23 mei 2011

Gevaarlijke sporten

Van de Stichting Consument en Veiligheid jat ik een overzicht van sportongevallen. Eigenlijk hebben ze niet gekeken naar doden maar naar hoofdletsel. Met stip bovenaan staan paardensport en schaatsen, dat is kennelijk echt alleen voor thrill seekers.

In de Krantenknipselregistratie zijn tussen 1986 en 2009 vijfendertig dodelijke sportongevallen met hoofdletsel geregistreerd. De meeste doden door hoofdletsel vielen door paardrijden, namelijk tien: in zes gevallen viel de ruiter van het paard, één keer viel een pony op het hoofd van het slachtoffer, één ruiter werd meegesleept door het paard en raakte met het hoofd een paaltje, en twee ruiters overleden door een trap van het paard tegen hun hoofd. Vier zwemmers overleden, één na een val van de duikplank, twee na een duik in ondiep water, en één na een botsing met het hoofd tegen een andere zwemmer. Kitesurfen maakte drie dodelijke slachtoffers, meegesleept door de kite, en ook tijdens zeilen overleden drie sporters, alle drie doordat ze de giek tegen het hoofd kregen en bewusteloos raakten of overboord vielen. Twee wielrenners overleden in deze periode, beiden na een val van de fiets, en vier voetballers, waarvan er twee een omvallend doel op het hoofd kregen, één overleed na een kopduel en één zaalvoetballer na een bal tegen het hoofd. Verder werd een surfer overvaren door een speedboot, overleed een jongen die met een crossfiets over een skatebaan wilde gaan aan hoofdletsel, viel iemand van een klimmuur op zijn hoofd, en viel een meisje tijdens de gymles uit de ringen op haar hoofd. Een opvarende van een speedboot viel overboord en werd overvaren door een andere boot, en een sportvlieger kwam met zijn hoofd in de propeller van zijn vliegtuig. Een schaatstrainer overleed na een botsing en een val op het ijs en een skeeleraar overleed aan een hoofdwond na een val op de weg. Recentelijk overleed een bokser na een klap op zijn hoofd.

18 mei 2011

Blessures

Af en toe ben ik wel blij met van de medische hulp die je soms krijgt. Het helpt natuurlijk wel als een dokter heel tevreden is over m’n knie, maar toch. Eerst de fysiotherapeut die onmiddellijk voor me klaar stond, en nu een sportarts waar ik direct kan komen en die voor de zekerheid nog maar een controle-afspraak maakt, ook al verwacht hij dat ik af ga bellen.
Het was wel weer confronterend om de formulieren in te vullen. “Meld eerdere blessures.” Tja. Gebroken pols gebroken ribben gebroken hand gebroken teen, ontelbare kneuzingen en let niet op m’n andere knie, daar zit een deuk in. Aan de andere kant, ik zou veel ernstiger letsel hebben gehad bij verschillende ongelukken als ik niet zo fit was geweest, en ik ben fit omdat ik veel vlieg en daarvoor ook veel sport. Sterker nog, ik zou waarschijnlijk nog veel meer ongelukken hebben gehad als ik niet sportte.
Nu maar weer trainen, trainen, trainen. Opdat m’n knietje heelt, opdat ik m’n vleugel op kan tillen, opdat ik fris en alert uren kan vliegen.

11 mei 2011

ziek

Vanmorgen stond ik weer misselijk op, nu ook met buikpijn. Geen idee wat ik mankeer maar het ging tijdens het vliegen niet weg. Gelukkig had ik een prachtige snelle landing, mooi over de grond gescheurd en laat uitgeduwd. Het was geen makkelijke dag, Ropje kwam na een uur al landen. We zagen Martin met engelengeduld pielen, honderd meter winnen in tien minuten en dan weer alles kwijt in tien seconden, nog een keer, en weer een keer ergens anders. Indrukwekkend. Martin kan ook als geen ander de lucht lezen, hij weet precies waar ie zijn moet. Maar het leverde vandaag uiteindelijk geen lange vlucht op
Waarschijnlijk morgen naar huis, het gaat regenen.

10 mei 2011

Nog meer uitgezakt

Nou moe het lijkt wel tien kleine negertjes. Eerst vertrok Juicy, vanmorgen ging Djenghis weg, nou zijn we alleen nog met z’n drieën. Teleurstellend dagje vandaag, ik ben twee keer uitgezakt terwijl de vooruitzichten erg goed waren en m’n hanghoogte eindelijk in orde en ik word steeds slimmer in het inpakken van m’n harnas. Al is het nog steeds een drama om de rits dicht te krijgen. Afijn, ik had gisteravond weer ns existentiële crisis maar ik dacht daar kom ik wel overheen als ik vandaag een paar uur en een hoop kilometers vlieg. Maar dat lukte dus niet. De tweede start was het radiocontact uitstekend en Ropje vloog naar de Emberger Alm om een stukje samen te gaan vliegen, harstikke leuk maar ik kwam gewoon niet door de inversie op 1800 meter. Het kakte allemaal in en m’n landing was ook al niet zo spectaculair als ik van plan was geweest, ik moest na een hoop gedraai naar het noorden toe landen wat nou net de rottigste richting is hier.
Morgen waarschijnlijk de laatste dag, als het al vliegbaar wordt, eind van de dag zal het gaan overontwikkelen en dan is het gedaan met het mooie weer. Ik ben toch blij met de week die we dan wel gehad hebben, al was het maar omdat het leuk was om de jongens zo goed bezig te zien.

09 mei 2011

slome dag

Ik was niet gemotiveerd vandaag, heel ongebruikelijk. Ik weet ook niet echt wat de oorzaak was. Ik voelde me niet vreselijk lekker, gisteravond was ik echt misselijk van de kaiserdinges of de gegiste isotone, en ik ben zo langzamerhand ook wel doodmoe van de voortdurende pijn in m’n been. De wind zag er ook niet best uit, föhnig, noordelijk en aantrekkend. Misschien waren het hormonen, of emoties rond oud zeer. Hoe dan ook, ik deed een ongeinspireerde poging om te centreren, besloot dat ik er echt helemaal geen zin in had vandaag en speerde rechtstreeks naar de camping. Daar heb ik de rest van de middag in Ropjes zweefvliegwedstrijdboek zitten lezen, ook uitstekende training tenslotte (terwijl vooral Ropje en Gijs echt super aan het trainen zijn, elke dag grote afstanden en lange vluchten, samen, fysiek niet te flauw). Al pratend en lezend realiseer ik me een hoop.
Dat de toppiloten op elk stukje van een taak een klein voordeeltje pakken. Ze zitten precies goed hoog en upwind op de startcirkel als de start open gaat. Ze vinden het snelst de beste bellen, centreren het efficienst en verlaten de bel op de voordeligste manier. Ze kiezen het optimale glijpad en vliegen met de snelheid die het hoogste rendement geeft. Enzovoort. Steeds minieme voordeeltjes, maar uiteindelijk winnen ze daar dan ruimschoots de wedstrijd mee.
Dat iedereen fouten maakt, maar dat het wel zaak is om eerst je fout te herstellen voordat je de volgende gaat maken (wijsheid van Mart heb ik begrepen). Het is wat ik in Ager probeerde, minstens eens per vlucht terugkeren naar een goeie bel omdat ik er te laag uit ben gegaan of omdat ik een verkeerde route heb gekozen.
In het groot is het ook wat ik nu doe met m’n landingstraining. Eerst techniek en zelfvertrouwen krijgen, de grote fout herstellen die ik heb gemaakt door dat te verontachtzamen en te snel op een veel te hoog niveau proberen mee te vliegen. Door schade en schande, pijn en teleurstelling ben ik er uiteindelijk achter gekomen hoe wezenlijk het is om gewoon goed te leren vliegen.
Het is wel verklaarbaar dat ik zo graag met Koos mee wilde, en dat ik in m’n enthousiasme en doorzetting ook keihard werkte om mee te kunnen. Plus, met Martin had ik het over hoe we vroeger überhaupt leerden vliegen en landen: met toestellen waarmee je sowieso geen snelheid kon maken, op de Maasvlakte bij harde wind, met een heersende mentaliteit dat een landing goed was als je geen schade had. Ik had gewoon het besef niet dat m’n landingen uiterst matig waren. Totdat ik over Resis ongeluk las, en wel begreep dat mij dat ook had kunnen overkomen. Totdat ik m’n pols brak. Totdat ik mensen stallend en fladderend zag neerkomen, en begreep hoe gevaarlijk dat was.
Inmiddels ben ik ouder, voorzichtiger en banger. Maar ik blijf de doorbijter, en ik zou trouwens niet weten hoe ik moest leven als ik niet zou kunnen vliegen.
Dus is het toch een gek gevoel, zo’n ongemotiveerd dagje.

08 mei 2011

Föhn


Harde noordenwind, vandaag. Ik ben nog gauw van de berg afgestapt en Joost en Martin hebben het ook nog geprobeerd, maar Ropje en Gijs hielden het voor gezien. Terwijl ze stonden in te pakken vlogen de keien ze om de oren. Dus na een hoop lanterfanten togen we naar de Weissensee om te gaan kayakken, maar helaas het seizoen is nog niet begonnen dus we konden alleen maar waterfietsen. Je moet alles een keer proberen maar dit blijft dan ook bij die ene keer, jezus wat zwaar. En saai. Het water was te koud om elkaar in te douwen. Dan maar naar de alpenhut om bieren te gaan proeven, maar helaas die was nog niet echt open. Veel meer dan schommelen zat er niet in. Ondertussen werd de lucht zwart, best gek voor een föhn-dag, dus we zitten nu weer in het restaurant van de camping, de lekkerste knoflooksoep ter wereld achter de kiezen en op dit moment sta ik op barsten na een volle portie kaiserschmarren. Het is nog vroeg dus het verwordt zometeen tot toepen en éénentwintigen, maar morgen wordt het wel weer vliegbaar dus moeten we toch maar op tijd naar bed.

07 mei 2011

mooie vliegdag

Hehe eindelijk een echte vlucht, al was het allemaal niet best. Ik zakte uit, maakte een perfecte buiklanding (wel m’n drinkfiepje kwijt) en binnen drie kwartier zat ik alweer in de taxi naar boven. Om een uur of drie startte ik voor de tweede keer, de lucht was helemaal leeg, geen honderden parapenters om me dwars te zitten, heerlijk. Maar het harnas zit voor geen meter. Het duurt eeuwen voordat ik uberhaupt kan gaan liggen en tot die tijd voel ik me heel erg onzeker, probeer ik de termiek in te sturen met m’n armen gestrekt naar beneden. Dan duurt het nog een kwartier voordat ik de rits helemaal dicht heb, en ik heb totaal geen ruimte om me te bewegen. Batterijen en dergelijke prikken in m’n zij, de gesp doet pijn als ik er op lig, en de angle of dangle is eigenlijk niet goed aan te passen. Ondertussen kan ik niet bij m’n radio, die diep onder de chute zit, terwijl de anderen last van me hebben omdat ik aan het zenden ben. Waardeloos.
Na de eerste drie bellen zat ik er eindelijk goed in, 3200 meter, en ik was keurig aan het bekijken waar m’n volgende bel zou zijn. Dat was goed, maar binnen drie kwartier was ik zo uitgeput en deed m’n hele been zo’n pijn dat ik het idee om op en neer naar de Matrei te vliegen liet gaan. Ik draaide boven de derde piek al om, maakte nog even een keerpuntje boven het dorp dat voor de Weissensee ligt, en landde weer schitterend. Dat dan weer wel. Het kostte wel twee uur voor de pijn uit m’n schouders wegtrok, van gewoon anderhalf uur vliegen!
Juicy en Ropje hebben weer enorme driehoeken gevlogen, 173,7 en 173,6 km, waanzinnig.

06 mei 2011

minivluchtje


Auwauwauwauw de landing deed héél erg pijn. Bah, eigen schuld, ik had me voorgenomen op m’n buik te landen maar op het laatste moment besluit ik dan toch te proberen een perfecte flare te doen. Sufferd, hard op m’n voeten neerkomen leverde nou niet echt het gewenste effect. Bij wijze van therapie ben ik naar boven gaan lopen/liften om de auto op te halen, maar dat was te ambitieus dus tegen de tijd dat ik eindelijk een lift kreeg kon ik wel grienen.
Never mind, de start viel honderd procent mee terwijl ik daar gigantisch tegenop had gezien. Drie passen rennen voelt namelijk of er een bijl in m’n knie hakt, maar m’n hoop op de draagkracht van de vleugel werd bewaarheid. Nu nog een nette buikschuiver dus. Ondertussen had ik me wel zo druk gemaakt dat ik totaal niet in staat was om, éénmaal in de lucht, te vliegen. Ik leek wel half verlamd ofzo, ik maakte halfslachtige bochten waar m’n vario piepte, maar niets leek op een poging om ook echt termiek te pakken. Dat was dus een kort vluchtje, en een lange auto-ophaal, maar ach de zon schijnt en morgen weet ik dat starten best gaat.
Martin kwam net landen toen ik weer beneden was, hij had geen denderende vlucht maar toch twee-en-een-half uur geploeterd. Gijs kwam even later, die is heel tevreden over z’n vlucht, en na ruim vier uur landden Ropje en Joost (bijna vijf uur), die de taak van rond de 150 km hadden gerond. Ik snap niet waar ze de energie vandaan halen, Ropje heeft toch een nacht gemist en Joost had nauwelijks gedronken onderweg, maar het lukt ze prima.
Morgen ga ik het maar weer ns proberen.

mooi weer

Verschillen tussen soorten mensen blijven altijd fascinerend. Is het omdat het parapenters zijn, of omdat het Nederlanders zijn, of omdat het mannen zijn? Ze zijn in ieder geval enorm vol van zichzelf, forceren zichzelf op de rest van de wereld, iedereen die niet vol belangstellling voor hùn uiterst bijzondere ervaringen is, is een eikel. Vanmorgen bouwden een stuk of vijf parapenters hun hoogte pal boven de camping af (altijd al verboden hier vanwege de crashes tussen de tenten en zeker na de dodelijke botsing een paar jaar geleden), een aantal vond het ook nodig om om half zeven ’s ochtends zo hard mogelijk te brullen hoe bijzonder het was. Goh, wij deltisten, doen dit spelletje al een jaar of twintig, nou we zijn wel onder de indruk van jouw speciale vluchtje hoor… ergerlijk!
Met Ropje had ik het gisteren weer over verschillen in leerstrategieën van mannen en vrouwen. Mannen zijn gericht op kracht, en leren door trial and error. Vrouwen focussen op techniek, en zijn perfectionistisch. Aangezien ik een man ben (he Rishma) heb ik altijd geprobeerd me met kracht te redden, en helaas daar heb ik toch te weinig van. Bovendien ben ik wel degelijk perfectionistisch, en dan ook nog vreselijk onhandig met elke vorm van techniek en motoriek, dus de frustratie was vanaf het begin al ingebouwd. Jammer, maar goed nu na vijftien jaar buikschuivers ga ik het dan toch goedmaken.


We hadden het over Ellen, een enthousiaste en stoere nieuwe piloot. Geweldig, dat enthousiasme en die stoerigheid, hopelijk trapt ze daardoor niet in dezelfde valkuilen als ik. Te hard willen, te veel pijn en angst negeren, foutjes accepteren omdat je hoger verder langer wil. Ik zal haar het artikel van Helen MacKerral sturen, dat beschreef precies waar ons soort vrouwen (de vliegende soort) zich kan vergissen.

05 mei 2011

Greifenburg

Bijna had ik Flip gesmst om een complimentje te vissen: ik ben aan het niet-vliegen! Verstandig he. Ropje heeft de hele nacht doorgereden, ik heb een half uur geslapen, om half acht stond de tent waarin ik alleen een beetje kon rusten en om tien uur joeg Ropje me er al uit om naar boven te gaan. Ik ben echter te brak en m’n knie doet ook teveel pijn, de combinatie maakt dat ik toch maar een dag oversla. Die beslissing werd wel makkelijker gemaakt door het weer: steenkoud, harde noordoosten bovenwind, bokkige lucht. Bij Annaschutzhausen is het wel ‘ziemlich sportlich’ waarschuwde Woolfie.
Martin is al geland, en Ropje en Juicy amuseren zich nog in de lucht. Ik ga zo nog maar ns proberen een dutje te doen.