Ik ben bijzonder onhandig maar om te kunnen vliegen is er
altijd wel iets vernuftigs nodig, of er moet iets worden gerepareerd of
versteld, en ik wil niet voor ieder wissewasje iemand vragen om het voor me te
doen omdat ik zelf zo’n kluns ben. Dus toen ik moest verzinnen hoe ik m’n
release aan Jeffs harnas kan bevestigen terwijl hij de lussen op de verkeerde
plaatsen heeft gezet, naaide ik eerst een paar hulplussen op de bouten maar die
bleken compleet waardeloos (ook naaien is zeg maar niet mijn kerncompetentie). Met
een paar dingetjes uit de praxis die in de verte wat aan nicopressen deden
denken maakte ik lusjes in een kabel, en dat werkte verrassend goed. Totdat ik
gisteren opgetrokken werd op Bruinehaar, en er op 120 meter iets knapte. Ik
dacht dat het een onwillekeurige release van het schuiflijntje was geweest bij
het overschakelen, maar op de grond zag ik dat m’n complete release verdwenen
was. Niet alleen een uitstekend release waar ik al twintig jaar heel blij mee
ben, en dat niet zo maar vervangbaar is omdat zulke releases niet meer worden
gemaakt. Ook een forse metalen balk die de boer niet graag in z’n maaimachine krijgt.
Ik moest dus aan het zoeken, maar net dit wiekend staat het gras gigantisch
hoog. Systematisch liep ik meter voor meter af, om telkens plat op de grond te
wachten als er iemand opgelierd werd voor een supervlucht op een superdag. Ik
kon wel janken, de zoveelste miskleun bij het lieren!
Vlak bij de lier, na zo’n twee, drie uur zoeken, vond ik ‘m.
Onbeschadigd. Martin hielp me om ‘m goed te bevestigen, en tegen half vier kon
ik eindelijk ook proberen of de termiek echt zo rommelig was. Dat was ie, en na
een kwartier zwaar ploeteren op minder dan honderd meter stond ik uitgeput weer
aan de grond. Iedereen pepte me op om nog een keer te gaan, en om vijf uur zat
ik dan eindelijk op 500 meter in iets pieperigs, maar ik verloor er meteen
tweehonderd doordat ik m’n radio niet uit kan zetten en ik op een dag als deze
alle concentratie nodig heb om in te draaien. Ik kon niet eens m’n variopiepjes
horen door alle startcommando’s van de volgende trek heen. Moeizaam werkte ik
toch nog naar zo’n zevenhonderd omhoog, maar daar kwam ik Reinier tegen die
rechtsom draaide en toen ik m’n richting aan hem aanpaste was ik m’n bel kwijt.
Met z’n zessen naar de Waaijer, waar Jan zoals gewoonlijk
heel lief de vetste hap serveert onder de noemer ‘vegetarisch’ zodat ik de
halve nacht met maagkrampen lag te zweten, en vannacht bij Tom gecrasht. Omdat
we het hadden over zijn vogelwaarnemingen die hij al bijna veertig jaar voor de
universiteit uitvoert bleef ik aandachtig liggen luisteren toen een
zangvogeltje me vanmorgen wekte. Waanzinnig, zo gevarieerd en luid. Mooi, maar
wel vroeg!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten