30 november 2012

Taak 4



Blano zette me weer perfect af, maar er waren zoveel mensen voorgekropen in de startrij dat ik bijna als laatste in de lucht was. Vervolgens maakte ik ook nog eens de fout om downwind van het keerpunt te vliegen, doordat ik hier onbekend ben en niet in de gaten had dat het keerpunt veel westelijker lag dan ik dacht. Tegen de tijd dat ik eindelijk eens een bel kon zoeken die me op koers zou drijven, was de lucht zevenachtste bedekt, de lift heel zwak en kreeg ik zowaar regenspetters op m’n vizier. Onder me landde iemand, voor me uit zag ik heuvels en geen aantrekkelijke landingsmogelijkheden. Toen de regen heftiger werd besloot ik het voor gezien te houden en ik vloog terug naar een mooi lang vlak grasveld, landde uitstekend met m’n droguechute en wachtte vervolgens drie uur op m’n retrieve. Het was bloedjeheet, vliegen, mieren en een bij lieten me niet met rust, maar ik lag heerlijk met m’n New Scientist op m’n kleren te genieten. Jamie had Glen en Jonas op goal opgehaald, Bruce opgepikt, en we togen met z’n allen naar de Indiër. Niks mis mee, ondanks de korte afstand.

29 november 2012

Dagelijkse gang



Ik word meestal om een uur of zes wakker van de gala’s. De duiven maken ook een hoop lawaai, en de honden (kelps, afstammelingen van dingo’s) maken het spektakel compleet elke keer als ze een possum of een wombat wegjagen. Dat geeft me een uurtje voor mezelf: ontbijten en lunch maken, vario, waterzak en sokken in de auto mikken, uitgebreid Tyson aaien. Als Ian opstaat zitten we zo een uur, anderhalf uur te kletsen. Ook al klaagt hij over een overdosis sociaal contact, hij is zelf de grootste ouwehoer. Hij heeft vaak spannende verhalen over Bill vroeger of over het leven in de bush of over hoe hij jarenlang alleen met z’n armen kon rondkruipen (z’n voeten zijn verlamd), en hij weet erg veel over zweefvliegen en meteo. Als ik er genoeg van heb ga ik ramen lappen of de vloer dweilen, en rond een uur of tien rij ik naar het clubhuis. Daar hangen we met z’n allen een paar uur rond tot de taakcommissie ons voor een briefing naar binnen roept. Direct daarna haalt iedereen z’n vleugels uit de hangar en vormt zich een min of meer georganiseerde startlijn. Gisteren kropen zeker vijf man vóór mij, Jamie zei dat mannen assertief zijn en als een vrouw hetzelfde doet is ze een bitch, dus ik stond ruim een uur ingehaakt te zweten. Toch was m’n start nog veel te vroeg, bijna iedereen die voor mij startte zakte uit en moest opnieuw starten. Inclusief Atilla die zelfs whackte, dat geeft weer een positiever perspectief op m’n eigen moeizame landingen.
Het lukte me een uur lang op 1000 meter te blijven, vreselijk moeilijk en zonder zinvol resultaat want ik bleef constant boven het vliegveld. In de verte, richting taak, ontstonden cumultjes en te vroeg probeerde ik er heen te vliegen. Ik zakte uit binnen de startcirkel (10 km exit) en bouwde af op het pasgemaaide gazonnetje van enorm vriendelijke schapenboeren. Chainsaw landde bij mij, Jamie haalde ons weer op precies op het moment dat we de vleugels naar de weg aan het dragen waren, en half vijf ofzo waren we weer terug op het vliegveld. Tijd genoeg om boodschappen te doen, mensen op goal te zien landen, douchen koken eten en tien uur naar bed.

27 november 2012

Three stooges




Bill komt vandaag terug, dan heb ik de drie stoute mannetjes weer bij elkaar. Op ieder halfrond een setje: Ad, Jacques en Han (en Bart) zeker zijn dan wel jonkies vergeleken met Ian, Bob en Bill (en Dave Phillips), de sfeer is hetzelfde. Ze plagen elkaar, zijn charmant tegen mij, kletsen over dingen die ik niet begrijp of die me niet interesseren en hebben geweldige verhalen over vroeger. Ik vind het enig, ook al worden er een hoop wenkbrouwen gefronst omdat ik in huis zit bij drie mannen die zich uitputten in complimenten en flirts. Ondertussen heb ik een complete kamer met voldoende stopcontacten, honden waar ik weg van ben en een enorme koelkast. Ideaal.
Gisteren was een grijze dag. Tijdens de briefing vertelde Cameron over z’n ontsnapping uit de storm die nogal plotseling boven goal ontplofte: zwart aan alle kanten, 3 m/s stijg met de bar tegen z’n knieën, geen uitweg. Hij besloot zo ver mogelijk bij de storm vandaan te vliegen (dat werd 35 km, alleen glijden!) en dat dan naar het noordwesten, omdat onweer hier meestal van zuidwest naar noordoost beweegt. Door de enorme dichte slagregen kon hij geen hand voor ogen zien en de koude druppels knalden tegen ze gezicht, en nog ging ie omhoog. Water in z’n ptt verbrak z’n contact met z’n ophaalteam, maar hij bleef melden waar hij dacht dat ie was. Arme Lyn, haar eerste keer als chauffeur zo’n angst meemaken is niet lollig. Boven Dunedoo draaide de wind 180 graden en hij landde achterwaards in een 60 km/u wind. Gelukkig is Camo een uitzonderlijk goeie piloot, dus hij kon het allemaal navertellen. Zo niet de jongens die probeerden te spotlanden: Jonas brak een tipwand en een upright, Shane idem en nog iemand had allerlei schade. Ik focuste expres niet op de spot en oefende gewoon goeie landingen, want daar waren de omstandigheden perfect voor. Eindelijk kreeg ik Jonny zover om de bocht uit m’n vleugel te tunen, erg prettig om weer gewoon rechtuit te kunnen vliegen.

26 november 2012

Enge beesten



Ik zeg zo vaak dat ik nog nooit een slang buiten een dierentuin gezien heb dat ik min of meer verwachtte dat het me een keer zou overkomen. Afijn, ik land vroeg vandaag, na anderhalf uur en maar tien minuten rijden van Gulgong, dus ik was ruim op tijd terug om nog wat klusjes te doen. Er kwam een onweer aan dus ik reed snel naar het huis om de was binnen te halen. Eerst allevier de honden een aai geven, dan gauw de wasmand pakken. Terwijl ik de schuifdeur open zie ik een kattestaart, ik duik al bijna naar beneden om ook dat beest te aaien maar verrek, het was een slang! Een grote griezel van bijna een meter, donkerbruin of zwart en het slidderde het huis in. Ian nam z’n telefoon niet op dus ik mieterde de was naar binnen, gooide de boodschappen in de koelkast en smeerde ‘m, no way dat ik gezellig met een slang ga samenwonen hier. Het huis is compleet open dus het monster kan overal zitten.
Ik naar het clubhuis, duidelijk gemaakt dat er een megacrisis was, maar de reacties waren niet half zo gestresst als naar mijn bescheiden mening logisch was. Omdat ze niet konden achterhalen of het om een bruine (levensgevaarlijk) of zwarte (bijna onschuldig) slang ging nam Ian toch de buks ter hand. Helaas, geen slang te bekennen. Ik heb met een zaklamp onder elke kier en spleet gekeken, maar het beest is onvindbaar. Volgens Ian is ie door de achterdeur naar buiten gegaan, ikzelf ben er vrij zeker van dat ie ergens in mijn bagage zit te wachten tot ik schone sokken van onderop probeer te pakken.

25 november 2012

Gulgong taak 1



Ik zou niet zo vreselijk afgedraaid moeten zijn na één dagje, maar ik ben helemaal op. Stond vanmorgen met typische uitdrogingshoofdpijn op, ik ben inderdaad vergeten te drinken de afgelopen dagen en ik had ook al geen isotoon in m’n drinkzak. Nou ja, toch leuk gevlogen, 47 van de 125 kilometer, net geen drie uur. En ik kreeg weer complimenten over m’n sleep, erg fijn om tenminste één aspect van het vliegen echt compleet onder de knie te hebben. Kath liet me ook weten dat ze onder de indruk was van m’n vliegen voor het tweede keerpunt, heel aardig maar ik denk dat ze er eigenlijk op doelde dat ik zo hoog zat. Maar ik was wel erg langzaam en na het tweede keerpunt, toen we tegen de wind in moesten, verloor ik al m’n hoogte en begon ik me zorgen te maken om het landen. Dat verliep dan ook slecht, downhill zonder wind gooide ik gewoon de bar van me af en deed ik zelfs m’n ogen dicht! Ik werd flink gestraft want nu stond ik twee kilometer van de weg af, het kostte me een uur om alles naar boven te sjouwen. Jamie haalde me op precies toen ik net klaar was en het begon te regenen, super. Nu half negen naar bed.

24 november 2012

Practice day



Het viel allemaal niet mee vandaag, maar ook weer wel eigenlijk. Precies om twaalf uur lag ik klaar op de dolly, verder was nog niemand opgebouwd maar de lucht zag er al aantrekkelijk uit en de eerste dusties zwierden langs de hangars. Het was even lastig om een startrichting te bepalen, maar daar ging ik, gogogo. In plaats van vooruit ging ik in een enorme bocht: een dustdevil ontstond onder m’n linkervleugel precies op het moment dat we startten. Gelukkig was er behalve wat blauwe plekken niks kapot, en m’n start achter Bruce verliep verder volgens plan. Ik draaide wat omhoog ook maar kon toch niet echt tot wolkenbasis komen. Ondertussen was er een startrij ontstaan, dus ik sprong op m’n fiets om even te gaan lunchen. Toen ik terugkwam zag ik Bruces dragonfly op de kop naast het veld liggen, hij had geprobeerd vlak over het hek te vliegen en het net niet gehaald. Bruce mankeert weinig maar z’n dragonfly heeft vrij forse schade: één tug down.
Ik voegde me weer in de startrij en kwam achter Billo, de trike. Afschuwelijk, hij ging bizar hard en omhoog en omlaag, ik had geen schijn van kans. Op 250 meter toen hij weer bijna verticaal boven me uit steeg releaste ik, ik had geen zin om te wachten tot hij het volgende sinkgat in zou duiken en mij met een enorme ruk de diepte in zou trekken. De termiek was ontzettend verbrokkeld en Billo vloog me ook nog eens bijna aan (hij had me niet gezien zei ie) dus ik stond binnen een paar minuten weer aan de grond. Erg jammer allemaal want de meesten hadden een aardig overlandje gemaakt, ondanks de ruige lucht.
Morgen begint de wedstrijd. Ik ben totaal niet in wedstrijdmodus, maar dat komt vast wel. Ik ben in ieder geval weer aardig tuned in op m’n Litesport, en ik heb weer zelfvertrouwen waar het slepen betreft. Het enige onderdeel van zeilvliegen waar ik gewoon goed in ben.

23 november 2012

de dag voor practice day




Lekker rustig dagje: uitvoerig ontbeten, uren door de lokale supermarkt gedwaald om tien cartons frisdrank, 96 rollen pleepapier ed aan te schaffen (wat zou iemand bedoelen met liquid soap, handzeep of afwasmiddel?), daarna nog eens op en neer naar het dorp om lunch te halen, en toen eindelijk een eerste sleepje. Achter Blano, supergoed voor beginners maar hij vloog zo verschrikkelijk langzaam dat ik fors moest uitduwen en het was behoorlijk turbulent dus op 250 meter gooide ik al los om niet in een lockout te raken. Ik draaide wel naar boven maar op 1200 hield het op. Daarna waaide het te hard voor nog een startje dus ik zette m’n vleugel in de hangar, en luisterde naar de 75-plussers die beurtelings een bepaald type vliegtuig bespraken en dan weer uit de oude doos tapten. Ian en Bob kennen Bill al meer dan veertig jaar en Ian heeft zelf trouwens ook een interessant leven achter de rug, dus we kwamen de middag wel door. ’s Avonds nog een lange sleep achter Bruce, die me gedetailleerde adviezen gaf om nog beter te slepen. Daarna nog even de meaning of life besproken, melig geworden in de Indiër en nu op tijd slapen.

22 november 2012

Gulgong



En weer heb ik het meer dan goed. Na vijf uur voorzichtig rijden vanwege alle kangoeroe roadkill was ik net aangekomen op het vliegveld in Gulgong, om met Jonny en Dave May en Enda wat te gaan eten, toen Bill verscheen en zich onmiddellijk over me ontfermde. Ik mag in een echt bed in het fantastische huis van Ian, de man die alles hier gebouwd heeft. Het vliegveld, de hangars, het huis. Het huis is geweldig, smaakvol en comfortabel, puur ecologisch met zonne-energie en regenwater. Eerst had hij alleen een caravan, daar heeft ie het complete huis letterlijk omheen gebouwd. De caravan is nu een tv-kamer met een bed en een bureau. Ian lijkt me een interessante man. Hij vliegt niet meer na een zwaar ongeval waardoor hij kreupel is geworden, maar hij onderhoudt nog steeds dit schitterende vliegveld. Groter dan Quest, een mooie vlakke baan, bomen die schaduw geven.
Bill is inmiddels tachtig en twee beroertes verder, maar hij blijft gewoon Bill alleen vriendelijker. Iedereen behandelt hem vanzelfsprekend als de patriarch die hij is. Hij heeft nog steeds fantastische verhalen te vertellen en hij geeft nog steeds leiding aan alles wat met de vliegtuigen te maken heeft. In de kroeg waar we gingen eten waren wat mensen uit het dorp aan het zingen en gitaar en viool aan het spelen. Dezelfde zanger die erbij was toen Bill en Molly hun zestigste!!!! trouwdag vierden. Bill gooide stenen naar Molly toen hij acht was, raakte haar nooit, en toen ze elf waren besloot Molly hem te kussen . Zoiets, een heel schattig verhaal in ieder geval.

21 november 2012

Met Chainsaw en kiwis naar Brokenback



Cool, mensen bellen me om te vragen of ik mee ga vliegen. Chainsaw wilde inland, een mooie gelegenheid voor een herkansing met m’n Litesport. We waren erg laat en de lucht was bijna compleet bedekt met met hoge cirrus, maar het leek me in ieder geval onwaarschijnlijk dat we afgrijselijke sink aan zouden treffen zoals met Katharina en vorige week met Cameron. Dat was maar goed ook want het bombout veldje is wel vergroot doordat de wijnranken weggehaald zijn, maar het blijft een akelig klein driehoekje met hoge bomen eromheen. Ik startte als eerste en draaide rustig tot zo’n honderdvijftig meter boven start, opnieuw verliefd op m’n Litesport. Dat gaf net genoeg hoogte en vertrouwen om naar het grotere bomboutveld te vliegen, waar ik een vrij redelijke landing maakte. Twintig minuten later landde Charlotte op precies dezelfde vierkante meter als ik, direct daarna reed James de auto voor, en nog weer een paar minuten later maakte Chainsaw het team compleet. Het blijft een beetje maf om drie uur te rijden voor twintig minuten vliegen, maar we waren alledrie erg tevreden en ook nog vroeg genoeg thuis voor boodschappen (ik moest perse een beter bed hebben, op Katharina’s kapotte matjes krijg ik teveel rugpijn) en tien baantjes in de oceanpool. Dat is zo verrukkellijk dat wordt nog moeilijk om te missen: gratis, twee minuten fietsen van Conrads huis, een enorme betonnen bak vol zeewater met uitzicht op het witte schuim van de brekende golven en zonder enge beesten of stromingen. Inclusief kleed- en doucheruimte waar niemand gebruik van maakt, wat maar goed ook is want ze trekken het hier niet zo goed dat je in je blootje doucht ook al zijn de heren- en damesruimtes gescheiden. Preutse lui die Australiërs.

20 november 2012

learning some skills



Gaaf gaaf gaaf gaaf de hele dag op Dixon Park gespeeld, supergoeie wind en ik heb eindelijk getopland joehoe! Het is een vrij tricky plek om te toplanden, een klein schuin aflopend driehoekje dat net niet recht op de kustlijn/wind ligt, met electriciteitskabels eromheen en een paar bankjes. Het is het geduld van Cameron die me op MteCucco geleerd heeft rond te lopen met m’n handen aan de basebar, van Conrad en Selmsy die me geleerd hebben achteruit te vliegen door uit te duwen, en Ricky en consorten die de Fun hebben ontwikkeld. Super! Op oefendagen met mensen aan de zijkabels en sullige hopjes en groundhandling oefeningen merk ik niet echt dat ik veel leer, maar vandaag kwam het allemaal bij elkaar en ging het vrij gemakkelijk. In de loop van de dag heb ik zo’n vijftien, twintig landingen en weer starts gedaan, en ook een hoop mislukte approaches en een paar landingen in het park. Alles even leuk en leerzaam.
Nu moe als een uitgespeeld klein kind gauw naar bed.

18 november 2012

Bombala street



Waar ik weer enorm aan moet wennen is dat je gewoon uit kan slapen, allerlei dingen doen zoals een potje zwemmen in de gigantische oceanpool (een betonnen bak naast de zee waar geen haaien en kwallen komen), kleren kopen die ik helemaal niet nodig heb maar die wel in de aanbieding zijn en boodschappen die echt nodig zijn, handwasje, sofa’s in de zon schuiven zodat de bugs dood gaan, en dat je dan gewoon daarna heerlijk kan gaan vliegen. Geen haast, niks gemist. Bombala street is twintig minuten rijden, het weer werd pas in de loop van de middag mooi en de wind draaide precies goed voor die beroerde startplek. Ik hing een uurtje fantastisch hoog maar ik durfde niks wilds te doen omdat één van de lufflines kapot is en ik durfde niet door te vliegen naar de punt omdat ik grote moeite had om niet naar achteren geblazen te worden. Maar toch: foto’s maken, hard vliegen, bochtjes draaien, voeten op de basebar, en gewoon minutenlang compleet stil hangen en genieten van het uitzicht, niks te klagen. Het was nog een forse inspanning om het landingsstrand te bereiken en m’n armen waren al moe van het zwemmen, dus een uur was ook wel genoeg. De anderen landden allemaal vrij snel daarna, en Hairy Karl bracht een emmer vol blikjes cola-bourbon en later nog speciaal voor mij een biertje, omdat ik dat bocht niet drink. Erg geslaagd.

16 november 2012

Regen



Het giet en het is koud, de hele dag al, het lijkt Nederland wel. Na een ochtend rondbellen lukte het een mechanic te vinden die m’n auto-aansteker wilde repareren zodat ik op de tomtom kan vertrouwen. Ik moest mezelf twee uur amuseren in The Entrance, een erg hippe plek. Gisteren scharrelde ik nog met Conrad naar goedkope stoelen bij het leger des heils in Newcastle, hier is ieder ander winkeltje een tweedehandszaakje. Het heet hier geen tweedehands maar ‘vintage’, en de prijzen zijn navenant. Wel erg lekkere koffie in een koffiehuis annex kringloopwinkel en een goeie omafauteuil om m’n boek in te lezen.
Daarna ging ik ouderwets op visite bij Jamie en Glen in Pearl Beach. Ouderwets omdat we gewoon de hele middag en avond bleven kletsen, alsof we geen haast hadden, niks anders te doen. Wat ook zo is natuurlijk. Maar sinds m’n school- of studietijd heb ik geloof ik nooit meer zo zorgeloos uren-, dagenlang niks gedaan.
Voorzichtig als een oud omaatje naar huis gereden, ik zag geen bal in de regen, verblind door de honderden reflectoren waarmee ze de wegen hier volhangen, en doodsbang om opnieuw te slippen nadat ik op een rotonde aan het glijden was geraakt, volgens Glen zijn Falcons nogal skiddy auto’s en de bochtige wegen zijn spekglad na een regenbui.

15 november 2012

Catherine Hill Bay



Een vrouw fietste voorbij met een bakfiets en daarin vier kinderen. Zij zelf droeg een helm, de kinderen niet. Een passerende vrouw keek naar haar met een blik vol afgrijzen en verontwaardiging; Conrad legde uit dat iedereen dit hoogst onverantwoord zou vinden en vroeger of later stuurt iemand de kinderbescherming op haar af.
Ik zet m’n helm absoluut niet op en hoop dat ik geen agent tegenkom want de boetes schijnen hoog te zijn. Blaming de victim: automobilisten wordt niks in de weg gelegd als ze fietsers afsnijden of van de weg drukken, de fietspaden hier zijn een schandaal, maar fietsers moeten wel een helm op. Bizar.
Vanmiddag zes of zeven hopjes gedaan op Catherine Bay, fantastische kans om te oefenen! Er was te weinig wind om te soaren dus dat kwam perfect uit, des te beter om goed te starten en te landen en bovendien was Conrad alleen met mij bezig in plaats van zelf te gaan vliegen. Hij coacht, geeft feedback, en komt m’n vleugel ophalen om weer naar boven te dragen voor een volgende start. Hij en Cameron zijn echt geschenken uit de hemel, en Conrad werkt vaak niet overdag dus hij heeft bergen tijd om met me te gaan vliegen. Bovendien vindt hij het echt leuk geloof ik om mensen te helpen hun vliegvaardigheden te verbeteren (ik geloof dat Cameron meer specifiek op mij gericht was, Conrad neemt iedereen mee die van hem wil leren).
Tegelijk is het waanzinnig frustrerend dat ik na twintig jaar en al die hulp nog steeds niet fatsoenlijk kan landen. Camo maakte net een grapje over de hopeloosheid van mijn vliegkunst en ik schoot meteen vol. Dat is gewoon existentiele angst, de vrees dat ik op zou moeten geven. Gauw broccoli en slaap erin gooien, zodat ik weer met positieve energie blij kan zijn met de kans om aan m’n techniek te werken.

14 november 2012

Eclipsdag



Ik zou willen dat ik de geur van de paars bloeiende jacaranda’s kon bloggen, zoet, lavendel- of seringenzeepachtig. En de kruidige kamperfoelie-achtige geur op de kliffen, of de smerige brandlucht tussen de zwartgeblakerde bomen. Het geluid van de bellbirds. Ik fietste over een soort sprookjesbos-pad naar de fabriek om m’n xc-harnaszak op te halen, twintig kilometer oohhh en ahhh. Enorme varens, bananen, zangvogeltjes in alle mogelijke felle kleuren, witten en donkerblauwe ibissen (of iets dergelijks elegants en exotisch), een leguaan van bijna een meter en later een tiental kleinere, fel bloeiende bomen en struiken. Ik voel me net Lupineke op m’n roze fietsje.
Alby had de eclips vanmorgen wel gezien en een paar schitterende fotoos gemaakt. Wij hebben niet eens kunnen bepalen wanneer het precies gebeurde, het was sowieso vrij donker door de dikke bewolking. Er was geen wind en het was honderd procent zeker dat een redelijke landingsplek onbereikbaar was, maar Conrad wilde perse in de lucht zijn op het moment van de eclips. Hij haalde de zandplaat nog ook, gevaarlijk maar iets minder eng dan de rotsblokken waar hij op mikte.

13 november 2012

Blacksmith



Eerst een stukje peddelen vanmorgen, bij wijze van therapie voor m’n pijnlijke rug. ’s Middags met Conrad, Drew, Selmsy en Nicola de hele middag op Blackheath hopjes geoefend. Het woei keihard, bijna recht van voren, de duintjes bij dat strand stellen niks voor en het strand zelf is enorm breed, zonder mensen. Ideaal. Eerst op een Fun 190 met Selmsy en Conrad aan de kabels, alsof het m’n allereerste dag hanggliding was. Ik moest leren duwen om mezelf omhoog te laten wapperen, doodeng als je twintig jaar lang geleerd hebt om bij elke vorm van twijfel snelheid aan te trekken. En twijfel is er wel, als er een halve orkaan tegen je aan blaast en het veel te grote toestel zich door mijn 63 kilo echt niks laat vertellen. Daarom toch maar de 160 opgebouwd, en met Drew aan de teugels geprobeerd tegelijk uit te duwen en te sturen/gecontroleerd te krabben. De wind was nogal vlagerig dus ik kreeg voortdurend veranderende feedback, dat maakte het lastig om goed te voelen wat mijn input was. Hoe dan ook, erg leuk en leerzaam en voor m’n begeleiders uitstekend voor hun conditie.
Op de terugweg heb ik Conrad bij z’n kinderen afgezet, en mezelf geinstalleerd in z’n nieuwe huis. Meteen maar wat keukenspul gekocht en de koelkast aangesloten. Er is nog vrijwel niks hier maar gelukkig heb ik Ricky’s koffiezetapparaat geconfisceerd en liggen Katharina’s kampeerspullen in m’n auto. Geen internet dat is wel weer even wennen.

11 november 2012

Broke




Cameron is helemaal afgedraaid en blij, hij en Glen hebben een geweldige vlucht gemaakt. Tegen harde wind in, 56 km tot iets zuidelijk van Blue Haven (waar hij woont). Lyn en ik hebben gereden, gezellig en het kwam ook wel goed uit dat we niet meer terug hoeven om Glens auto op te halen. Maar ik ben wel pissig op mezelf, ik bakte er echt helemaal niets van. M’n start van Brokenback SE was niet best, de zeven minuten in de lucht sloegen nergens op en m’n landing was ronduit slecht. Ik had erg weinig controle over de Litesport, die ineens veel en veel zwaarder leek te sturen dan eerst (gewoon niet meer gewend, maar dat was ik in januari ook niet en toen voelde het toch heel anders), en de landing was paniekerig. Ik had geen tijd om de wind goed in te schatten, het veld is een langwerpige greppel met vrij steil oplopende hellingen, het was behoorlijk turbulent en m’n snelheid was achterlijk hoog. Ik landde op m’n voeten, maar m’n rug moet de klap opgevangen hebben want die doet flink pijn nu.
Wel grappig was de kudde jonge stieren die in hetzelfde veld stond. Ze waren nieuwsgierig en speels, dus ik wilde ze bij m’n vleugel weghouden. Dat lukte alleen maar door met de hele kudde ver weg te lopen, ze volgden mij, en dan te wachten tot ze hun belangstelling verloren en begonnen te grazen. Daarna liep ik via een grote bocht terug naar m’n vleugel, om ‘m zo snel mogelijk naar het hek te dragen en buiten het veld af te bouwen. Dat herhaalde zich drie keer, voordat ik alle spullen in veiligheid had gebracht. Even later landde Mohamed in hetzelfde veld en moest ik weer aan de slag om de stieren bij hem weg te lokken.

10 november 2012

Soldiers



Yes! Eindelijk, heerlijk gevlogen vandaag, helemaal perfect. Ik kon niet slapen vannacht dus om drie uur besloot ik dat het vandaag geen vliegen zou worden, hoe mooi de wind ook zou zijn. Ricky maakte me om half acht wakker, it’s on, een stuk of vijf waren al sinds half zes ’s ochtends aan het vliegen voor de deur. Maar het woei echt flink hard en ik had dus niet geslapen en Conrad had nachtdienst gehad dus er was niemand waar ik me goed vertrouwd mee voel. Ik reed naar Cameron en die ging net naar Soldiers Beach, waar het echt perfect was. Hard maar niet te hard, recht erop, slechts twee anderen in de lucht. Cameron hielp me de lucht in, het duurde een minuut of twintig voor ik helemaal kon ontspannen en een paar minuten later landde ik op het strand. Ik had alleen een t-shirt aan dus ik had het koud, ik had dorst en de rits ging niet dicht dus m’n benen verkrampten. Ik vond het niet eens erg om te landen, dat ging prima, ik moest alleen even bedenken hoe ik weer omhoog zou komen. In no time stond Russell naast me om me naar boven te helpen, en zo kon ik ook weer starten. De jongens legden nog eens uit hoe ik zou moeten aanvliegen om bovenop te landen, en na een paar pogingen maakte ik een perfect toplanding. De rest van de middag kon ik meespelen, aanvliegen, toplanden, doorstarten. Fantastisch! Na twee uur ofzo merkte ik dat ik te moe werd, ik wilde geen fouten gaan maken dus ik pakte in. Cameron en Frazier hielden het nog zeker anderhalf uur vol.

08 november 2012

Nog steeds niks



Nou begint het toch te kriebelen. Ik ben al een week hier, geacclimatiseerd en volledig uitgerust met twee vleugels (een serieuze vleugel en eentje voor aan de kust), twee harnassen (een serieus harnas en eentje voor de snelle hopjes) een auto, kampeeruitrusting en leenfiets, en nou wil ik verdorie de lucht in. Het weer zit niet mee, er is te weinig wind uit minder gunstige richtingen en het is nogal drukkend warm en bewolkt. Je kan hier vrijwel elke windrichting starten maar ik vertrouw mezelf niet op iedere startplek, zelfs niet met een Fun.
Heb wel een flink stuk gefietst, meubels gesjouwd en een halve minuut in zee gezwommen maar de stroming was me veel te sterk.
Morgen, misschien, Merewether, zegt Conrad.

bombout at Dudley



Ik heb nog geen meter gevlogen, maar ik zit al onder de schrammen en krassen. Gelukkig is dat alles, Conrad had harstikke mors helemaal dood kunnen zijn of op z’n minst z’n vleugel totalloss. In plaats daarvan hebben we een hike van anderhalf uur gedaan om z’n vleugel in te pakken en naar boven te sjouwen. We wilden gaan vliegen op Bombala street, maar de wind was cross en ook nogal licht. Dus we verkasten naar Dudley, een klif zonder landingsopties in de buurt en trouwens ook een onstartbare start. Het rook er nog naar de brand van vorige maand, alles was zwart en scherp en akelig. Ik had al lang gezegd dat ik daar niet zou starten, en zelfs Conrad aarzelde omdat er zo weinig wind was. Ik zei nog dat ik eerst m’n schoenen uit de auto zou halen voordat ik ‘m zou komen redden, en ja hoor hij startte, zakte meteen uit, en verdween uit mijn zicht. Te ver weg om te kunnen zien of horen hoe de crash was verlopen, misschien was hij aan het verdrinken maar als dat zo was zou ie onherroepelijk verzopen zijn tegen de tijd dat ik me een weg naar beneden had gebaand door de struiken, over de bijzonder steile helling. Gelukkig belde hij binnen vijf minuten, hoera voor het next-G-network! Vervolgens was het een hoop zoeken, klauteren, glijden en balanceren om de vleugel op te gaan halen, druipend van het zweet en met een donkere regenbui in de verte, een invallende avond en een binnenkomend tij. Niet ideaal allemaal maar we hadden er toch lol in, je kan ook alleen maar lachen als iemand zoiets zonder schade overleeft.

05 november 2012

Auto klaar

 Fixing Phil zoet aan het knutselen

 Geniussen

 Nog niet eens alle auto's staan er

04 november 2012

Niet vliegen inland



Waar ik ontieglijk van geniet hier, is dat zoveel mensen zo enorm out of their way gaan om mij op allerlei manieren te helpen. Geen idee of het aan mij ligt, of aan de aussies, of aan Cameron – zijn vrienden en kennissen hebben veel over voor een Dutch Sheila waar hij mee aan komt zetten. Hoe dan ook, het is heerlijk om zo verwend te worden en bovendien heeft het het praktische effect dat ik in de gelegenheid word gesteld om m’n eigen gang te gaan. Ik ben afhankelijk van al die hulp om onafhankelijk te zijn.
Buurman Phil bouwt morgen m’n roofrack af, Conrad helpt me met m’n landingsvaardigheden, Brian heeft aangeboden voor me te rijden, van Ricky zal ik zeker een Fun kunnen lenen of huren. Lyn geeft kadootjes, Cameron biedt me een huis en advies en nog veel meer. Het is gewoon geweldig.
Vanmorgen met de vaste club (Ebs, Scotty, Jonas, Drew, Brian, Camo en ik) de berg op, maar de wind was extreem zwakjes dus we durfden het niet aan. Op naar de noordweststart van Brokenback, die waar ik een paar fantastische vluchten heb gehad maar ook waar Katharina haar ongeluk had. Ik wist nog niet zeker of ik wel durfde te vliegen, het is een stek waar je toch wel hoogte moet winnen om een redelijk landingsterrein te halen. De bombout betekent voor mij honderd procent paniek: klein en omsloten door hoge bomen. Ik besloot in ieder geval op te bouwen, en te kijken hoe het de anderen verging. Scot startte snel en draaide zonder al te veel problemen omhoog. Een half uur later was Cameron, en ik stond achter hem klaar om de berg af te lopen als hij lekker omhoog zou komen. Gelukkig ben ik inmiddels zo wijs geworden om eerst even naar hem te kijken en niet als een kip zonder kop te starten zodra de vaantjes goed staan. Hij zakte als een baksteen. Hij zonk naar beneden, harder dan Katharina. Het werd twijfelachtig of hij zelfs het bomboutveld zou halen, het kon een boomlanding worden en dat is hier niet aan te bevelen. Je zag aan z’n vliegen dat hij niet in paniek was, hij zei later dat hij ervan uit ging dat ie het wel zou halen omdat de sink altijd afzwakt dichter bij de grond (de lucht kan immers niet verder naar beneden), en uiteindelijk haalde hij de strip tussen de wijngaarden nog die ik vijf jaar geleden ontdekt heb.
Toen hij landde was ik al aan het inpakken, maar de anderen maakten zich toch klaar om alsnog te starten. Het duurde nog anderhalf uur voor ook zij besloten in te pakken, en vijf uur zaten we teleurgesteld (maar zonder schade) in Hotel Australia in Cessnock.

03 november 2012

Club



Je hebt hier ‘clubs’, enorme gelegenheden om ’s avonds uit te gaan. De enige uitgaansgelegenheden trouwens, andere kroegen of discotheken zijn er niet. In een club kan je eten, gokken, dansen, drinken, veel en hard en lelijk. Alles aan een club is lelijk, ongezellig. Formica tafels, grote betonnen hallen waar de enige versiering bestaat uit tv-schermen met sport of gokdingen, kantine-achtige loketten met warmgehouden eten.
Er wordt alles aan gedaan om klanten te trekken, fantastische service. Je kan gratis door een bus thuis worden opgehaald en ook weer afgeleverd. De buschauffeur kent bijna iedereen bij naam. Hij rijdt de oprit op zodat je nog maar twee stappen naar je voordeur hoeft te zetten.
Als je voor negen of tien uur binnen bent is de toegang gratis. Slippers verboden. Rond etenstijd wordt dagelijks een prijs van duizenden dollars verloot. Enzovoort.
Als ik hier zou wonen zou ik er misschien ook wel heen gaan. Er is ruimte en muziek om te dansen, kletsen is vrijwel onmogelijk door de herrie. Het heeft nog het meeste weg van een schuurfeest ergens op ons platteland. Hier is het dus een suburbiaclub. Wie ben ik om het vreselijk te vinden? Mensen van alle leeftijden door elkaar hebben er plezier. Maar ik ben toch wel erg blij dat ik middenin een stad woon.

02 november 2012

Met de auto spelen



De ochtend heb ik doorgebracht met m’n auto wassen, tuurlijk, dat is het eerste wat je doet als je op een spannende vakantie bent! Maar het was ideaal, lekker buiten en bezig en brainless, precies wat ik nodig had. ’s Middags naar de kampeerwinkel, de anwb, de telefoonshop en Woollies, en toen ik thuis kwam was Cameron de Fun aan het opladen voor een uurtje duneguning op Soldiers beach. Ik voel me fit maar heb toch maar geen vluchtje gemaakt, het is het risico niet waard. Wel een beetje groundhandling geoefend, altijd goed. Nu omgekleed en vanavond met Lyn en de buurman naar een club.

01 november 2012

Jetlag


Ik heb in het vliegtuig nauwelijks geslapen, en nu lukt het me niet meer m’n ogen open te houden terwijl ik in de trein zit en er bij Wyong toch echt uit moet. Het is raar om binnen tien maanden weer terug te zijn, bijna alsof ik forens tussen Den Haag en Australië. Als een zombie doorloop ik alle bureaucratische procedures, als vee laten wij passagiers, ons allerlei rijen in sturen. Of je nou down under gaat of naar Brazilië, naar Skopje of naar Kaapstad, de ervaring is identiek. De grote rijstebrijberg waar je je doorheen moet eten voor je luilekkerland kan betreden.
Nou ja, de vergelijking met eten is een pietsie ongelukkig want ik heb zo’n honger dat het gerommel voor anderen te horen moet zijn. Voor de tweede keer werd mijn op tijd bestelde en expliciet bevestigde vegetarische eten aan iemand anders gegeven, en moest ik het doen met brood.
Straks nog één keer met m’n harnas van 28 kilo op m’n rug, m’n 10 kilo handbagage over m’n schouder, m’n paspoorttasje om m’n middel en m’n laptop en boeken op m’n borst een paar trappen op en weer af, terwijl ik nog gekleed ben op de Nederlandse herfst en zojuist een compleet etmaal gemist heb, en dan kan de vakantie echt beginnen.

15:00
Ik ga het niet redden. Het beste is om pas na het avondeten te gaan slapen maar de reis slaat nu toch wel genadeloos toe. Ik heb nog mooi m’n kamer op kunnen ruimen, m’n bagage en de kist die hier nog stond uitgepakt, geconstateerd dat ik voldoende warme truien heb voor tien jaar vliegen in winterse omstandigheden en ook bikinis kom ik bepaald niet te kort, facebook gekeken en nu gaat afwassen enzo toch niet meer lukken. Cameron wilde na z’n werk nog een uurtje peddelen en ik riep nog optimistisch dat ik mee zou willen, maar dat gaat ‘m toch ook niet worden.
Ik weet inmiddels wel weer waar het aan doet denken, dit feestelijk terugkomen. Of we weer de Rayse Hei op rijden. Het grijze grint, het bruggetje, het theehuis en dan een soort gespannen verwachting… tataaaa! Ja hoor het huis, het ven, de schommelstoel, alles ziet er nog precies hetzelfde uit. De spanning zit ‘m niet alleen in het vooruitzicht van alle avonturen die er weer zullen zijn: boomhut, grot, ’s nachts verdwalen in het bos. Het gaat er juist ook om of je nog blindelings de weg weet, genieten van hoe het altijd was. Zo voelt Australië voor mij. Ik weet de weg, ik herken de bar waar we lunchen, de weg naar Blue Haven. Maar de weelderige begroeiing met knalpaarse en rooie bloemen, de heftige rotsformaties en de warme wind zijn exotisch genoeg.