22 juli 2017

Niet vliegen



Als ik vlieg, geniet ik letterlijk met grote teugen, neem ik het fijne als een spons in me op zodat ik er later mijn dorst mee kan lessen. Maar toch ben ik me akelig bewust van alle niet-gevlogen uren.
Nu ik maandenlang nauwelijks kan vliegen terwijl het prachtig weer is en ik mijn vakantiedagen niet op krijg, probeer ik zoveel mogelijk dingen te doen waar ik normaal gesproken niet aan toe kom en probeer ik daar ook de lol van in te zien. Een half uurtje zwemmen in zee en dan op m’n rug met m’n ogen dicht op de golven wiegen, heerlijk. Totdat ik m’n ogen weer open doe en de meest waanzinnige lucht zie. Perfecte cumulus, platte onderkantjes en daarachter een helderblauwe postfrontale lucht.
Terwijl ik met een omweg door de duinen terugfiets richt ik m’n aandacht nadrukkelijk op de bloemenpracht, de vlinders, de romantische doorkijkjes. Maar uit m’n ooghoeken zie ik toch steeds die cumultjes, ik voel hoe ze hun tong naar me uitsteken. Was ik maar daar.

01 juli 2017

Op tijd naar huis



ouwe vrienden

Direct over de Italiaans-Zwitserse grens is de lucht frisser en schoner, het landschap groener en het verkeer georganiseerder. Ik maak nog gauw voor de Gottard even gebruik van het mooie weer, in de verte zie ik enorme wolken hangen. Het was geluk met het weer, na alle regen. Donderdag de hele dag binnen gebleven om te lezen, pas eind van de dag doken we nog even het zwembad in maar het was fris. ’s Avonds diner bij Villa Anita met een hilarische hanggliding dance door de retrieve chauffeurs. Vrijdagochtend was m’n auto al voor de briefing en de stortbuien ingepakt en ik zou zijn gaan rijden als Jochem niet had voorgesteld om naar Spoleto en de Romeinse waterval te gaan. Vier uur terug, hetzij voor een avondvlucht hetzij om op tijd de aftocht te blazen. Vanwege een gigantisch onweer weken we uit naar Trevi, gezellig met z’n achten lunchen en een beetje door het dorpje kuieren. De waterval werd om drie uur aangezet en was inderdaad prachtig. Ongelooflijke hoeveelheden water storten zich op verschillende plaatsen van de berg af. Ik verdwaalde een paar keer zodat ik naar boven moest rennen om de rest van de groep in te halen. Toen we weer bij de auto waren begon het opnieuw te regenen en ik kreeg een beetje de zenuwen over het late tijdstip. Als ik in het donker in de regen een slaapplaats moet zoeken heb ik het niet naar m’n zin, maar ’s nachts doorrijden is ook geen goeie optie omdat ik dan uiteindelijk half slapend achter m’n stuur zit. Nou ja, nu ook want ik vond pas tegen tien uur in de buurt van Pesaro een fijne slaapplek. Het was droog en warmer dan in de bergen, en ik was verdwaald op een stil geitepad en waar ik wilde keren zag ik een olijfgaard, precies goed voor m’n tentje. Toch sliep ik niet goed, de wind maakte een pokkeherrie en ik lag enigszins gespannen te luisteren of ik geen verkeer hoorde. Om half zes brak ik op en rustig aan reed ik rond lunchtijd Zwitserland in, waar het dus begint te betrekken. Straks door naar Nic die wel bezoek heeft, maar het lijkt me toch een goed idee om nog even echt te pauzeren voor ik morgen de laatste kilometers naar huis maak.