Tjonge wat ben ik toch verstandig. Een half uurtje vliegen, één
kalme toplanding op een makkelijker plek dan het startvak, en toen al meteen
ingepakt. Terwijl ik de latten uit de vleugel trek sta ik te twijfelen of dit
nou een zelffelicitatie waard is, of dat ik nou juist lui ben, dom om deze
perfecte condities niet beter te gebruiken, teveel binnen de grenzen van m’n
comfortzone blijf. Ik vlieg nooit verder dan de volgende opgang omdat ik fysiek
niet in staat zou zijn de spullen terug te slepen als ik uitzak, dus Zandvoort
doe ik nooit. Ik doe geen landing – meteen doorstarten om m’n techniek bij te
schaven. Officieel om m’n schouder te sparen, maar misschien stiekem toch ook
omdat ik het wel heel erg spannend vind. Nou was het dat ook, niemand had me
zien landen dus er was geen hulp om weer door te starten. Ook niet om uit te
haken trouwens, en dat ging dan ook niet. De enige oplossing was om uit m’n harnas
te stappen, de vleugel plat te leggen en daarna pas de karabiner los te
frummelen terwijl het zand me achter de contactlenzen blies.
Never mind, het was heerlijk om effe in de lucht te hangen,
superfijn om zo ontspannen te toplanden, en gezellig met uitsluitend delta’s.
Jaap die net als ik geen behoefte heeft aan lang in de lucht hangen, maar
vooral aan starten, landen en met anderen kletsen. Sitting Bob die juist vijf,
zes uur in de lucht blijft. Djenghiz met z’n hoogzwangere vriendin, Wouter die
z’n zenuwen onderdrukt met een hoop geluid, Frank en Jan die als vanouds
kibbelen als een langgetrouwd paar en een paar nieuwe gezichten, Lambert, Rens
en Andre. Ik bleef nog een paar starts om te helpen, maakte wat kiekjes van de
schitterend gekleurde bollenvelden en was op tijd thuis voor de lunch.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten