28 februari 2016

Opening seizoen



foto Djenghiz

Het lijkt nogal overdreven, acht uur rijden en een nieuwe accu aanschaffen, voor een kwartiertje vliegen. Maar voor mij was het het helemaal waard, sowieso vanwege het schitterende weer en het fijne landschap van glooiende hellingen dichtbeplant met zonnepanelen en majestueuze windmolens bovenop, de oude bekenden en de frisse lucht. Belangrijker is dat ik m’n vleugel weer goed in elkaar heb gezet en getestgevlogen, dat ik weet dat de plakkers het redelijk houden nu de verzekering ruim onvoldoende uitkeert voor een nieuw doek, dat m’n schouder minder pijn begint te doen en dat m’n kniebrace me voldoende zekerheid biedt voor een goeie landing. En dat de Litesport inderdaad de allerfijnste vleugel is die ik ooit heb gevlogen, als je geen wedstrijd vliegt.

Ik was om half acht helemaal klaar, op- en ingeladen, verkeer gecheckt en gereedschap en handleidingen mee, toen de auto totaal niet wilde bewegen. Dooie accu. Van de wegenwachter die pas na negenen klaar was moet ik voortaan met alle stroomvreters aan rijden zodat de accu niet wordt overladen. Daarmee ben ik er nog niet want het blijft stotteren en hikken als ik gas geef – met andere woorden ik moet niet alleen een nieuwe vleugel maar ook een nieuwe auto.
Toen ik aankwam stond Gijs net klaar om te gaan starten. Ik dacht dat ik alleen zijn hulp nodig had om het doek op de leading edges te spannen, maar ik bleek ze er ondanks mijn zorgvuldige arbeid verkeerdom ingedaan te hebben. Gelukkig waren Toru en Midori er en hoefde Toru niet zo nodig te vliegen, dus ik had de ideale hulp bij de k-klus van het terugbouwen van m’n kortgepakte vleugeltje. Toru is geduldig en belangstellend en liet me gewoon gestresst piepen dat hij nergens aan mocht komen. Niks zo erg als een minuscuul schroefje in de dooie bladeren verliezen. Na zo’n twee uurtjes was ik helemaal klaar en niet eens verkleumd, wel gespannen over de vraag of ik het echt goed had gedaan. Direct toen ik van het vlonder los kwam twijfelde ik daar nog even over, maar het was gewoon de lucht die erg beweeglijk en een beetje turbulent voor de start was. Bovendien heb ik tegenwoordig met m’n dikke brace veel moeite om goed in m’n harnas te komen, dat helpt ook niet om meteen lekker soepeltjes weg te vliegen. Nieuwe auto, nieuwe vleugel, nieuw harnas nodig.
Na vijf minuten waarbij ik net geen volle driezestiger durfde draaien en waarbij de zon me iedere slag naar het zuiden bijna totaal verblindde (gelukkig wist ik waar de anderen waren) bedacht ik dat ik vreselijk graag wilde landen. Ik was er behoorlijk gespannen over, ik had koude handen en ik voelde m’n schouder toch wel. Hoe langer ik zou vliegen hoe meer me dat allemaal in de weg zou gaan zitten bij m’n landing. Ik overlegde met mezelf of ik er spijt van zou krijgen om maar zo heel kort te vliegen, maar ik besloot dat het lang genoeg was voor m’n gemoedsrust over de vleugel en dat ik een goeie landing nu even het allerbelangrijkste vond.
Ik koos een moment dat er verder niemand met een landing bezig was en alle geparkeerde vleugels aan de kant stonden, en maakte een mooie landing in de zeiknatte modder. Als dat goed gaat zal een normale ondergrond ook wel gaan met m’n wiebelknietje, hoera.
Pas tijdens het inpakken kon ik eindelijk gezellig doen, tot dan toe was ik toch niet lekker ontspannen. Ik vond een lift naar boven met een jongen die zo stoer mogelijk wilde laten merken dat hij een goeie en ervaren piloot was, met wel vier jaar ervaring en hij kon ook al slepen. Het was grappig dat z’n vriendin, die er pas zeven vluchtjes op had, wel door had dat ik misschien wel wat meer ervaring heb en dat dat voor ons allebei niet zo’n interessant gegeven was. Atze kwetterde aandoenlijk door over de risico’s van lieren want hij had de DHV-ongevalsstatistieken bestudeerd en de pracht van Hinterweiler want daar kan je meerdere malen starten en landen. Precies waarvoor ik graag naar Neumagen kom, alleen niet deze keer. Op de terugreis bedacht ik dat het soort piloot dat je bent een functie is van je karakter, je ervaringen en de tijd, simpelweg het aantal jaren dat je de kans hebt gehad om niet alleen zelf ervaring op te doen maar vooral ook andere piloten te zien. Het is een sociale sport.