22 september 2015

Thibault



“Wie is het?” Jamie, moeder aller toppiloten, hoopte dat het niet die hele lieve jonge Fransoos was die bij de pre-Europeans in Macedonië was, maar het is 'm wel. Natuurlijk wel, het is altijd juist een superaardige, jonge knul die ontzettend goed kon vliegen. Het is een repeterend gesprek op facebook: is hij dood? Wat is er gebeurd? Was het een vliegfout, inschattingsfout of een fout van iemand anders? Discussie vernauwt zich na verloop van tijd tot ‘stom, pech of schuld’ Maar het patroon is vaak hetzelfde en dan bedoel ik niet dat het om een aaneenschakeling van dingen gaat die het ongeluk uiteindelijk fataal maakten - wat ook meestal wel waar is.

Het zijn de jonge gasten die fantastisch vliegen, nauwelijks bang zijn en behendig spelen met hun vleugel. Ze doen aerobatics en genieten van de sensatie – wat is er heerlijker dan de manoevres van een kermisattractie zelf volledig onder controle hebben? Snelheid, vaardigheid, g-krachten en vaak bewonderaars. Ik heb altijd lol in hun stoere enthousiasme en ik ben ook altijd een tikje jaloers. Kon en durfde ik dat ook maar! Zo’n beheersing over je toestel, zo’n imprint van loopings en wingovers in je zenuwgeheugen, ik kan er alleen van dromen.

Vliegen is vrij gevaarlijk, maar we beheersen de risico’s door ruime marges, kennis en kunde. Dan kan je nog een keer pech hebben, zoals Shedsy, Frank, Peter, Christien, Rudy, Brigitte, Birgit die hun rug of nek breken bij een lullige landing.

We hebben nog steeds discussie over de vraag of wedstrijdvliegen nou gevaarlijker is dan recreatief vliegen. Het lijkt logisch: in een wedstrijd zal iedereen wel eens over haar grenzen heen gaan. Marges verkleinen. Missy en Ricci die het met vol-vg niet redden in de turbulentie. Maar ik vermoed dat er onder recreanten meer ongelukken gebeuren, omdat die mensen wat minder vaardig zijn en perse willen vliegen in hun kostbare vakantie.

Een paar jongens doet aerobatics. Dan heb je geen marges meer. De vleugel kan het aan, net. Veel van de loopende mannen maken eens een keer een heel klein foutje, maar in een looping kunnen ze zich dat niet veroorloven. Als je hoog genoeg zit, de enige marge die dan nog over is, heb je een kans om op tijd je chute te gooien. Maar piloten die aerobatics doen willen gezien worden, uitdagen, laten zien hoe goed ze zijn. Natuurlijk willen ze applaus, welke fitte handige man wil dat nou niet?  Dus ze scheuren op een paar meter over het publiek heen, doen loopings tussen de boomtoppen, landen met een spectaculaire wingover of vliegen hun final onder hoogspanningsdraden door.

Thibault was geen domme patser. Hij was slim, sterk, gevoelig en vriendelijk. Dolgelukkig dat hij toegelaten was tot de Franse kernploeg. Hij woonde een paar honderd meter van de Semnoz, middenin het allermooiste vlieggebied op aarde zodat hij in een jaar meer uren maakte dan ik mijn hele leven zal doen. Het was heerlijk om z’n laaiend enthousiaste filmpjes en fotoos van fantastische vluchten te bekijken. Een paar jaar geleden was ie nog een beginner, afgelopen jaar maakte hij bijna wekelijks driehoeken van honderd of tweehonderd kilometer door de Alpen, met Piero als gids.
Ik kende hem pas kort maar zijn dood slaat een groot gat in onze gemeenschap. Ik hoop tegen beter weten in dat andere jonge piloten hier van leren dat veiligheidsmarges echt nodig zijn.

13 september 2015

Vooruitzichten


De angst om niet meer te kunnen vliegen neemt tranentrekkende vormen aan. Ik neem een berekend risico met m’n knie, maar misschien is de berekening niet zo heel goed. M’n schouder is zo pijnlijk dat ik er op dit moment niet eens aan moet dènken dat ik m’n vleugeltje zelfs maar zou opzetten, laat staan snelheid aantrekken of in turbulente lucht manoevreren. En diep weggestopt in mijn vergeetorgaan zit nog de landingsangst.

Er zijn momenten dat de schrik me om het hart slaat bij het bedenken hoe de komende reis in Australië uit zal pakken als ik mezelf al bij de start blesseer. Tien weken zonder vliegen, zwemmen, peddelen of wandelen wordt erg lang in een land waar niet echt het soort ‘cultuur’ te vinden is waar ik opgewonden van raak. Er is een grens aan de hoeveelheid moderne kunst die ik aankan tenslotte, en voor de architectuur of de idyllische steegjes moet je niet down under zijn.

Maar dan chat ik even met Hairy Karl, Selmsy, Kath of Camo of ik blader nog eens door ouwe fotoboeken en dan voel ik vooral het verlangen om hen in het echt te knuffelen. Met J.O.D. op het hekje zitten en de ups and downs van het leven door te nemen. Ricky’s winnaarsstem. Proberen Ratty te peilen. Tegen Nic aan te hangen. Nu ik het ticket heb besef ik eigenlijk pas echt hoe erg ik ze gemist heb. Nog 56 nachtjes slapen…