29 mei 2012

Burgen

Een gemengde laatste dag weer: twee keer een minuut in de lucht, met een heel fatsoenlijke landing aan het eind, en verder 8 uur in de auto, 2 keer op- en weer afbouwen, vele uren wachten en eindeloos besluiteloos zitten te wezen. En dat alles met een flinke rugpijn van een verrekt spiertje ofzo na m’n eerste vlucht zondag. Toch ben ik al met al blij dat ik gebleven ben. De twee uur file over vijf kilometer in de brandende zon, met honger en hoofdpijn en uitlaatgassen, vergeet ik wel weer. Wat ik niet vergeet: de hulp van Timo en Inez, die me naar boven brachten om m’n auto te halen, de hulp van een buurjongen die ’s avonds de vleugel over een onhandig geparkeerde kar hielp tillen, de hulp van twintig parapenters die mij nog nooit gezien hadden en meteen m’n spullen tweehonderd meter door het bos sjouwden en m’n auto naar beneden reden.
’s Ochtends konden Inez en ik nog snel een startje maken in de oostenzon, terwijl er al een zuchtje wind uit het westen begon te stromen. In m’n landing holde ik met uitgestrekte armen achter m’n vleugel aan, maar never mind ik bleef overeind. Daarna met Guy en Bernd filosoferen over de slimste actie. Iedereen was naar Serrig, ik had pijn in m’n rug en nog vier uur rijden voor de boeg, de windrichting en ontwikkeling was onduidelijk. Uiteindelijk meldde ik me op het landingsterrein van Burgen, waar je naar verluidt niet mag vliegen als je niet via de website bent aangemeld. Dat bleek geen probleem, er werd eerder enthousiast gereageerd op het feit dat ik op m’n eentje en met een delta daar was. Een stel Nederlanders reed me voor naar de start, een paar Belgen hielpen m’n spullen dragen, binnen een uurtje stond ik opgebouwd en klaar om te starten maar de windzakken kronkelden griezelig om hun paaltjes heen. Ik vond het spannend, om te beslissen of ik überhaupt zou moeten starten daar, om niemand om raad te vragen, om het zonder starthulp te stellen. Een uurtje probeerde ik gewoon te genieten van de buitenlucht en m’n boek te lezen, maar elke halve zin keek ik op naar de windzakken. Tegen een uur of twee werden de startbare momenten langer, en kwamen ze ook sneller, en een groep parapenters was net van de berg af zodat er wat ruimte was.
Ik moest eindeloos ver doorlopen en zakte daarna nog een stuk door, en dat op een start van 150 meter boven een landingsveld vol hoog gras en met hekken eromheen. Ik deed niet één volle cirkel moeite om termiek te vinden en speerde direct naar het landingsterrein. Dat leverde achteraf dan wel weer complimenten op over m’n mooie landing. Ik denk dat ze (parapenters tenslotte) niet gewend zijn aan een netjes circuit, want de feitelijke landing was toch geen applaus waard, maar goed het is altijd leuk om een pluimpje te krijgen. Terwijl ik stond in te pakken bleven de pents eindelijk hangen; ik was toch nog een uurtje te vroeg. Nou ja, pas om half elf thuis om de auto uit te laden, ik had ook niet veel langer moeten blijven.

28 mei 2012

Neumagen

Nondeju naarmate het wolkenveld verder over ons heen schuift krijg ik meer de pest in. Van dat ‘had ik maar’gevoel, stomstomstom gemiste kansen. En het is koud ook en m’n tentje staat helemaal ingebouwd tussen de kampeerwagens met rokende Limbo’s, blaffende honden en snurkende vetzakken. Had ik dan toch om acht uur op m’n eentje even een startje moeten maken? Straks kom ik helemaal de lucht niet in dit wiekend, terwijl ik heel ongezellig om zeven uur bij Hanneke weggereden ben om maar maximaal profijt te kunnen trekken uit dit pinksterwiekend. Gisteren hebben zo’n tien, twaalf man gevlogen, ik heb niet eens opgebouwd. Tornadokracht oostenwind, mooi pal op de start en de lucht zag er rustig uit, maar het starten trok me toch niet en bij de gedachte aan landen in de lijzijde van de wijnheuvel aan de overkant draait m’n maag om. Toru en Mido lieten het alternatieve landingsterrein bovenop zien en verzekerden me dat het daar nooit spookt, maar het ziet er toch wel uitdagend uit zo glooiend en ver weg. Als je je over de back laat wapperen kom je beslist laag aan, en dan heb ik geen tijd om een rustige landingsindeling te verzinnen. Ik heb me dus nuttig gemaakt als starthulp. Dani met haar fairfex, 63 en klein maar nog altijd zin om te vliegen. Een Nederlander die ik nog niet kende maar die toch ook al sinds ’94 vliegt. Bernd, zo’n typische electrotechnicus-turned-computerman met een mooie Z9. Toru, altijd kalm en degelijk. Tegen negen uur was ik zo verkleumd en hongerig dat ik naar beneden racete om m’n prakkie te koken. Het werd ineens windstil en het meisje op de U2 heeft nog een prachtig uurtje gevlogen, maar ik bracht het wachten gewoon niet meer op.

Zes uur

Wat zijn er toch een rare mensen. Een op het oog heel aardige Belg die vraagt of ik alleen ben, en als ik ja zeg meteen meldt dat ie dat onverantwoord vindt. Dat is ook wel een beetje het sfeertje in Neumagen, iedereen is best vriendelijk en behulpzaam maar ze zijn vooral continu bezig elkaar op te voeden. En dan op z’n Duits: tientallen dingetjes die verplicht zijn, tientallen andere dingetjes die verboden zijn. Alsof piloten niet kunnen wachten om hun buizen en botten te breken. Ik heb nagelaten om de Belg uit te leggen dat je in de lucht toch echt alleen bent, hoeveel vriendjes of geliefden ook op het landingsterrein naar je staan te kijken.
Ondertussen overheerst juist de solidariteit. Toru en Midori, ontzettend lieve Japanse Duitsers zijn op een rustige en bescheiden manier voortdurend in de buurt om te helpen. Het klikte meteen goed met ene Bernd en die komt dan vanzelf wel even een hangcheck geven als ik voor de start sta. Reiner overhandigt me de pakzak die ik boven had laten liggen. Ik klets wat met een mannetje dat ook een Covert heeft, met een piepklein Belgje dat dezelfde landingsissues heeft als ik, met Helga die pas op haar vijftigste begonnen is en nu op haar drie-en-zeventigste overweegt om alleen nog maar bij 3 Bft te starten.

Vanmorgen zag ik zulke gore wolken aankomen dat ik gauw naar boven ben gegaan voor een glijvluchtje. Vervolgens een start om een uur of twee, toen het zo verschrikkelijk druk was dat je geen driezestig kon draaien vanwege al het verkeer langs de berg. Daarna nog een derde start. Er stonden zeker vijftien mensen ingehaakt te wachten op termiek, dus ik heb me opgeofferd als winddummy. Als ik op m’n beurt had moeten wachten had ik pas laat in de avond kunnen starten, maar tja inderdaad ik zakte wel direct uit. Nou ja, drie prima landingen, mijn dag is weer goed.

22 mei 2012

Positief

Meteen een positief stukje erachteraan voor het evenwicht. Kennelijk lezen ook anderen dan m’n naasten deze blog, en het doet enorm goed om zoveel lieve steun te krijgen. Maar het was sowieso maar een dipje hoor, niet de dagelijkse stand van zaken. Die is juist uitstekend, met een leuk team afgelopen wiekend. Gezellig logeren bij Eppo, trots op Djenghiz omdat ie zo waanzinnig goed gevlogen heeft, blij met Martijn. We hebben niet eens alleen over vliegen gepraat, best knap van ons. Tussen neus en lippen door hebben we ook nog even de wereld verbeterd, het milieu beschermd en menselijke karakters ontleed. Een uiterst productief wiekendje dus!

21 mei 2012

post-NK depressie

Raar, om op een zonnige zondagmiddag thuis te komen. Martijn afgezet, spullen opgeruimd, gras gemaaid. Leeg en moe. Ik had misschien toch gewoon een startje moeten maken en een mooie landing, maar ik was zo vreselijk moe en verdrietig. NK is leuk, maar wat ik mezelf ook wijsmaak, de confrontatie met verraad en gemis blijft jaar in jaar uit scheuren. Het kreng over ‘onze eigen’ dolly horen, dat ding dat we samen hebben gemaakt, waar ik de houten blokken nog van heb geschuurd. Foto’s die herinneren aan verliefdheid en vertrouwen. Een stem die mij beloofde voor altijd. Liefde en vliegen, vliegen en liefde. Zo verweven dat ik geen onderscheid wist te maken, maar dat hoefde ook niet. Ook al was het slecht voor m’n vliegen dat ik me richtte op scoren, zodat ik bij hem kon zijn. Ook al zijn pijn en rouw slecht voor m’n vliegen geweest omdat ik opnieuw m’n aandacht niet wist te houden daar waar het moest. Ik speld m’n diamanten badge op. Die had ik niet bij elkaar gevlogen als ik niet had moeten vluchten, een andere wereld opzoeken waar ik vrij kon zijn van herinnering en vernedering. Waar ik de focus weer kon terugvinden, vliegen, genieten, leren, vrijheid. De badge is opgedragen aan Cameron, Ropje, Vicki, Hans, Kees, die de ontsnapping mogelijk maakten. Liefde en vliegen weer met elkaar verbonden.

20 mei 2012

19 mei 2012

NK slepen dag twee

Ik ben te moe om een compleet verhaal te schrijven, maar niet ontevreden. De eerste sleep was om de een of andere reden erg zwaar, en na het loskoppelen was ik ongelooflijk snel weer naar beneden. Zoals Martijn opmerkte stortte de windzak in, het was echt enorme sink overal. De tweede start sleepte Rinus me een mooi belletje in op flinke hoogte (Rinus kan je altijd het gevoel geven dat je speciaal bent, en tegelijk weet je dat hij iedereen eerlijk gelijk behandelt) maar ik donderde er toch meteen weer uit. Al gauw zag het er naar uit dat ik me tevreden zou moeten stellen met een fatsoenlijke landing, maar op 215 meter begon het te piepen en met iedere keer driekwart lift eenkwart sink ploeterde ik in meer dan een half uur naar wolkenbasis. Mooi zo, maar ik was inmiddels echt heel erg moe en ik vond het uitgestrekte bos op koers behoorlijk eng. Ik wilde mezelf niet gek maken dus ik koos voor de omweg via een paar grote weilanden, maar tja daar zaten natuurlijk net de wolken weer niet. Dan maar uitzakken tussen Apeldoorn en Teuge, met een schuin oog op de dropzone van de parachutisten. Geen idee hoever ik gekomen ben maar ik heb in ieder geval m'n best gedaan. Filmpje met allemaal interviews van Johan Kaal.

18 mei 2012

NK slepen, Deelen 2012

Het blijft lastig om de goeie balans te vinden tussen opgeven, en gewoon erkennen dat het voorbij is en dat het tijd wordt om een veilige landing te organiseren. Ik word zo pissig op mezelf als ik vind dat ik te snel heb opgegeven, dat ik meestal net iets te lang blijf doorzoeken en proberen en dan geen mooi circuit meer kan maken. Zeker boven Nederland, waar je altijd overal kan landen, heb ik de neiging om nog net even dat volgende veldje te pakken, en het volgende, en dan dus zonder circuit aan de grond. Nou ja, gisteren ging dat heel redelijk, een rondje wind checken had wel geholpen om iets mooier recht in de wind te landen maar ik had in ieder geval een enorm, kortgemaaid veld met een asfaltweg erlangs en heel vriendelijke mensen die me meteen iets te drinken aanboden. Ik weet nog niet zeker of ik niet toch beter m’n best had moeten doen. Het was een rare dag, met af en toe een hele dikke harde bel tot 1700 meter maar ook heel veel sink, of gewoon niks, en een stratusdeken die de zon bijna overal buitensloot, vrij harde crosswind waardoor je steeds fors van koers afdreef. Met m’n Sting kwam ik maar langzaam vooruit en verloor ik toch wel veel hoogte bij het glijen, maar dat ik zoveel trager naar boven schroefde dan Maarten, Ropje en de zwevers waar ik mee in een bel zat kan ik niet aan de vleugel wijten. Er stonden er zo een stuk of acht op goal, dus het was ook geen onmogelijke dag. Ik vermoed dat ik het met een Litespeed ook niet gehaald had, ik maak nog steeds enorme fouten. De belangrijkste: liever alleen vliegen dan met een groepje, en meer dan zestig procent van m’n route laten afhangen van landingsterreinen. Misschien gaat de rest van de NK beter. Aan het team kan het niet liggen. Leidse lijster Martijn blijkt een ideale chauffeur/verzorger/supporter, we logeren gezellig bij Eppo en Djenghiz zorgt voor auto + goal. Gisteravond nog even langs bij het festival waar de emu uit Elst z’n tenten heeft staan, heel erg leuk.

16 mei 2012

Fijne dingen

Ik word blij van mooie dingen, en mensen. Schilderijen, muziek, een vrolijk appelgezicht. Adembenemende bouwwerken: de Taj mahal met steeds een andere lichtval; de maidan in Isfahan vol bemozaiekte moskeeën en paleizen; Sana’a zoals het was voordat kogels zoveel verwoestten. Ik word blij van muziek, swingend op de fiets of hard meezingen in de auto. Nog gelukkiger word ik van natuur, van landschappen. De kleuren, geuren, geluiden van het Haagse bos in het voorjaar. Lichtgroene kleine blaadjes, bemoste stammen eindeloos lang als de benen van Ester, roodbruine aarde, merels. Bloemen langs de gracht, spetterend roze en wit en geel en donkergroen en lichtgroen en het bruine water. Ontroerende weilanden, vers gemaaid. Frisse wind waar je een loopneus van krijgt, zon, zweten tegen de wind in, warm ingepakt met handschoenen en een muts op. Of juist wandelen in de zomerzwoelte, met zo min mogelijk stof om de huid. Het allerblijst word ik van vliegen. Als je vliegt krijg je het landschap niet kado, je moet het verdienen. Eerst hard werken, concentreren, m’n benen in een kramp gestrekt van de spanning. Pas als je goed gecentreerd in een stevige bel zit, alleen zodat je niet hoeft op te letten dat je nergens tegenaan botst, met zekerheid op weg naar de wolken, kan je ineens om je heen kijken en genieten van het steeds platter en vager wordende landschap. Kleuren en lijnen lopen in elkaar over, details verdwijnen, de wereld wordt een plaatje. Groen, bruin, water, grijs asfalt, rode daken. Het is genieten uit een ooghoek, want ik heb m’n volle aandacht nodig voor het vliegen zelf. Een draaiende vogel is niet alleen fijn om te zien, het betekent ook dat daar termiek zit. Is m’n angle of dangle goed, hoeveel vg gebruik ik, langs welke route zal ik naar het keerpunt gaan, waar kan ik landen, hoe steil draai ik in? Het gekraak van de radio moet worden genegeerd, m’n helm zit over m’n oren zodat ik de vario niet goed hoor, kouwe wind waait via m’n nek naar binnen. En de kick van een goeie bel, omhoog schroeven, met twee of drie meter per seconde steeds meer ruimte krijgen. Vliegen is een hoop gedoe, bepaald niet de verstilling van meditatie, maar het effect is vergelijkbaar: leven wordt beleven, er zijn.

14 mei 2012

Knoalkup

Een gezellig dagje Stadskanaal weer, dankzij de goede groene zorgen, een beetje zon en een hoop vliegvriendjes. De Knoalkup werd vrijdag en zaterdag afgelast vanwege de keiharde wind, maar daarom niet getreurd want zo kon ik zaterdagmiddag heel benzinebesparend naar het verre noorden trekken, m’n hevig klapperende tent opzetten en met z’n vijven bunkeren bij de Turk. Konden die ook eens zien dat wij wel degelijk in staat zijn om frisgewassen en ongehaast te dineren. Zondag verliep alles volgens het boekje. Iedereen op tijd, weinig wind recht op de baan, een leuke chauffeur, twee schattige dollyboys die zich uit de sloffen werkten om steeds maar weer de volgende piloot klaar te hebben als de dragonfly binnenkwam. Dees en Rinus zijn ideale sleeppiloten en de lucht was rustig genoeg voor probleemloze starts. Daar zat dan ook wel het enige verdriet van de dag: de meesten zakten gewoon op het veld uit en alleen ‘zHarry wist goal te halen. Ik zag ‘m heel laag op weg naar het laatste keerpunt toen ik net, na m’n tweede start, omhoog begon te schroeven. Ik herkende ‘zHarry aan alles: het laag schrapen, z’n route, het feit dat hij drie uur daarvoor gestart was en dat hij op onmogelijke dagen toch altijd de taak uitvliegt. Ongelooflijk knap. Ik moest nog aan de taak beginnen, en draaide met Sander naar de wolk op 1250 meter. Dat valt me toch niet mee met de Sting. Best een fijne vleugel, ideaal om m’n landingen te oefenen en op rails aan de sleep, maar ermee termieken vind ik gewoon erg moeilijk. Ik voel minder wat de lucht doet, reageer ook niet altijd adequaat met dat ding omdat ie een andere input vraagt dan Litespeed of Litesport, en tussen de bellen door verlies je ook snel hoogte. Ik stak eerst naar Sander die boven het kanaal een bel had gevonden, maar stuurde bij nader inzien toch maar iets bovenwinds op. Boven Nieuw Buinen zag ik het veldje al liggen waar ik twee jaar geleden m’n hand brak, omdat ik zo stom was om perse een paar extra meters door te willen vliegen in de hoop op een laatste reddend belletje. Die fout maak ik niet meer, en op driehonderd meter ga ik al serieus beoordelen hoe m’n circuit moet worden. Verrek, opnieuw staat de grondwind zuidelijk terwijl de bovenwind toch echt hard uit het noorden komt! Bizar, maar ik trap er dus nu niet meer in en pletter redelijk onbeschadigd tegen de grond aan, één glijvluchtje vanaf het veld. Jammer, maar zo kon Vicar, m’n chauffeur en aankomend zeilvlieger, wel alle aspecten van een wedstrijd meemaken. Ook het wachten op de scores, en de prijsuitreiking. Daarvoor kom je eigenlijk bij de Knoalkup: Rinus maakt er altijd een fantastisch feestje van met allerlei aardigheidjes en stimulerende praatjes voor iedereen. Alle deelnemers en zelfs m’n ex en heks kregen groene kadootjes. Dat was wel het enige jammere, dat die er waren. Ik ben nog altijd verbijsterd dat hij z’n gezicht durft te laten zien. Hij zal zich neem ik aan toch gruwelijk diep schamen, het moet een hel voor ‘m zijn. Dat hoop ik dan maar.
Hier een leuk filmpje van Djenghiz