Cool, mensen bellen me om te vragen of ik mee ga vliegen.
Chainsaw wilde inland, een mooie gelegenheid voor een herkansing met m’n
Litesport. We waren erg laat en de lucht was bijna compleet bedekt met met hoge
cirrus, maar het leek me in ieder geval onwaarschijnlijk dat we afgrijselijke
sink aan zouden treffen zoals met Katharina en vorige week met Cameron. Dat was
maar goed ook want het bombout veldje is wel vergroot doordat de wijnranken
weggehaald zijn, maar het blijft een akelig klein driehoekje met hoge bomen
eromheen. Ik startte als eerste en draaide rustig tot zo’n honderdvijftig meter
boven start, opnieuw verliefd op m’n Litesport. Dat gaf net genoeg hoogte en
vertrouwen om naar het grotere bomboutveld te vliegen, waar ik een vrij
redelijke landing maakte. Twintig minuten later landde Charlotte op precies
dezelfde vierkante meter als ik, direct daarna reed James de auto voor, en nog
weer een paar minuten later maakte Chainsaw het team compleet. Het blijft een
beetje maf om drie uur te rijden voor twintig minuten vliegen, maar we waren
alledrie erg tevreden en ook nog vroeg genoeg thuis voor boodschappen (ik moest
perse een beter bed hebben, op Katharina’s kapotte matjes krijg ik teveel
rugpijn) en tien baantjes in de oceanpool. Dat is zo verrukkellijk dat wordt
nog moeilijk om te missen: gratis, twee minuten fietsen van Conrads huis, een
enorme betonnen bak vol zeewater met uitzicht op het witte schuim van de
brekende golven en zonder enge beesten of stromingen. Inclusief kleed- en
doucheruimte waar niemand gebruik van maakt, wat maar goed ook is want ze
trekken het hier niet zo goed dat je in je blootje doucht ook al zijn de heren-
en damesruimtes gescheiden. Preutse lui die Australiërs.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten