Ik zit te skypen met een maatje, boeing- en deltapiloot. We
speculeren gezellig over het Air Asia ongeluk. Hij vertelt dat het zicht in dat
gebied vaak extreem slecht is, en de radioverbinding met Jakarta notoir problematisch.
Piloten zullen wel afgeleid zijn geweest en te laat in de gaten hebben gehad
dat ze zichzelf in een onmogelijke positie manoevreerden; normaal vlieg je om
een onweer heen, of in ons geval: ga je landen.
Ik herken het risico dat je gevaarlijke onweerswolken gewoon
niet ziet terwijl je aan het vliegen ben. En dat je sowieso lang niet altijd
kan voorzien dat het reteturbulent is ergens middenin de vrije lucht. Je zit
niet in de lij van een helling, er staat geen overdreven puist wind en je ziet
nergens heftige cumulusontwikkeling, en toch raak je van het ene op het andere
moment in een wasmachine. De eerste jaren dat ik vloog had ik nog de illusie
dat je kon zien en beredeneren waar je weg moest blijven. Inmiddels heb ik het
zelf net iets te vaak meegemaakt, en heb ik regelmatig maatjes bleek om de neus
horen vertellen over bijna-tumbles in verder normale lucht, om niet te beseffen
dat het ook een kwestie van geluk is. Of pech.
Ik weet nog niet wie er nu weer pech gehad heeft, mogelijk
iemand die ik niet persoonlijk ken of althans niet heel erg goed. En misschien
was het ook wel weer gewoon pilot error, een fout die iemand maakt omdat ie
menselijk is of zelfs dom aan het stunten. In de bomen gecrasht, in Victoria,
dat kan te lang schrapen zijn geweest.
Het is niet het zeilvliegen per se dat het zo gevaarlijk
maakt. Zelden is het alleen maar de turbulentie die iemand te grazen neemt, en
al helemaal nooit de vleugel. Het is altijd een kwestie van fouten van de
piloot, of te hoge risico’s nemen, of gewoon even niet opletten en daar zwaar
voor boeten.
Het is gevaarlijk om menselijk te zijn. Vooral als je
vliegt.