26 juli 2015

Ochtendgymnastiek




Overal zag ik de ravage die de storm van gisteren heeft aangericht. Dikke takken van de stam afgescheurd, een ontwortelde boom. Maar vanmorgen was het juist windstil. De opkomende zon trok de damp uit de spiegelgladde Vliet. Het was nog ontzettend koud, ik zag er tegenop om het water in te duiken maar het bleek juist zalig. Bij elke slag voelde ik de zon sterker gaan schijnen. Ik was helemaal alleen in de enorme plas, tenminste enorm als je ‘m oversteekt en weer terug. Twee zwanen dreven onverstoorbaar voor me uit. Een paar spierwitte donsveertjes dreef op het wateroppervlak. Halverwege werd ik ineens zenuwachtig over de billebijters in het zuivere natuurwater maar als ik nou gewoon effe normaal doe weet ik best dat we in Nederland niks griezeligers hebben dan een enkele baars die langs je benen strijkt. Toch keerde ik al voor de overkant om. M’n fiets was er nog en terwijl ik tussen de takjes en bladeren naar huis manouvreerde kwam ik meer en meer andere vroegerikken tegen. M’n handen waren zo koud dat ik de huissleutel niet om kon draaien, maar met een beetje wrijven en wrikken kon ik nog voor half negen aan de koffie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten