25 mei 2014

Ziek



De fraaiste lucht in eeuwen, lekker windje, superorganisatie en leuk gezelschap. En ik lig als een uitgewrongen vaatdoek naar adem te snakken in Rinus’ ligstoel. De hele nacht hevig kotsen, ieder uur wilde m’n lijf zich binnenstebuiten keren en lag ik op m’n knieĆ«n in het gras te hopen dat ik mezelf niet nog viezer zou maken. Voedselvergiftiging, of anders gewoon te veel vette hap op gisteren. Ik voel me nog te slap om ernstig te balen.

24 mei 2014

Knoalkup




Het is weer supergezellig in Vledderveen, een gemoedelijk wedstrijdje met alleen maar vrienden. Rinus staat garant voor een superorganisatie, met drie knullen van een jaar of twaalf die zich de godganse dag de benen uit het lijf rennen als dollyboys, kadootjes en prijsjes voor iedereen, ’s avonds met z’n allen eten in de clubkantine. Jammer jammer dat ik een paar nachten heel veel te weinig geslapen heb zodat ik me nogal brak voel. Bovendien kwam het voorspelde front al om elf uur onze kant op, met donkergrijze luchten en hoorbaar gerommel. Ik kroop dus maar weer m’n tentje in voor een dutje, en ook al slaap ik dan niet het is net genoeg om de dag door te komen. Plus ik hoorde Mario de auto ophalen wat een duidelijke aanwijzing was dat de lucht er beter uitzag, en een uurtje later stond ik opgebouwd klaar om te gaan starten. Dat was het moment dat de wind draaide, en het hele circus moest verkassen naar de andere kant van de baan. Zelfs dat was licht werk dankzij de goeie sfeer en ieders behulpzaamheid: Rinus reed met dollies op en neer met z’n electrische miniscooter, AndrĆ© bood aan om vleugels te sjouwen. Ondanks de weer betrekkende lucht startten er een paar, en op enig moment bedacht ik dat ik of kon gaan vliegen of binnen afzienbare tijd echt een bed moest opzoeken. Vliegen dan maar, en ondanks een paar spatjes nattigheid hing ik rond een uur of half vier dan toch nog achter de dragonfly. Wat is het toch ontzettend fijn om te slepen, om achter de dragonfly te slepen, en om te weten dat ik goed kan slepen. Rinus bracht me extra hoog en ver, al een stukje richting het keerpunt en toen ie me afzwaaide wist ik dat het waarschijnlijk een kwestie werd van zo ver mogelijk glijden. Ik maakte een flauwe bocht richting een ploegende tractor met een beetje zon en wat structuur in de wolken erboven, maar het mocht niet baten. Niets over m’n landing te melden, en dat is dan weer vermeldenswaardig. Ik sta meestal toch op m’n voeten, niet met degelijke snelheid en niet strak op de juiste plek maar dankzij dit heel fijne vleugeltje heb ik toch weinig last van lastige wind zoals vandaag. Maar goed ook want overal is vers gemest, daar wil je liever geen buiklanding in doen.
Tijdens het inpakken had ik gezelschap van een aardige brommerjongen, en nog voor ik de rits dichttrok stonden Cornelia en Monika al klaar om me op te laden. Ondertussen trok de lucht helemaal open en zoals gewoonlijk vloog iedereen over me heen. Never mind, het was een gezellig dagje buiten spelen en morgen wordt het vast beterder.

17 mei 2014

Slepen





Eindelijk weer ns een echte vlucht in Nederland, geweldig. Van Almelo naar Stadskanaal rijden was al genieten, de zon brak door toen ik voorbij Emmen was en de Anton Pieckhuisjes stonden in het weelderig groen. Gezellige drukte: Dees en Robbie, Rinus, Ruud, Rob Emiel Martin Mario ene Cor en ik. Rinus zette me onderin een wolk af op 600 meter, het piepte wel maar ik kon niet omhoog omdat ik niks zag. M’n tweede start ging beter, Cor wees een mooie bel aan en hoewel ik ‘m niet goed gecentreerd kreeg won ik toch meter voor meter hoogte. Geen radio, geen taak, alleen maar mooi weer en het voornemen om zo lang mogelijk in de lucht te blijven. Zigzaggend van wolkje naar wolkje dreef ik over de lintbebouwing van Stadskanaal, Nieuw Buinen, nog zo’n langgerekt dorp langs een kanaal en een weg. Lachen van geluk, zo’n vrijheid, zo prachtig, zo’n ruimte. Ik bleef lang pielen boven een voetbalveld, en toen ik eindelijk weer in de buurt van de wolkenbasis op 760 meter kwam zag ik dat het nogal veel blauw was in de richting waar ik heen ging. Dan maar terug, maar toen dreef ik over bosjes en een golfterrein en een meer, minder landingsopties. Vanaf het moment dat ik een fijne grote vrij aangestroomde wei in de smiezen kreeg zakte ik als een baksteen, en kort daarna stond ik aan de grond.
De boer kwam met mestkar en al even kijken of ik in orde was. Er is altijd even een moment dat je niet zeker weet of een boer misschien niet kwaad is, ik ben wel eens door een roodaangelopen meneer van z’n land afgejaagd. Deze meneer was gelukkig vriendelijk. Na een kletspraatje over termiek en starten en landen en drassige grond van de regen kreeg ik een smsje van Rinus die liet weten dat hij me op kwam halen, superdeluxe. Terug op het veld tentje op gezet, biertje op het terras en wat te eten, en straks lekker vroeg slapen.