Vanaf 2001 hebben we vijf of zes keer samen met Flip de NK-sleep op Deelen georganiseerd. De spanning en opwinding, de lol en vriendschap, mijn plaatsvervangende trots, mooi weer. Ik kon er vanavond, na een harstikke leuke NK-sleep, toch nog niet tegen. Om de feeks op mijn plaats te zien. Om de liefde te missen. Om niet de kern van ons leven te kunnen delen. Ik heb me het hele wiekend groot gehouden, het leuk te hebben, geprobeerd te genieten hoewel ik merk dat ik vooral afgestompt ben. Ik kan proberen de pijn en het verdriet te negeren, maar daarmee verdwijnt dan ook de passie.
Ik heb er niet veel van gebakken dit wiekend, vooral omdat het echt moeilijk weer was. De wolkjes beloofden vanalles, maar de lucht deed nauwelijks wat. Vandaag iets meer, maar ik ben geen goeie pieler. Gebrek aan geduld en vooral aan fijne techniek. Ik ben vooral goed als er geknokt moet worden, als spieren pijn en lijven moe moeten worden. Uren hard werken, niet bang voor de grote lucht, op tanden bijten. Dat kan ik, en dat bleek ook wel weer tijdens de zes sleeps. Zoals altijd bij sleepwedstrijden werd er enorm gemiept, men was verkeerd afgezet, te hoog, te laag, te ver weg, whatever, en iedereen wilde wachten op de dragonfly. Ik was de enige vrouw en één van de weinigen met een mast, maar ik heb me zonder problemen door de trikes laten opsleuren. Tuurlijk is dat harder werken, tuurlijk zetten die mannen je wat minder mooi af dan Rinus, maar het is een wedstrijd en geen kleuterklas.
Maar ja, zodra ik was losgekoppeld moest ik over in de zoekmodus, rustig voelen en toch snel reageren, scherp opletten, geduldig en toch hyperalert op ieder teken van stijg. Gisteravond lukte het om half vijf vanaf 170 meter, ik was al bijna weer richting landing gedraaid toen ik eindelijk een complete 360 in stijg kon draaien. Supergeduldig draaide ik door, net op zevenhonderd meter boven de startplek van de zwevers, doorstijgen terwijl ik checkte waar allemaal landingsopties zouden zijn als het boven het bos ophield. Daarna: alleen nog naar boven kijken en draaien, draaien, draaien. Ruim voor Renkum was het op, en ik gleed via het keerpunt naar een groot veld waar Diederik al stond. Gezellig, en mooi dat Leeuwerob niet helemaal voor niks was gekomen.
Vandaag leek de tweede start iets moois op te leveren, Martin draaide me voorbij en samen draaiden we naar de top. Ik nam me voor om hem strikt te volgen, daar kan ik veel van leren. Maar hij stak ver weg naar een voor mij onbereikbaar belletje, dus ik zakte er toch weer uit. De laatste start hield ik te snel op met zoeken, 800 meter, dus luttele minuten later stond ik midden op Papendal. Wel opgehaald door Eppo/Holger/Ruud, dat is wel weer tof dan for old times sake.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten