Het begon tien jaar geleden, toen mijn man plotseling
van me af wilde en hij mij uit alle macht de vliegwereld uit probeerde te
werken zodat zijn nieuwe vrouw letterlijk mijn plaats in kon nemen. Eerst was
ik alleen mentaal van de kaart, maar die zomer had ik zo'n vreselijke rugpijn
dat ik me tachtig voelde (ik was nog geen veertig). Dankzij Cameron en
Australiƫ kwam ik er bovenop, maar ik bleef slechte landingen maken en met rug-
en nekpijn tobben. In Spanje land ik in een reteturbulent graanveld zodat de
scherpe Moyes basebar m'n dijspier deels doorsneed. In 2011 verstap ik me bij
een landing in Neumagen, waarschijnlijk iets te moe na vijf vluchtjes om m'n
landingen te oefenen, en er scheurt iets in m'n knie. In augustus dat jaar
crash ik m'n vleugel bijna totalloss terwijl ik een perfecte landing probeer te
maken na maanden oefenen. Ik besluit om m'n Litespeed te verkopen en me
volledig op landingstechniek te focussen met een Sting.
Dat mag zo zijn, maar een zonnige vrijdagmiddag let ik
niet op als ik de brug afrace en ik eindig op de Eerste Hulp, met een gebroken
teen, gekneusde schouder en ontveld been. Gelukkig kost me dat niet al te veel
vlieguren, mede dankzij de fysiotherapeuten die me al krakend en oefenend in
beweging houden. Een half jaar vliegen in Australiƫ verloopt bijna
blessurevrij, op een pijnlijke schouder na, waarmee ik bij een slechte landing
op Glennies Creek een upright krom buig. In 2013 doet m'n schouder zo'n pijn
dat we 'm met dryneedling en sporttape te lijf gaan, en natuurlijk weer een
langdurig trainingsverbod.
Ondertussen probeer ik zo vaak mogelijk landingen te
oefenen, en het gaat zowaar de goeie kant op. Alleen moet Jamie mijn vleugel
naar de kant dragen als ik na de laatste vlucht in de zomer van 2014 niet meer
kan lopen van de pijn in m'n knie. Een paar weken later kan ik me alleen nog
maar op krukken voortbewegen door enorme pijn in m'n voeten – alleen nog
beheersbaar met ouwevrouwezolen en streng stevig schoeisel. Als ik in het voorjaar
van 2015 eindelijk een beetje zelfvertrouwen begin te krijgen, verpruts ik een
simpele landing op Doussart en de rest van mijn kruisband scheurt helemaal
door. Het herstel duurt de hele zomer en pas eind augustus kan ik weer een
dagje lieren. Dat komt me op een frozen shoulder te staan – twee jaar enorme
pijn, bewegingsbeperking, talloze prachtige dagen niet vliegen en altijd na een
half uurtje opgeven. In Forbes vliegen ze een recordtaak van bijna 370
kilometer en ik kan alleen maar toekijken.
Afgelopen december, als alles weer heel redelijk lijkt
te gaan en nadat ik een paar lastige landingen in Laragne eigenlijk best goed
heb gedaan, stapel ik fout op fout op fout en ik ontwricht m'n elleboog. Het
herstel gaat gelukkig erg voorspoedig zodat ik in februari alweer een paar
sleepjes kan doen. Maar vrijwel onmiddellijk ontstaat een tweede frozen
shoulder, terwijl de andere, links, nog niet eens echt helemaal over is.
Vliegen gaat best, maar de auto opladen, m'n rits dichttrekken, de vleugel
inpakken, autorijden, slapen, aan- en uitkleden is allemaal ontzettend pijnlijk
en moeilijk.
Ik geef het op. Tien jaar getob met steeds de hoop dat
ik mezelf weer sterk en fit kan trainen en dat ik m'n landingstechniek op een
acceptabel niveau krijg zodat ik eindelijk weer eens serieus overland kan
vliegen, eindelijk weer eens voor het echie met wedstrijden mee kan doen. Ik
geloof er niet meer in. Gisteren lukte het me nauwelijks om m'n vleugel terug in
de gang te hangen en de pijn is inmiddels zodanig dat het onmogelijk binnen een
paar weken voorbij kan zijn.
De gedachte dat ik ooit nog serieus aan een wedstrijd
mee zal doen laat ik varen. Niet zonder groot verdriet, maar ik ben
moegestreden. Wedstrijden zijn voortaan alleen nog maar gezellige evenementen
waar het makkelijker is om retrieve te organiseren. Naar een vliegstek rijden
doe ik alleen nog maar om te starten en te landen, zonder hoop op een mooie
vlucht. Ik ga m'n oudere vrienden achterna, die langzamerhand meer mooie dagen
niet vliegen dan wel. En misschien stort ik me op enig moment wel weer op het
bestuurswerk – m'n ex en z'n heks zal ik niet meer tegenkomen want die hebben
het al lang laten afweten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten