Gisteren het broertje van Wouter mee voor een reportage die hij hoopt te verkopen aan een Haags krantje. Daardoor de hele dag vragen en dus proberen te formuleren hoe het is, dat vliegen, en waarom. Ik probeerde te beschrijven hoe het voelt om te spelen in een soort kijkdoos, vergissing natuurlijk want ik heb heel persoonlijke associaties met kijkdozen (vind ik prachtig) die niet iedereen deelt. De aarde, schitterend, prachtige kleuren en structuur en patronen, als achtergrond, ver weg. Wij drieën en een paar vogels in de glasheldere lucht zijn het enige wat beweegt, de drie dimensies zijn oneindig en maken een gigantische lege ruimte waarin alleen wij, heel klein, bestaan. Ik zie de zon spiegelen op de leading edge van de andere delta. De parapent draait rustig grote cirkels naar me toe. Een vogel vliegt in een rechte lijn, lijkt ons niet op te merken. Ik hoor en voel alleen mezelf, ben druk bezig om het belletje vast te houden en alles om me heen is stil.
Matthijs vroeg waarom ik vlieg. Moeilijke vraag, het antwoord was natuurlijk omdat ik niet anders kan en wil, omdat ik het altijd heb gewild, omdat
Grappig dit is de eerste keer dat ik zelf begrijp waarom ik zo monomaan alleen maar wil zeilvliegen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten