Het is prachtig weer, zij het flink stabiel. Juist ideaal om landingen te oefenen en om wat uit te proberen in de lucht: snellere trim, scherpere bochten. We vertrekken ’s ochtends erg laat zodat drie vluchtjes er niet in zitten, maar twee wel. Al twee dagen achter elkaar ben ik door een verder onbekende jongen, samen met ene Christian, voor een tweede vlucht omhoog gebracht. Zo heb ik dan deze week zes vluchtjes gemaakt van ieder een kwartier, serieus termiek pakken is niet gelukt. Sommige landingen waren goed, eentje was perfect, er zitten een paar buikschuivers tussen zodat alles smeriger is dan ooit. De grond hier is leemachtige vette klei, door en door nat omdat het hotel z’n kelder leegpompt en dat grondwater op het landingsterrein loost. Er stroomt een behoorlijk beekje waar al velen middenin zijn geland. Dat is beter dan mijn modderlandingen denk ik, de ritsen en gespen van m’n harnas zijn bijna compleet verrot nu. Iedere avond sta ik een uur te boenen.
Christine is nog minder fortuinlijk. Terwijl ze één van de betere landers is kwakte ze gisteren toch knoerdhard de grond in. De schade is beperkt, maar ze voelt zich natuurlijk superstom ook al moest ze uitwijken voor een rigid die toevallig in de weg stond. Ik hoop dat ze komend wiekend nog een keer vliegfit is, dan kan ze m’n Sting vliegen, ideaal voor het terugkrijgen van landingsvertrouwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten