06 juni 2010

Knoalkup taak 2



Verdorie, m’n hand gebroken. Gewoon een stomme whack, niks bijzonders, ik dacht eigenlijk dat ik heel redelijk aan het landen was maar ik klapte gewoon een paar meter eerder op de grond dan voorzien. Ik kan me ook niet helemaal herinneren waarom ik m’n handen nog aan de bottombar had, ik had mezelf al opgericht. Wel een vrij hoge grondsnelheid, dus misschien heeft dat ene termiekbelletje van de hele dag me wel te pakken gehad. Waardeloos, voor een vluchtje. Bij het ziekenhuis werd ik ook nog eens door de receptioniste weggestuurd, ik mocht geen medisch geschoold persoon om advies vragen. “Het lichaam geeft het zelf aan” zei de megamuts een keer of tien, terwijl ik probeerde uit te leggen dat ik de taal van zo’n lichaam niet denderend versta. Door pijn kan ik best heen en ik zou niet weten of ik juist moet koelen, bewegen of wat? Arnica dan maar.
Verder was het aan de grond wel een feestje. De sfeer op het veld was heel erg goed, juist omdat het zo vreselijk stabiel was. Niemand had haast om de lucht in te komen, Ropje startte als eerste en hield het wel twee uur vol om niet te landen, maar wegsteken was geen optie. Nico mocht een rondje mee, helemaal geweldig, en als klap op de vuurpijl verscheen er een heuse jounalist met een enorme camera.
Het inpakken van m’n vleugel werd begeleid door Nico op z’n accordeon, en drie allerschattigste jochies van een jaar of tien die hun ernstige vragen over termiek en vleugels onderbraken voor een walsje. Ondertussen zagen we Ruud boven ons heel voorzichtig draaien, dat leverde genoeg spektakel op voor de kereltjes. Ik dacht dat Ruud niet zo heel veel verder zou staan, dus die haalden we ook op. Nico weer met z’n accordeon, fietsers die stopten voor een babbeltje en een meneer die begon te stralen toen hij ook even mocht spelen. Dat allemaal in een heerlijk zonnetje met de geur van gemaaid gras, geweldig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten