En weer heb ik het meer dan goed. Na vijf uur voorzichtig
rijden vanwege alle kangoeroe roadkill was ik net aangekomen op het vliegveld
in Gulgong, om met Jonny en Dave May en Enda wat te gaan eten, toen Bill
verscheen en zich onmiddellijk over me ontfermde. Ik mag in een echt bed in het
fantastische huis van Ian, de man die alles hier gebouwd heeft. Het vliegveld,
de hangars, het huis. Het huis is geweldig, smaakvol en comfortabel, puur
ecologisch met zonne-energie en regenwater. Eerst had hij alleen een caravan,
daar heeft ie het complete huis letterlijk omheen gebouwd. De caravan is nu een
tv-kamer met een bed en een bureau. Ian lijkt me een interessante man. Hij
vliegt niet meer na een zwaar ongeval waardoor hij kreupel is geworden, maar
hij onderhoudt nog steeds dit schitterende vliegveld. Groter dan Quest, een
mooie vlakke baan, bomen die schaduw geven.
Bill is inmiddels tachtig en twee beroertes verder, maar hij
blijft gewoon Bill alleen vriendelijker. Iedereen behandelt hem vanzelfsprekend
als de patriarch die hij is. Hij heeft nog steeds fantastische verhalen te
vertellen en hij geeft nog steeds leiding aan alles wat met de vliegtuigen te
maken heeft. In de kroeg waar we gingen eten waren wat mensen uit het dorp aan
het zingen en gitaar en viool aan het spelen. Dezelfde zanger die erbij was
toen Bill en Molly hun zestigste!!!! trouwdag vierden. Bill gooide stenen naar
Molly toen hij acht was, raakte haar nooit, en toen ze elf waren besloot Molly
hem te kussen . Zoiets, een heel schattig verhaal in ieder geval.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten