Eén van de leukste dingen van Australiërs is hun enthousiasme over het feit dat je van overseas bent (ook al moeten ze dan weer niks hebben van boatpeople, vluchtelingen, maar dat even terzijde). Iedere Ozzie zal onmiddellijk vragen ‘where are you from?’ en nadat ik ‘Netherlands’ ‘Holland’ of ‘Europe’ heb gezegd volgt onvermijdelijk ‘that’s great’. En ze menen het nog ook. Ik vind ze sowieso erg leuk, Ozzies zijn open en hartelijk en heel veel meer gezellig dan Nederlanders. Er zitten eikelige exemplaren tussen natuurlijk, en er is veel racisme/seksisme/homo-angst, maar dat neemt niet weg dat het hier goed toeven is voor een witte single vrouwelijke piloot.
Na een mega-afwas vanmorgen reed ik naar Merewether, prompt verdwalend omdat ik de tomtom niet begreep (was dat echt 150 meter?) en omdat ik al m’n aandacht nodig had voor het links-rijden. Het verkeer is heel makkelijk hier, iedereen rijdt exact de op de borden aangegeven snelheid en er is ruim baan voor onze grote bakken van auto’s, maar toch heb ik met m’n dopey hoofd de neiging om rechts te rijden. En ik moet elke keer diep nadenken welke kant ik moet bekijken om aanrijdingen te voorkomen. Ingewikkeld als je bioritme net besluit tot een middennachtelijke shutdown.
Op Merewether trof ik als afgesproken Tony Barton, Amerikaanse hangglidinglegende en lokale superinstructeur. Zijn leerlingen stonden in vol ornaat te wachten, en een ervaren piloot startte uitstekend, maar ik besloot al snel om daar vandaag toch zeker niet te gaan vliegen. Veel te plat, eindeloos lang hard doorlopen en dan in de rotor van de forse struiken terechtkomen, om vervolgens te moeten landen op een vaag heideveld zonder toegang voor een retrieve-auto. No way. Gelukkig draaide de wind en togen we allemaal naar Strzelecki, waar de condities absoluut perfect waren voor een zenuwlijer als ik. Genoeg wind om te soaren, te weinig wind om te moeten vechten met de vleugel. Ene Wayne hielp me starten, iemand waarvoor ik door verschillende mensen werd gewaarschuwd. Hij was inderdaad nogal arrogant en ongeduldig, maar ik kwam toch zonder overdreven stress weg. Ondertussen was Adam druk aan het loopen en low-passen, het is gevaarlijk maar jee wat ziet het er toch goed uit. Spectaculair. Ik voelde me een ontzettende dope, bleef alleen maar brave slagjes heen en weer dobberen maar ik was toch echt heel veel te moe en te zenuwachtig om iets anders te doen. Na tien minuten ofzo vond ik het wel weer welletjes, de wind leek ook een pietsie af te nemen en ik wilde eigenlijk alleen maar een start en landing doen vandaag, dus ik gleed naar het strand en landde prima, alleen wel tot m’n knieën in de golven want het was hoogtij. Shit had ik nou maar m’n zware boots niet aangedaan, ik had best op blote voeten kunnen starten en landen. Suf, dat gaat dagen duren voor die droog zijn.
Ik kreeg meteen een lift naar de auto, pakte de vleugel in en raakte nog een gezellig uurtje aan de praat met Dan en Anton, ook fans van Cameron gelukkig. Vervolgens weer naar boven om Ricky Duncan te treffen, die me z’n huis liet zien en de logeerkamer waar ik gebruik van mag maken. Bovenop een alternatieve startplek, met uitzicht op de golven en de lucht, en een bankje voor publiek. Helemaal goed, ik ga er na het wiekend bivakkeren denk ik. Ik mag een van de nieuwe Stings vliegen dus ik kan heel prettig van Fun via Sting naar Litesport, ideaal om er weer even in te komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten