27 juni 2016

Thuis




Het lijkt wel of ik jetlag heb zo duf ben ik. Dat geeft een prettige afstand tot alle stresszaken op kantoor maar de driehonderd ongelezen mails en een paar kleine crisisjes, gecombineerd met motregen en kantinevoer brengen me toch wel weer helemaal thuis. Al klik ik dan wel weer drie keer per uur op Jonny’s SPOT-pagina om te zien hoe het met het wereldrecord gaat (voorlopig is er nog geen beweging in Texas). En smacht ik naar een reportage van Brad en Niek over expeditie op Chabre-noord vandaag. En wil mijn hele lijf niks anders dan de lucht in, vliegen, omhoog draaien en het blije gepiep van de vario horen.
Maar al met al ben ik dus weer thuis, de reis heeft opnieuw goed gewerkt als overgangsrite. Alles van de afgelopen weken verwerken, laatste blikken op de fenomenale landschappen, bloemen, idyllische dorpjes en termiekende roofvogels, brandend hete zon opzuigen, hard vals meezingen met Emma Shaplin en Boney M, schelden op scheurende Belgen in audi’s. Andere keren werd ik daar vooral heel weemoedig van en moest ik vooral leren leven met het feit dat ik alwéér te weinig gevlogen had, alwéér kansen had laten liggen en goal niet had gehaald. Deze keer was ik juist heel blij en uitgerust. Ook al was het maar twee weken, regende het de hele Franse Open, haalde ik ongeveer nul punten en waren maar drie vluchtjes iets beter dan een regelrechte glijvlucht.
Ik begin te doen wat Jamie me aanraadde: accepteren dat ik het type piloot ben dat ik ben. Geen topper, niet competitief, en eigenlijk ook niet meer echt gericht op verbetering. Maar wel dolgelukkig dat ik überhaupt kan vliegen. En wel beter met de uitdaging van een wedstrijdtaak dan zonder enig plan of uitdaging. Genietend van de natuur om me heen, van de fysieke ervaring en van de gezelligheid van een ongelooflijke club bijzondere mensen die met veel liefde en zorg met elkaar omgaan.

25 juni 2016

Afscheid



Het was logischer geweest om vanmiddag te gaan rijden maar ik heb er enorme moeite mee om te vertrekken. Dus blijf ik wat onzinnig rondhangen terwijl verstandiger Britten her en der afscheid nemen. Gisteravond was eigenlijk een prima afsluiting, met diner bij Jean-Louis en Lydia met Francoise, Christian, Ata, Dani en z’n vrouw, Brad en ik. Supergezellig en lekker.
Tegen beter weten in gingen we vanmorgen de berg op, met een west-voorspelling en onweer tegen het eind van de middag. Eerst op de lage noord kijken, dan alle spullen naar boven sjouwen, dan een paar mensen die voorzichtig beginnen op te bouwen enzovoort. Ik had alles bovenop liggen, mooie ring ook nog, bovenaan de ramp precies goed om eventueel noord te starten en ik heb toch nul punten dus ik zou al blij zijn met een plouf naar de camping. Het kostte me ongeveer een uurtje handenwringen om te besluiten niet te starten, en m’n spullen weer naar beneden te dragen terwijl Andy en Ata startten. Ik was er niet eens heel erg pissig over. De middag was goed gevuld met beurtelings in het zwembadje duiken, spullen inpakken, naar landende maatjes kijken, biertje drinken.
Prijsuitreiking was leuk, ook al hield ik het niet droog toen Carl alle namen opnoemde van de herinneringstrofee omdat we ons halverwege allemaal realiseerden dat hij Shedsy zou noemen. Wat zijn er veel mensen om heel erg te missen.
Ik kreeg een prijs met m’n nul punten, maar dankzij de lieve woorden van Jenny was het deze keer niet zo genant. Werd er wel een beetje verlegen van. Het is wel vaker dat ik op het podium sta omdat ik de enige vrouw ben, maar nu was het omdat alleen Timbo en ik sportsclass vlogen. Carl was zo aardig om te zeggen dat het hem een genoegen was om mij zo goed te zien vliegen, ook al vloog ik bagger maar inderdaad wel wat beter dan twee jaar geleden.
Alle knuffels en kussen zijn nu voorbij, Brad heeft me dronken gevoerd en Sam zal neem ik aan midden in de nacht vertrekken, dus ik voel me een suffe achterblijver. Maar het is nog steeds zonnig en heet en ik hoef niks meer te doen, in te pakken of klaar te zetten. Overmorgen duik ik weer in m’n andere leven en m’n andere identiteit, hoogstwaarschijnlijk met heel ander weer ook.

24 juni 2016

Relentlessly positive



Het is leuk om een prijs te krijgen vanwege mijn onophoudelijke positivisme en van Jenny te horen dat ik totally rock omdat ik maar blijf vliegen, echt leuk. Maar GOT wat zou ik er veel voor over hebben als ik ook eens een beetje goed zou vliegen! Ik heb toch wel zin om een potje te janken, nou ja dat begon eigenlijk doordat we het over Adam en Luis en Thibault hadden en alle anderen, maar dat gaat dan weer naadloos over in frustratie over mijn totale gebrek aan talent, inzicht en techniek. Het enige wat ik heb is volharding en geld genoeg om een goeie vleugel te kopen. En heel veel heel lieve mensen die me helpen. Dat dan weer wel.
Ik startte niet helemaal als eerste, zakte bijna weer uit en krabbelde toch nog met Andy onder me tot bijna wolkenbasis, 2800 meter. Ik voelde me eigenlijk wel goed en het ging hoog en de bellen waren best in orde en het duurde ook niet zo heel lang meer voor de start zou openen dus ik besloot me aan de regels te houden en niet vóór de eerste starttijd te gaan. En ik voelde me best wel slim om eerst maximaal hoogte te tanken ongeacht hoe lang het duurde en de verkeerde kant die ik op driftte, de wereld ziet er zo veel beter uit als je je niet druk hoeft te maken over landingsterreintjes. Dus ik stak steeds naar een termiekend gaggletje en trok m’n vg vol aan, maar toch kwam ik te laag naar mijn smaak bij het keerpunt. Als ik op dat moment meteen had omgedraaid om terug te vliegen naar die kneiterbel dan was het waarschijnlijk wel goed gekomen, maar dat durfde ik nou net niet. Er draaide iemand zo ongeveer boven de Col St Jean en ik probeerde zijn bel te pakken, maar ik begon al een beetje te stressen dus het lukte niet meer. Bovendien ging ik bizar hard naar beneden, waar ik een vrij onaantrekkelijk terrein uitkoos omdat iets beters gewoon niet beschikbaar was en het me ook nog eens niet lukt om te bepalen uit welke kant de wind kwam. Ik maakte wel een goed circuit en rondde de rugwindlanding op het glooiende terrein precies op de rand af met een beperkt klein whackje, niks ernstigs. Eigenlijk wel goed voor m’n zelfvertrouwen, om te weten dat zo’n landing ook wel lukt.
De rev-retrieve van vader Dotchin was er nog voordat ik helemaal was ingepakt, en een half uur later lag ik in het zwembadje terwijl minstens twintig piloten op goal binnenkwamen. 97 km in twee uur, hoe hard kan het gaan?!
Daarna Heathers harnas overgenomen dus ik ben weer een blije Tenaxvlieger als ik de chute heb gerepackt. Morgen zal het er om spannen of er nog een taakje uit te halen is voordat het onweer begint, en dan rij ik naar huis.

23 juni 2016

British Open taak 4

foto's


taakcommissie
Gisteren en vanmorgen verrekte ik van de rugpijn, en Luke was zo lief om te masseren maar hij is toch geen Heather. Daarom had ik een pijnstiller van Brad gepikt maar op de start leek het er toch sterk op dat daar ook iets versuffends in zat, ik kon m’n ogen nauwelijks open houden. Dat, en de weersvoorspelling van stabiele lucht en harde wind, en de uitzakkende parapenters en strakblauwe lucht, maakte me nogal ongemotiveerd. Ik startte wel als derde, nadat Dan al op de Vis was uitgezakt – ook niet zo heel erg slim dus. Na een paar slagen met Ollie gaf ik het al op en stak ik ook naar de Vis, waar ik na een mooi circuit suf op m’n wieltjes landde. Ik was te lui voor een herstart dus de rest van de middag heb ik in m’n hangmat liggen dommelen. Carl en Grant zijn op final glide vanaf de Hongrie, Luke en Ollie kwamen net met de auto terug, en de rest zal in de loop van de avond binnendruppelen.