17 juli 2007

17 juli

Het waaide vandaag iets minder hard, meteen is het ook termischer en dus vlageriger. Terwijl we stonden op te bouwen probeerde een parapenter weg te komen. Als je dat getob ziet ben je toch weer dankbaar dat je gewoon kan deltavliegen jeetje wat ziet dat er naar uit. Sommige van m’n beste vrienden zijn parapenters maar het is toch een afwijking, om aan zo’n kreukelig lapje een berg af te springen. Niet-vliegers beseffen denk ik niet hoe groot en sterk en zwaar de lucht kan zijn, het is een reus die je kan verpletteren als je niet een beetje geinig meespeelt. Onder een delta is dat al erg indrukwekkend, maar zo’n flipflopgeval brrrr. De man viel na een half uur ellende eindelijk de lucht in, knalde hevig pendulezwaaiend net niet tegen de bomen aan en landde gelukkig snel.

Ik was snel daarna klaar en hoewel Harry me ooit – terecht – verboden heeft om als eerste te starten wilde ik nu toch niet meer wachten. Er zat een delta in de lucht, geen idee waar die vandaan kwam, ik had aan de schermvlieger kunnen zien dat het goed omhoog moest gaan en ik ben trouwens ook wel echt over m’n uitzak-fixatie heen. Niet dus. Ik startte en begon er zowaar uit te zakken. Dat zal me toch niet gebeuren zeg! Na lang heen en weer gezoek toch een kneiterbel gevonden, dit was bijna weer tè maar ik hield ‘m vast en uiteindelijk zat ik op 2800 meter (onder Tanno die me dan toch weer snel inhaalt). Bij het steken verloor ik echter alle hoogte razendsnel en bij gebrek aan acceptabele landingsterreinen keerde ik dan maar om. Dat werkt zo vreselijk demotiverend dat ik de prachtige bel van drie kwartier daarvoor nu niet meer echt serieus probeerde te pakken, dus ik zakte er nu echt uit. Nou zit ik om vier uur uitgevlogen en ingepakt op de camping, gek. Zo vroeg, zoveel tijd, dan maar blablaverhalen voor m’n blog schrijven…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten