helemaal goed, ik ga er na het wiekend bivakkeren denk ik. Ik mag een van de nieuwe Stings vliegen dus ik kan heel prettig van Fun via Sting naar Litesport, ideaal om er weer even in te komen.

14 december 2011

paddleboarden






M’n dag-en-nachtritme begint er alweer aardig op te lijken, al heb ik eind van de middag nog wel een enorme dip. Daar kwam ik goed overheen met een potje stand up paddle boarden. Het ziet er niet uit en ik was bang om in het water te vallen (het is behoorlijk koud, 22 graden en bewolkt) maar het ging lekker. Op de terugweg zagen we een schattige kangoeroe, een pelikaan vloog over en tussen het riet stond een witte ibis. Schitterend!
Ik probeerde te koken, Lynn kwam over dus ik wilde wel iets goeds maken. Helaas, het boodschappenrugzakje is te klein voor serieuze vulling van de lege voorraadkasten, m’n geheugen liet me in de steek en de voorraadkasten zijn dus leeg. Geen kruiden, geen olie en azijn, geen gereedschap. No worries, de wijn had zulke mooie etiketten dat het wel lekker moest zijn.

aan het bijkomen


M’n herinneringen aan Oz vloeien zo in elkaar over dat ik niet meer precies weet hoe vaak ik hier nou geweest ben. Ik tel op m’n vingers: een jaar of tien geleden met Diederik, onze honeymoon. Toen naar Kees en in het team met Hans en Nic en Montse, ontsnapping aan m’n ex. Daarna met Cameron en Blenky en Grumpy, onze rit langs de kust. Mis ik nou een jaar, of was de volgende met Djenghis? Dan is dit de vijfde keer.
Ik was even bang dat het allemaal te gewoon, te bekend is, ook al heb ik een jaartje overgeslagen. Ik hou van de herhaling, van het vertrouwde, maar de lol van een halve wereldreis is toch ook wel dat het exotisch is. Gelukkig zag ik een paar kookaburrahs en vond ik vegemite chips in de supermarkt. Camo in de pizzeria op en top de persoon waar ik zo ontzettend van hou: vriendelijk, humoristisch, voorkomend. We raakten weer niet uitgepraat over vliegen, over de mentale aspecten en motivatie en wedstrijden. Hij heeft het liever over een ‘meet’, omdat we allebei meedoen vanwege de gezelligheid en de uitdaging, niet om tegen anderen te concurreren. Hem beluisterend besef ik weer hoe veel ik nog te leren heb. Hij is goed in het beoordelen van de condities, en daarop z’n beslissingen aan te passen. Daardoor haalt ie meestal goal wel. Ik ben nauwelijks bezig met het inschatten van de omstandigheden, met het plannen van m’n vlucht. Ik ben er redelijk goed in om de kansen die zich voordoen te benutten, als ik m’n vliegtechniek verbeter maak ik steeds beter gebruik van de mogelijkheden die weer en landschap me bieden. Maar ik creëer m’n kansen niet, ik bedenk veel te weinig wat m’n tactiek moet zijn om uiteindelijk goal te halen. Ik ben nog veel te veel bezig met het vliegen van landinsmogelijkheid naar landingsmogelijkheid, en met techniek en emoties; frustratie en angst. Laat ik dit jaar eens proberen echt wat verder vooruit te kijken dan het volgende belletje.
Na het eten nog even bij Chainsaw langs. Ook weer een bijzonder persoon, simpel maar niet dom. Compleet op zichzelf, onaangepast en weinig sociaal, maar hij maakt de mooiste stenen Aztekenkoppen na en hij is heel onAustralisch begaan met het milieu. Via hem kwamen we op groepsdynamiek, en hoe er in elke groep een pikorde ontstaat. Hoe mensen als Chainsaw en Cameron en ik daar niet echt in passen. Ik heb me nooit willen conformeren aan de normen van een groep of m’n plaats willen bevechten in de groepsorde. We staan niet helemaal onderaan in de pikorde, maar de topdogs zijn niet onverdeeld enthousiast over zulk soort buitenstaanders. Tegelijk is er voortdurend druk om wel mee te gaan met de mores van de groep, om ons een status toe te kennen. Camo’s weerzin over het geroddel en de eisen die anderen aan hem stellen heeft hier mee te maken, en mijn volhardend negeren van rangen en standen ook. Ondertussen zijn we zelf ook dol op roddel, nou ja gossip, iets vriendelijker. Het wordt interessant in Forbes, met meer dan tien vrouwen en een hoop gezamenlijke geschiedenis.

13 december 2011

thuis





Zo dat was wel de allersoepelste halve-wereldreis ever. M’n harnas hoefde niet open om het houten kadootje en het proteinepoeder eruit te vissen (ik deed of ik achterlijk was, white powder to put in my water, no idea what’s in it), er waren geen rijen om lang stil te staan met m’n 28 kilo op m’n rug, de trein Het is nu half twaalf, ik zit een bakje muesli te lunchen terwijl Cameron in de garage aan het werk is. Onderweg van het station naar huis hebben we even een tomtom en een simkaart gescoord, ik zou zo weg kunnen rijden. Ik ben nog niet eens een complete zombie, ga vanmiddag zoet met m’n spulletjes spelen die ik hier nog had liggen (dozen vol kleding, stekkerdozen, boeken) en als het droog blijft misschien nog even naar de winkel fietsen. Misschien zelfs m’n nieuwe vleugel al even goed bekijken. En vast bedenken hoe ik morgen de dag doorkom.
M’n telefoonnummer is (0061)(0)439522562

12 december 2011

Singapore

ik ben alweer halfdood, slapen lukte nauwelijks, maar hier in Singapore staan dan wel weer van die voetmassagedingen. Dat helpt me er wel doorheen. Straks met m'n 28 kilo harnas naar Cameron sjouwen, als ik maar niet door het station heen slaap.

10 december 2011

voorbereidselen

Nou moe gezellig eten bij Riënne was wel gezellig inderdaad, maar ik dacht even tussen hoofdgerecht en toetje in te checken, dat was dus fout gedacht. Ongeveer de hele avond geprobeerd om ergens in te checken, de beurs nog maar weer eens getrokken om me te verzekeren van een stoel aan het gangpad, zeker toen ik op de Qantassite zag dat de vlucht 22 (schermpje achter ‘nadere informatie’) tot 25 uur (hoofdscherm) gaat duren. Misschien dat die drie uur verschil bedoeld zijn voor het inchecken, de belachelijk trage site is natuurlijk al ingecalculeerd. Het leek m’n werk wel. Ondertussen is Ropje natuurlijk al geland, de mazzelaar.
Dan kan ik me nu zorgen gaan maken over m’n bagage, 28 kilo in een veel te groot harnaspak, ik weet eigenlijk sowieso niet hoe ik het allemaal naar Schiphol ga slepen laat staan dan ik zomaar langs de bagagejuffrouwen kom. Dat wordt natuurlijk weer dokken. Nou ja, als we maar opstijgen deze keer…

06 december 2011

zwemmen

Voor mij is het gevolg van een lekker potje zwemmen meestal een vreselijk moeie dag. ’s Nachts lig ik uren wakker met een snotneus en dikke droge keel, volgens mij is het wakkerliggen zelf ook al een symptoom van de allergie. Maar het is zo onweerstaanbaar lekker, drie kwartier baantjes trekken in ons reservaat, de doorzwembaan. Ook al was ik gisteren de langzaamste, vreselijk, waar ben ik zo traag van geworden? Mark zwom altijd al enorm hard en het lieve meisje met turbo in d’r reet is van een hele andere categorie dan wij, maar Bernhard haalt mij tegenwoordig ook in. Zij moeten net zoveel last hebben van de hoge watertemperatuur als ik. Nou ja, het was hoe dan ook weer zo heerlijk dat ik me voornam om zondagochtend nog stiekem een paar baantjes te doen, ondanks m’n zelf opgelegde verbod om ooit nog rond te poedelen in natrium en chloor.

05 december 2011

nog zes nachtjes slapen...

Eerst is er het gestresste ticket kopen, uren rondsurfen op zoek naar de goedkoopste vlucht met de beste tijden en dan de gekozen vlucht niet meer terug kunnen vinden omdat je ip-adres wordt bewaard en aanbiedingen worden weggehaald als je kennelijk serieus op zoek bent naar een ticket. Dan me langzaam maar zeker gaan verheugen op de reis, naarmate het hier kouder en natter wordt en ik langer geleden voor het laatst gevlogen heb. Dan de gruwel van het inpakken, maximaal twintig kilo inclusief harnas en instrumenten en altijd zeker weten dat ik iets essentieels vergeet. Inmiddels begin ik ook weer flink tegen de reis op te zien, éénentwintig uur nonstop rechtop zitten na ruzie met de stewardess over m’n handbagage. En tussendoor, altijd, maandenlang, gigantisch schuldbewustzijn over mijn schandalige olieverbruik en milieuvervuiling. Daar komt ik nooit uit, cognitieve dissonantie ten top, hoe kan ik mezelf wijsmaken dat het ok is om jaarlijks de wereld over te vliegen enkel voor wat pret, terwijl de aarde sterft? Het lukt me niet dus ik probeer er niet aan te denken, lekker m’n kop in het zand, maar zolang ik nog thuis ben en kranten lees en tv/internet zie is het moeilijk te missen. Eén keer in Oz, van vroeg tot laat buiten spelen, hard werken om zo lang mogelijk zo ver mogelijk te vliegen en goed te landen, is het over. Dan geniet ik alleen nog maar. Hoop ik, want ik ben toch een pietsie gespannen over m’n landingsvaardigheden.