Ruud deed wat Ruud geweldig kan: hij gaf ons een rondleiding door Den Haag. Wat een super traktatie! |
Er zit wel een risico aan dat bejaardenvliegen van mij. Als ik toch nergens heen vlieg, als ik toch niet meer dan een start en een landing en een wat sneue termiekpoging daar tussenin doe, dan wordt de ratio inspanning - beloning wel steeds slechter. Ik breng het steeds minder op om twee-en-een-half tot meer dan drie uur te rijden voor een of twee vluchtjes van maximaal een half uur. Vaak korter.Mede daarom bleef ik gisteren in Den Haag om de 65e verjaardag van een goeie vriend mee te vieren. Wel 's ochtends nog even naar de Vlietlanden natuurlijk voor een rondje rond het eiland, en dat is dan zo verrukkelijk dat ik me bijna afvraag waarom ik nog de moeite doe om te gaan vliegen. Het feestje was ook echt leuk en tussendoor kon ik een paar pagina's krant lezen, dus al met al een heel geslaagde dag.
Gelukkig toog ik vandaag maar weer eens naar Bruinehaar, waar ik sinds afgelopen herfst en m'n gebroken pols niet meer was geweest. En ja hoor, meer dan de moeite waard! Nog voor een uur trok Tom me op, precies goed, en bij de derde trap bedacht ik dat zelfs lieren nog fijner is dan dat woeste Deense cartowing. Het gaat allemaal soepeler, smoother. Ik vond ongeveer niks maar ik maakte een heel acceptabele landing, terwijl Nico zich al had geinstalleerd met schaduw en voetenbankje. Na een paar uur gezelligheid en luieren maakte ik nog een startje bij Andre op de lier. Deze keer vond ik wel een bel en heel langzaam draaide ik naar zo'n 900 meter. Tom kwam achter me aan en zat een paar honderd meter hoger, jammer dat we niet echt even samen konden vliegen. Ik zakte uit en was nog wel een uurtje zoet met het terugbrengen van al m'n spullen.
We eindigden toch maar niet in de Wayer maar gewoon onder Nico's luifeltje. Met z'n drieen voelt het een beetje als de oorspronkelijke bewoners, nou ja er zijn er meer maar wij drie hebben wel heel veel mensen zien komen en gaan. Toen we achter elkaar wegreden bedacht ik dat er geen enkele goeie reden was om vroeg thuis te willen zijn, dus Nico en ik maakten nog een wandelingetje door de Engberse Venen. Heel fijn allemaal maar ik kreeg wel de zenuwen van zijn tekenverhalen en spastisch grassprieten ontwijkend kwamen we weer bij de auto's terug. Tegen half tien was ik thuis en klaar met afladen, kon ik eindelijk iets eten. Nu nog plantjes water geven en toch nog maar een lekker fris wijntje. Zo'n wiekend als dit is helemaal af.