05 januari 2010

Gustfront day

Uiteindelijk leek ik gisteren zo ongeveer de enige die lol in de vlucht gehad had. Mensen zaken uit in de startcirkel, Trent werd tijdens de launch door een dusty gegrepen (en kwam er deze keer vanaf met een kapotte upright), Nics instrumenten hielden er mee op. Ik startte erg laat, draaide moeiteloos naar wolkenbasis en liet me al draaiend de startcirkel uitdrijven. Ik hopte van gaggletje naar gaggletje, een paar slagen met Virpi onder me die te wijd draaide, en zonder enige moeite was ik al veertig kilometer verder. Ondertussen dumpte een wolk in het westen een regenbuitje, niks spannends dacht ik want hij bewoog niet hard en ik dacht dat ie achter me langs zou passeren. Hier in Forbes kan je altijd mooi de buien zien en er gewoon omheen vliegen. Als je op de grond kijkt waar de regen neerkomt kan je precies in de gaten houden welke kant het op gaat en hoe snel.
Nadat ik Virpi achter had gelaten was ik alleen, en prompt zakte ik uit. Heel laag boven de grond vond ik weer een belletje, en ik draaide langzaam omhoog, tot ik opnieuw naar de bui keek en zag dat ie sneller bewoog en ook recht op me af. Daarom stopte ik op duizend meter, laag, en stak vervolgens een beetje crosswind door om de bui vóór te blijven en hopelijk helemaal uit z’n pad te vliegen. Dat bleef zeker een kwartier zo, laag glijden, beetje hoogte tanken, een blik op de bui werpen en als de wiedeweerga doorsteken. Bij Grenfell hield het op en landde ik keurig. Er stond een flinke puist wind en dan lukt het me meestal wel.
Een leuke dame stopte en begon meteen een interview voor de Grenfell Weekly. Binnenkort ben ik wereldberoemd in heel Grenfell (ik schat zo’n 1000 inwoners). Daarna gauw ingepakt om het gustfront voor te zijn, en ik stond net met m’n vleugel op m’n schouder te overwegen hoe ik nou het hek over zou komen, toen Alex parkeerde en me een handje hielp.
De 100 km die we nog naar goal moesten rijden was de lucht hier en daar zwart en de buien waar we doorheen reden waren flink heftig. We verwachtten dus wel natte piloten op goal, maar hun gezichten leken eerder op ‘ernstig ongeluk’ te staan. Het bleek dat ze er met z’n twaalven waren, toen een gustfront vanuit het westen in seconden tijd over ze heen kwam, en terwijl iedereen probeerde te redden wat er te redden viel werden ze overvallen door nog een gustfront, vanuit het zuiden. Totale chaos dus, een paar zwaar beschadigde vleugels en eentje total loss, Tony naar het ziekenhuis met een bijna afgerukte vinger nadat hij de kabels vast probeerde te houden, anderen op het nippertje uit hun A-frame gesprongen, deuken in auto’s waar leading edges tegenaan waren geknald. Jamie zal de fotoos wel op haar blog zetten, ik heb ze nog niet gezien. http://naughtylawyertravels.blogspot.com/
Ondertussen hadden we al een uur niks meer van Gijs gehoord. Het laatste was dat hij op 50 km zat. Nergens is telefoonontvangst, dus dat is niet zo gek, maar we hadden ook geen radiobericht over landen of positie ofzo. Hij moest ergens bij Murringa geland zijn, een gebied zonder telefoon of bewoning of wegen. Ik maakte me zorgen, met die idiote gusts kon hij wel een ongeluk hebben gehad en dan zou het nog heel lang gaan duren voordat we ‘m zouden vinden.
Tegen zeven uur kon hij bellen bij een farmers huis, toevallig net op een moment dat wij ontvangst hadden. Niks aan de hand, hij had harstikke goed gevlogen en was na z’n landing ook meteen op zoek gegaan naar een manier om contact te maken.
Op de terugweg boden Ropje, Connie en Nathan me een lift aan, erg goed want ik trok het bijna niet meer in Blenkies auto en bovendien had ik dringend behoefte aan een goed gesprek. Om natuurlijk terug in Forbes precies het tegenovergestelde te doen van wat Ropje adviseerde, en hij heeft vrees ik gelijk maar ik wilde naar Cameron toe. Die was vrolijk, zat met Nic en Les aan de sambuka helemaal tevreden dat hij een dag had overgeslagen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten