Het is een wereldwijde, warme clan. We delen onze passie en
onze emoties bij alle risico’s en verliezen. We kennen elkaar al decennia, en
als er nieuwe piloten bij komen zijn we enthousiast. Maar het is ook een sport
waarbij we ontzettend afhankelijk van anderen zijn en waar enorm veel geld voor
nodig is. En we hebben verschillende karakters en opvattingen – het mag dan wel
een grote familie zijn maar dan wel inclusief alle familieruzies. Zoals vliegen
het leven in het klein is, zo is de gemeenschap van vliegers de maatschappij in
het klein. Goed dat er wat regels en organisatie is.
Ik vind het verschrikkelijk treurig als juist de mensen die
zich enorm inzetten om ook anderen te laten vliegen, het zo erg met elkaar aan
de stok krijgen dat uiteindelijk iedereen verliest. Niks aan te doen kennelijk,
ik heb m’n eigen portie ook meegemaakt en bij elk nieuw conflict probeer ik me
zo goed mogelijk afzijdig te houden.
En gewoon enorm te genieten, van de zon, van het vliegen,
van het babbelen en van het feit dat het gewoon weer gaat. M’n elleboog was een
heel klein beetje vervelend bij het naar rechts draaien, maar slepen ging
zonder een centje pijn en ik maakte ook twee prima landingen. Wel overshoots en
niet zo mooi als Klaartjes landingen, maar niks om over te klagen. De thermometer
stond op twintig graden toen ik rustig inpakte in het zonnetje en ik was nog
voor half acht, zonder noemenswaardige file, thuis. Nu nog even wachten tot
buurman me helpt de vleugel weer binnen te leggen, en dan zalig rozig nagenieten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten