16 juni 2018

Annecy


Je staat vroeg op, rommelt wat op de camping, peddelt een stukje en zwemt een stukje en je doet een klein vluchtje en plotseling is het vijf uur. Onbegrijpelijk. Ik ben ontzettend verdrietig omdat we afscheid moeten nemen en het zal nog wel weer een paar jaar duren voor ik Conrad weer zie. Maar het was wel top, zeker nadat de regen ophield en we konden vliegen. Na een paar vluchtjes op Plaine Joux donderdag, waar we een paar uurtjes de Mont Blanc in haar volle glorie konden zien schitteren, namen we de bergroute naar Doussard waar verder alles overdreven gladjes verliep. ’s Ochtends landden de SIV-parapenters naast onze tent zodat Conrad het allemaal goed kon bekijken; hij komt speciaal voor een SIV. Navette naar de start, vluchtje met m’n Fun en een perfecte landing, nog een heerlijk ontspannen vluchtje en alweer een geweldige landing. Uurtje peddelen, nog een stukje zwemmen, potje koken en een goed gesprek, en toen we wilden gaan wandelen in het natuurreservaatje naast de camping hoorden we een geweldige band (Les ogres de Barback) aan het strand  waar we verder de rest van de avond hebben gedanst. De leden van de band speelden ieder instrument waar ik ooit van gehoord heb, geweldig. Een mix van Arabische, folk, Baskische en Franse chanson muziek, veel cabareteske oproepen tot revolutie en betere zorg voor het milieu en een perfecte temperatuur ook nog.
Ik zocht nog slachtoffers om de kampeerspullen die ik aan Ratty uitleen mee terug naar Nederland te vervoeren, en Nico die gezellig op kwam dagen heeft geen plaats. Gelukkig bleek het eerste Nederlandse stel dat ik aansprak erg vriendelijk, ze hebben ruimte en gaan pas over twee weken weg dus ze nemen m’n spullen mee, ideaal. I love it when a plan comes together. Vanmorgen hoefde ik de auto dus niet al te precies in te pakken, dus we konden alweer superrelaxed op tijd naar boven waar ik allemaal bekenden van Club d’Annecy trof – Jerome, Yves, Robert, enz.
Ik startte goed in een lekkere bel. Te lekker want halverwege wolkenbasis verloor ik m’n concentratie en zakte ik weer net zo hard terug naar starthoogte. Ik bleef nog een kwartiertje jojoën en dat was dan weer teveel voor m’n puddingarmpjes – niks getraind afgelopen jaar, een pietsie pijn in beide schouders en toch nog eigenlijk best wel een beetje last van de elleboog. Na een half uurtje landde ik onelegant op Doussard. Net genoeg tijd om alles in te pakken en op te binden, een paar babbeltjes te maken en het enige biertje van de week te drinken en toen was Conrad er al. We doken nog een laatste keer in het meer, huurden een fiets voor hem en reden als allerallerallerlaatste ding met de fiets op het dak richting Annecy. Te vroeg voor een restaurant dus we eindigden bij een ketenpizzeria. Smakeloze oranje formica tafeltjes, lelijke parkeerplaats voor de deur. Een beetje gesprek lukt dan ook niet meer en om zeven uur namen we afscheid. Hij stond me bij de afslag naar het fietspad op te wachten om nog een laatste keer te zwaaien, en flink van slag af wist ik twee uur lang te verdwalen en m’n creditcard kwijt te raken voordat ik eindelijk op weg naar huis reed, met de cd van het bandje van gisteravond veel te hard. Geen Luxemburg dus meer vanavond dus een sleepje in Maillen morgen zit er waarschijnlijk niet meer in, maar als troost heb ik een heerlijk campingkje gevonden waar het enige geluid dat van alle vogels en kikkers is.

13 juni 2018

Mist, regen, wind en kou



Met de ouwemensenstokken die ik gisteren heb gekocht ging het berg-op-en-af een stuk beter, maar na twee uur klimmen wilde ik toch weer de route bekorten. Ik voel me een spelbreker omdat Conrad echt tot de top had willen lopen en hij is er fit genoeg voor en er was inderdaad wel een kansje dat de mist/wolken een beetje hoger misschien op zouden lossen, maar als ik te ver loop kom ik kreupel en kreunend thuis en dan wordt het lastig om morgen te vliegen.

Regen




Bakken met regen, dan maar wandelen. Over steile modderstroompjes met af en toe een glimp van een machtige rotswand of een enorme waterval, toch schitterend dankzij de weelderige begroeiing. Met al m’n pijntjes hadden we genoeg om te bespreken – Conrad is denk ik een supergoeie dokter en in ieder geval kan hij uitstekend toelichten hoe een pilotenlijf in elkaar zit. Eigenlijk bevestigt hij alles wat de fysiotherapeut uitlegde en het versterkt mijn bange vermoedens: ik heb waarschijnlijk jarenlang verkeerd getraind, zeer gedisciplineerd hard m’n best gedaan om alle grote spieren veel te éénzijdig en te zwaar en op een verkeerde manier te belasten. Wat Conrad betreft is er weinig reden om te denken dat de pijn iets met de artrose te maken heeft. En veel deltisten krijgen last van hun rotator cuff omdat we met de gewichtsverplaatsing en vooral als we highsiden voortdurend een zwaar gebruik maken van de kleine spiertjes die de schouderkop in de kom houden. Iets soortgelijks met m’n heupen en rug, misschien als gevolg van drie jaar lang elke dag m’n dijen trainen vanwege de kapotte knie.
Twee-en-half-uur wandelen was precies genoeg, veel verder had ik niet gekund. De rest van de dag ging op aan rondcrossen om de start te laten zien, boodschappen doen, aarzelen of we terug naar de start moesten rijden omdat het open leek te trekken, telefoonkaart kopen en traditioneel goedkope onzinaankopen te doen bij de Decathlon.