foto Djenghiz |
Het lijkt nogal overdreven, acht uur rijden en een nieuwe
accu aanschaffen, voor een kwartiertje vliegen. Maar voor mij was het het
helemaal waard, sowieso vanwege het schitterende weer en het fijne landschap
van glooiende hellingen dichtbeplant met zonnepanelen en majestueuze windmolens
bovenop, de oude bekenden en de frisse lucht. Belangrijker is dat ik m’n
vleugel weer goed in elkaar heb gezet en getestgevlogen, dat ik weet dat de
plakkers het redelijk houden nu de verzekering ruim onvoldoende uitkeert voor
een nieuw doek, dat m’n schouder minder pijn begint te doen en dat m’n
kniebrace me voldoende zekerheid biedt voor een goeie landing. En dat de
Litesport inderdaad de allerfijnste vleugel is die ik ooit heb gevlogen, als je
geen wedstrijd vliegt.
Ik was om half acht helemaal klaar, op- en ingeladen,
verkeer gecheckt en gereedschap en handleidingen mee, toen de auto totaal niet
wilde bewegen. Dooie accu. Van de wegenwachter die pas na negenen klaar was
moet ik voortaan met alle stroomvreters aan rijden zodat de accu niet wordt
overladen. Daarmee ben ik er nog niet want het blijft stotteren en hikken als
ik gas geef – met andere woorden ik moet niet alleen een nieuwe vleugel maar
ook een nieuwe auto.
Toen ik aankwam stond Gijs net klaar om te gaan starten. Ik
dacht dat ik alleen zijn hulp nodig had om het doek op de leading edges te
spannen, maar ik bleek ze er ondanks mijn zorgvuldige arbeid verkeerdom
ingedaan te hebben. Gelukkig waren Toru en Midori er en hoefde Toru niet zo
nodig te vliegen, dus ik had de ideale hulp bij de k-klus van het terugbouwen
van m’n kortgepakte vleugeltje. Toru is geduldig en belangstellend en liet me
gewoon gestresst piepen dat hij nergens aan mocht komen. Niks zo erg als een
minuscuul schroefje in de dooie bladeren verliezen. Na zo’n twee uurtjes was ik
helemaal klaar en niet eens verkleumd, wel gespannen over de vraag of ik het
echt goed had gedaan. Direct toen ik van het vlonder los kwam twijfelde ik daar
nog even over, maar het was gewoon de lucht die erg beweeglijk en een beetje
turbulent voor de start was. Bovendien heb ik tegenwoordig met m’n dikke brace
veel moeite om goed in m’n harnas te komen, dat helpt ook niet om meteen lekker
soepeltjes weg te vliegen. Nieuwe auto, nieuwe vleugel, nieuw harnas nodig.
Na vijf minuten waarbij ik net geen volle driezestiger
durfde draaien en waarbij de zon me iedere slag naar het zuiden bijna totaal
verblindde (gelukkig wist ik waar de anderen waren) bedacht ik dat ik vreselijk
graag wilde landen. Ik was er behoorlijk gespannen over, ik had koude handen en
ik voelde m’n schouder toch wel. Hoe langer ik zou vliegen hoe meer me dat
allemaal in de weg zou gaan zitten bij m’n landing. Ik overlegde met mezelf of
ik er spijt van zou krijgen om maar zo heel kort te vliegen, maar ik besloot dat
het lang genoeg was voor m’n gemoedsrust over de vleugel en dat ik een goeie
landing nu even het allerbelangrijkste vond.
Ik koos een moment dat er verder niemand met een landing
bezig was en alle geparkeerde vleugels aan de kant stonden, en maakte een mooie
landing in de zeiknatte modder. Als dat goed gaat zal een normale ondergrond
ook wel gaan met m’n wiebelknietje, hoera.
Pas tijdens het inpakken kon ik eindelijk gezellig doen, tot
dan toe was ik toch niet lekker ontspannen. Ik vond een lift naar boven met een
jongen die zo stoer mogelijk wilde laten merken dat hij een goeie en ervaren
piloot was, met wel vier jaar ervaring en hij kon ook al slepen. Het was
grappig dat z’n vriendin, die er pas zeven vluchtjes op had, wel door had dat
ik misschien wel wat meer ervaring heb en dat dat voor ons allebei niet zo’n
interessant gegeven was. Atze kwetterde aandoenlijk door over de risico’s van
lieren want hij had de DHV-ongevalsstatistieken bestudeerd en de pracht van
Hinterweiler want daar kan je meerdere malen starten en landen. Precies
waarvoor ik graag naar Neumagen kom, alleen niet deze keer. Op de terugreis
bedacht ik dat het soort piloot dat je bent een functie is van je karakter, je
ervaringen en de tijd, simpelweg het aantal jaren dat je de kans hebt gehad om
niet alleen zelf ervaring op te doen maar vooral ook andere piloten te zien.
Het is een sociale sport.