Ik zit in een aardig kroegje in een gehucht middenin de Spaanse Pyreneeën. De zon breekt net door, de bergen om me heen zijn ongelooflijk imposant. Veel melancholieker moet het niet worden. Ik heb nogal willekeurig afscheid genomen van mensen die ik waarschijnlijk minstens een jaar niet meer zie. Vrienden, geliefden, bekenden, eikels en sukkels, het maakt niet eens zoveel uit. Het is het plezier van een gemeenschap waar ik bij hoor, familie. Iedere keer opnieuw besef ik hoe weinig we elkaar werkelijk kennen, eigenlijk juist daarom is het zo moeilijk om afscheid te nemen. We raken elkaars leven in een herhaling van vliegpraat, behendigheidsspelletjes, discussies en taken. Vrienden thuis hebben de rest van mij. De onvolledigheid, en de vergankelijkheid, maakt me weemoedig. Tegelijk de onverwoestbare, enorme, prachtige bergen waarvoor het niet uitmaakt of iemand ze ziet. Pietepeuterige mensjes die al schakelend en sturend de passen doorploeteren.
Donderdag 20:30 thuis. Jeetje, als de reis naar Australië het eten van een doorgang door de rijstebrijberg naar Luilekkerland is, is op je eentje van Spanje naar Den Haag rijden een volledig rondje door cake walk, twintig keer. Ik vind de drukte rond Parijs zelfs wel leuk eigenlijk, en de strijd om de snelste rij in de file voor Antwerpen. Thuis vrolijk begroet door m’n buren, die warmte spoelt elke weemoed meteen naar verre achtergronden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten