leeuwerikgefluit bij denken |
Na een mislukt wiekend, en eentje waar ik gewoon laat kwam
met het zweet in m’n reet, en twee retourtjes garage, is het dan nu toch
gelukt: helemaal op en neer naar Maillen zonder rode knipperlichten en
alarmpiepjes en uren wachten op de anwb. Mijn gloednieuwe auto is eindelijk
echt nieuw dus nou zoef ik lekker arrogant neerkijkend op kleine polootjes in m’n
dikke bak alles en iedereen voorbij. Wel jammer om thuis een auto pesterig pal
voor m’n deur aan te treffen zodat ik de bocht niet kan nemen om m’n vleugel in
de gang te leggen. Buuv is boos dat ik mijn auto precies voor m’n raam parkeer
want daardoor moet zij onder een boom met vogelschijt, en nou zal ze me hebben
ook. Flauw maar gelukkig heb ik nog leuke buren die gewoon even helpen de
vleugel over het irritante autootje te tillen.
Dat was ook nodig omdat ik wel erg moe ben, en m’n zere schouder
toch wel opspeelt, na drie startjes. De lucht bewoog maar het lukte me totaal
niet om te centreren. M’n helm maakte een hoop herrie en m’n linkerarm blijft
een probleem en bovendien was ik erg gefixeerd op m’n landing. Waar ik opnieuw
drie keer achter elkaar niet trots op
kan zijn, damn! Vorige week zei Tom terecht dat ik slechter land dan zijn
leerlingen, en vandaag merkte Jochem op dat het echt heel makkelijk is en dat
is natuurlijk ook zo alleen kan ik mijn hersenen en mijn spieren er niet toe
bewegen om gewoon te doen wat ze moeten doen. Aantrekken, uitronden, flare. Ik
weet dat ik het kan want ik heb het wel eens goed gedaan. En de omstandigheden
konden niet beter dan vandaag. Maar ik dwarrel nog steeds als een
achtergebleven herfstblaadje naar de grond, veel te hoog en ook niet in staat
om netjes aan de linkerkant te blijven. Ik baal enorm want ik had me zo
voorgenomen om er vandaag een goeie dag van te maken, i.e. mooi te landen.