28 augustus 2017

gemene beestjes



Als peuter ben ik in een rooie mierennest gaan zitten, als brugklasser werd ik door een compleet wespennest te grazen genomen, in Italië ging ik op een Pieterman staan en her en der trapte ik met m’n blote voeten op een bij. In Florida werd ik aangevallen door een meute fire ants en ik had medische hulp nodig vanwege de sealice in m’n badpak. Als het giftig is en klein maar vreselijk pijnlijk dan ben ik een magneet. Dus ik ben altijd bang voor kwallen. Maar nu ik gestoken ben valt het zo enorm mee dat het bijna teleurstellend is – heb ik dáárom nou mooie zwemdagen overgeslagen?

27 augustus 2017

Zweefvliegclub Salland

O



Soms zijn streken saai aan de grond maar spectaculair vanuit de lucht (Greifenburg), soms is het andersom. Heel erg andersom. Zeker nu het al herfstig begint te worden, de hei bloeit, het is ’s ochtends nevelig en er vliegen zwermen vogeltjes laag over, koeien staan extreem fraai te poseren in het nog sappige groen. Zonnestralen door de takken van dichtbegroeide bossen. Vanmorgen kreeg ik gewoon een brok in mijn keel zo fraai was het weer om voorbij strand Nulde de polders te zien, al dat groen, de vlakte.
Harm & Annet hadden het voor elkaar gekregen dat we op zweefvliegclub Salland mochten slepen, wat een bijzondere buitenkans! En het was nog supergoed weer ook, zonnig en warm met een lucht die overal termiek beloofde. Dat viel dan weer een klein tikje tegen of eigenlijk viel ik vooral mezelf tegen, ik beet me vast in een bel en schroefde van 250 terug naar 700 meter maar in een paar seconden was ik het alweer helemaal kwijt en moest ik landen. Dan toch nog maar een keertje, ook al weet ik best dat het niet verstandig is maar deze übermooie lucht kon ik toch niet zonder serieuze poging voorbij laten gaan. Precies boven de zweversstart bleef ik bijna een kwartier ronddraaien, maar ik kon de lift naar boven niet echt vinden en een laatste wanhoopspoging (‘op hoop van zegen’, ook al is die zegen al twintig jaar nooit gekomen…) leverde niks op.
Eén van de redenen waarom het zo leuk was om weer veel ouwe bekenden te zien: terwijl ik m’n rits nog moest dichtdoen stonden er drie lieverds klaar om m’n vleugel op m’n auto te leggen. Wat zijn er toch veel hele aardige mensen.

26 augustus 2017

M'n fiets gegijzeld



Ik had het allemaal perfect uitgekiend vandaag: ‘s ochtends tuincentrum en ijzerhandel, overdag klussen, en dan eind van de middag nog even gauw een potje zwemmen. Op tijd eten en naar bed, want morgen hoop ik eindelijk weer eens te vliegen en ze willen al om tien uur ’s ochtends briefen! Dat wordt dus om zes uur op. Helaas, de strakke planning draaide in chaos toen ik voldaan en met het blije vooruitzicht van een rondje Meijendel ter afsluiting ontdekte dat een sukkel zijn fietsslot door mijn kabels had gehaald. Zelfs grof geweld zou geen soelaas bieden, ik had alleen maar teenslippers aan dus naar huis lopen was geen optie, en ik neem nooit geld of telefoon mee naar het strand dus ook de bus of een noodoproep naar de fietspechhulp ging het niet worden. Aan die pechhulp zou ik waarschijnlijk toch niks gehad hebben, toen ik een politieauto op het strand aanhielp hieven ze de handen ten hemel. Was ik m’n sleuteltje verloren, dan hadden ze me wel geholpen, maar ze gingen niet het slot van een ander openzagen. Wat mij op het voornemen bracht om dan toch in elk geval de banden leeg te laten lopen van de zak die mij door z’n onoplettendheid m’n avond kostte.
Wel was er een lokale meneer die heel aardig probeerde om me te helpen, hoopte dat zijn maatje op het terras van het Puntje de boosdoener was, en die nota bene z’n adres gaf om mij effe naar huis te brengen als het allemaal te gortig zou worden.
Dat bleek niet nodig, net op het moment nadat ik alle lange mannen op het terras had gevraagd of ze misschien met een hele dure zwarte herenfiets waren gekomen en ik onverrichterzake terug bij de fietsparkeerplaats aankwam, zag ik een man het slot open maken. Het meest woest was ik nog wel dat het zo’n onaantrekkelijk mannetje was, pfff niet eens een lollige afsluiting met een grapje en een biertje.

06 augustus 2017

Zon, zee, zuchten



Ik ben nog altijd een beetje angstig voor muien, kwallen of honden die tegen m’n tas pissen en ik heb nog steeds een bloedhekel aan het gekraak van zand tussen m’n tanden, zonnebrandcreme en zwerfafval, maar nu ik elke dag in zee zwem begin ik het een beetje door te krijgen. Hoe ver achter de branding ik me nog veilig voel, hoe lang ik kan zwemmen voordat m’n schouders echt pijn doen, waar ik m’n tas neer moet zetten om zeker te weten dat ie niet in de vloed wegspoelt. De golven, waar ik altijd van baalden omdat ze serieus doorzwemmen nogal in de weg zitten, vind ik nu zalig. Met m’n frozen shoulders kan ik toch alleen maar zwemslag en dankzij m’n debiele brilletje krijg ik geen brandende ogen, dus nu kan ik genieten van het opgetild worden en naar beneden vallen. Van het naaktstrandje tot het Zwarte Pad en weer terug, wel spannend bij de golfbrekers maar er blijkt geen stroming of kolk te bekennen en ik word ook niet tegen gemene betonblokken aangeslagen.
Na afloop blijf ik een tijdje staan kijken naar een torenvalkje dat op de maat van mijn mp3 perfect biddend steeds een meter naar beneden duikt om zich uiteindelijk succesvol op een muis of mol te storten. Via de schitterende duinen van Meijendel terug naar huis, tolerantie oefenend (en falend) vanwege de hordes efietsende toeristen en bakfietsende moeders met driewielige peuters langszij. Ik reageer m’n agressie uiteindelijk af op de appende voetgangers die midden over het fietspad zwalken maar dat brengt nauwelijks voldoening omdat ze het vaak niet eens in de gaten hebben. Nooit gedacht dat ik zo nog in het kamp van de wielrenners terecht zou komen.