10 januari 2014

O o Den Haag


Sydney Central


Northern Territories

brok in m'n keel
Met alle skype, facebook, txt en mail zou je denken dat het totaal niet meer uitmaakt waar je bent of hoe ver weg je vrienden zijn. Toch vertelt Selmsey me alleen per sms dat ie is uitgezakt, weet ik van Fluffy dat haar kies er niet uit hoeft, als ik nog in Australië ben. Ook bijzonder: zodra ik vertrek wil iedereen nog een keertje bellen. Heel lief wel, ’s avonds voor vertrek werd ik telefonisch doorgegeven aan de hele club in Corryong, en terwijl ik aan de balie ruzie stond te maken over het doorlabelen van m’n harnas (niet gelukt, dus m’n harnas is nog in Peking) nog een allerallerallerlaatste lief afscheidstelefoontje.
Bij vertrek had ik m’n sleutels op de voordeur laten zitten, dus ik belde de buren om half zeven ’s ochtends wakker om me binnen te laten. Binnen trof ik een bloemetje met een ‘welkom thuis’kaartje van diezelfde buren aan. En nieuwjaarskaarten, zodat ik me weer schaam dat ik niks van me heb laten horen.
Het is schitterend weer en ik heb zin om vrienden te zien.
M’n vrienden, club, geliefden, kennissen in Australië zijn me zeer dierbaar, en ik kan me ondertussen geen leven zonder hen voorstellen. Het was leuk om te horen dat het H is here gonsde, en lief dat iedereen vraagt waarom ik niet blijf. Maar het leven zou toch wel heel anders zijn in Newcastle als ik er zou wonen, werken, verantwoordelijkheden hebben, een dagelijks onderdeel van de club zou zijn. En belangrijker nog, ik heb hier in Den Haag een compleet leven met mensen en belevenissen die ik voor geen goud zou willen missen.

08 januari 2014

Daar gaan we weer



Bah wat zie ik op tegen de lange reis en wat zal ik het hier weer vreselijk missen. ’s Ochtends m’n badpak aan en een half uurtje baantjes trekken in de oceanpool. Altijd en overal op m’n blote voeten lopen, starten vliegen landen op blote voeten, keurige mensen in de supermarkt op hun blote voeten. De golven die tegen m’n rug breken. De zoete lucht van bloemen aan de bomen en de warme lucht langs m’n huid. Dixon park waar ik eindeloos kan oefenen en als de wind draait zijn er vriendjes om een biertje mee te drinken. De sfeer in de club, waar de meeste piloten elkaar tientallen jaren kennen en elkaar een paar keer per week zien, waar bijna alle leden naar elkaars feesten gaan. Waar mensen mij bellen om te vragen of ik kom vliegen en of ik vervoer nodig heb. Talloze keren dat me gevraagd werd waarom ik toch zo nodig terug naar Den Haag moest, ik hoor tenslotte hier.
Ik zal Conrads huishouden missen, waar ik deel van mag uitmaken. Zijn dochters, die een onbeschrijfelijke rotzooi achterlaten die ik dan weer opruim. Fluffy, die doodmoe thuiskomt van haar werk, als Ratty er niet is moet ik even voor haar zorgen. Ik spreek haar bijzonder graag.
Ik zal Conrad missen voor wie buiten spelen een urgente en acute eerste levensbehoefte is. Vliegen, zwemmen, skateboarden, fietsen. Maar in de eerste plaats komt altijd zijn zorg voor anderen, voor z’n kinderen, patiënten, z’n moeder, voor Nicola, Fluffy en mij. Hij weet dat wij alledrie duwtjes nodig hebben voor we iets spannends durven te proberen, en hij doet het ons voor, helpt, kalmeert.
Gisteravond scheurde hij z’n kuit en nou kan hij nauwelijks lopen. Ik verwacht dat hij binnen een paar dagen weer vliegt, hij gaat het niet volhouden om wekenlang te zitten.
En ik mis m’n vriendjes, Hairy Karl en Adam en Mickey en Paul en JOD en natuurlijk Selmsey.

07 januari 2014

Oefenen en meer oefenen en nog een keertje oefenen


Indigo

Wat een fantastische dag! Vandaag alleen al was het waard om weer naar Oz te komen. Ik had me flink verslapen zodat ik pas om acht uur m’n baantjes in de pool trok. Toen ik thuis kwam stond Conrad de Malibu op te bouwen, en de rest van de dag hebben we steeds vliegen en op de kinderen passen afgewisseld. Ik heb zeker twintig toplandingen gemaakt, een keer of vijf perfect geland in het park met m’n voeten netjes bij elkaar en m’n knieen opgetrokken, mooie starts met de basebar zo lang mogelijk bij me, drie keer beneden van de trap gestart, een paar keer tot de surfclub bij Streszlecki gevlogen en me weer terug omhoog gewerkt. Ik ben waanzinnig moe, echt volkomen leeggevlogen, en heel heel heel erg tevreden.

Dixon park


Frans, ik, Adam, Mickey, Harry


Conrad vanmorgen

Een lange dag vol tijdverspilling, heerlijk echt vakantie. Ik was wat later dan m’n gebruikelijke zes uur bij de oceanpool, gesloten wegens verversing van het water. Dan maar een half uurtje in de golven springen, ook lekker. Daarna heel Newcastle rondgefietst op zoek naar een specifiek boek dat ik aan Conrad kado wilde geven, maar er zijn hier nauwelijks boekwinkels. Twee tweedehandswinkeltjes, waar ik lang bleef kletsen over alle Nederlandse auteurs die er lagen, en de Book grocer waar alle boeken een tientje kosten maar waar er weinig systeem in de collectie zit.
Terwijl ik zat te lunchen zag ik Ben opbouwen, dus ik stormde naar buiten, bouwde de Malibu op en deed twee toplandingen op Dicko’s. Dat was alles bij elkaar twee of drie minuten vliegen, en omdat de wind doordraaide naar het oosten en afnam, bleven we de rest van de middag besluiteloos op de start rondhangen. Er werd wel gevlogen, vooral op Strezlecki, maar volgens Mickey was het gevaarlijk en inderdaad crashte Kotzi tegen de oosthelling van Merewether. Geen schade behalve een upright, maar een eng idee dat de lucht zomaar onder je weg kan vallen.
Ik wilde de verloren tijd gebruiken om m’n Litesport kort te pakken, maar er moest een piepklein schroefje uit de leading edge waarvoor ik het juiste gereedschap niet had. Ik wist ook niet zeker of dat schroefje inderdaad los moest, en ik belde Adam om Noma’s telefoonnummer te vragen. Adam hing ruim honderd meter boven het strand en kletste wat, zij het onverstaanbaar door het windgeruis, en stuurde me vervolgens een tekst met Noma’s nummer. Met z’n enorme smartphone in gladde handschoenen, zonder borg.
Tegen het eind van de dag haalde Harry even de juiste schroevedraaier. Uiteindelijk was de Litesport klaar toen het ruim te laat was om ‘m nog naar de fabriek te brengen. We dronken een biertje in Beaches, en toen was de dag alweer om.

04 januari 2014

laatste dag in Forbes



Ik denk dat het nou waarschijnlijk toch wel echt de laatste keer is, voor langere tijd, dat ik hier ben. Acht keer Australië, het is wel genoeg geweest. Maar acht keer Forbes, dat is nooit genoeg. Daarom had ik erg graag willen vliegen vandaag, maar ondanks dat vrijwel iedereen een start waagde heb ik weer ingepakt. De harde windvlagen en dusties sloegen op m’n vleugel, m’n neuskapje blijft niet zitten en als dat tijdens het vliegen loskomt heb ik een groot probleem, ik heb alweer niet genoeg geslapen, de omstandigheden zijn zodanig dat ik vooral niet wil landen en iedereen die de lucht in ging had de grootste moeite om hoogte te krijgen. Ook al blijft het de moeilijkste beslissing, zeker als ik denk dat ik de komende jaren niet meer hier zal vliegen, ik ben toch blij dat ik op de grond ben gebleven. Cameron heeft wel twee starts geprobeerd, maar hij zakte uit. Net als Noma, Federico, Hans-Peter, nog een paar. Uiteindelijk heeft niemand van de vrouwen gevlogen. Ik heb net afscheid van Camo en van chauffeur Pete genomen, en de rest van de middag zal ik proberen het huis schoon op te leveren terwijl ik ondertussen bekijk hoe Conrad en anderen inmiddels al bij Wellington zitten.

03 januari 2014

Lange dag



Volgens de voorspelling zou de wind enorm draaien en toenemen, vanwege de cycloon die inmiddels dichtbij is, maar er zouden ook hoge cumulus zijn en sterke, hoge lift. Een taak van 194 km dus, en ik verwachtte een zware sleep. Het pakte echter weer eens totaal anders uit dan voorspeld: de sleep was rustig en de lift inderdaad sterk, maar niet erg hoog. In een vrij grote gaggle draaide ik mooi bovenin mee, zonder te vluchten of zelfs maar naar de buitenkant te bewegen. Ik was best trots op mezelf, maar afijn het hielp allemaal weinig want van de top van de lift op 1500 meter knalde ik in een paar seconden in vette sink terug naar de grond. Vijf kwartier gevlogen voor niks. Never mind, ik kreeg allemaal drank en hulp en binnen een kwartier lag ik alweer op de dolly. Deze keer wist ik dat de lift lager bleef dan voorspeld, dus toen ik op 1600 zat stak ik weg, achter Cameron aan. Natuurlijk was ik ‘m binnen no time kwijt, ik ga vreselijk langzaam met m’n mast en ronde basebar. De rest van m’n nogal korte vluchtje was een kwestie van bijna landen, bewust over een triggergebied glijden, en dan in turbulente, harde lift weer omhoog. Maar niet genoeg, na dertig kilometer was het over. Ik zag een hangglidingauto stoppen, altijd een fijn gevoel dat er iemand kijkt terwijl ik ergens land. Het was Bruce, die een lekker koud biertje bij me achterliet. Pete was al bij me voordat ik ingepakt had, en tegen de tijd dat we reden stond Cameron aan de grond, en onderweg kwamen we Ebbs tegen. Vic vloog bijna naar goal, zodat we uren en uren en uren in de auto zaten, in een ijzige sfeer. Toen ik vanochtend bijna blind wakker werd, ontdekte ik dat ik vergeten was m’n lenzen uit te pulken, zo moe was ik. Vandaag laatste dag, half blind dus.

02 januari 2014

Cycloon Christina



Het nieuwe jaar begon erg emotioneel, maar ach dat hoort bij het opgroeien hè. Voor wat het vliegen betreft: ik moet echt beter m’n best doen om te observeren. Zowel alles wat om me heen gebeurt, hoe het weer zich ontwikkelt, waar het omhoog gaat, wat anderen doen, als m’n innerlijke drijfveren. Waarom kies ik deze koers, waarom verlaat ik deze bel? Ik laat me nog altijd leiden door impuls in plaats van intuitie, en het brengt me nog altijd veel te snel naar de grond. ’s Middags deden Cameron, Jonny, Flocky en Lukas een termiekklasje. Erg goed, ook al hoorde ik niks nieuws, maar het kan nooit kwaad om te bespreken hoe toppiloten hun besluiten nemen. Eerder in de Mezzanine sprak ik Atilla, misschien nog wel een boeiender piloot dan de intuïtief vliegende Camo en Jonny. Atilla is een studiebol, hij kan vrijwel ieder detail van z’n beslisprocessen articuleren.
Jeanine en Steve van de Mezzanine gaven een barbie in hun schitterende tuin, en Nils gaf z’n gebruikelijke performance waarin ik als de H-bomb figureer. Geestig, al weet ik weer waarom ik hier niet zou kunnen leven. Het simpele machoseksisme van bierdrinkende lelijke mannen die zich vooral druk maken over de vraag of ik een bh draag of niet, ik ben er helemaal klaar mee.

01 januari 2014

Uitgezakt in het nieuwe jaar



Waarschijnlijk ben ik gewoon te onuitgeslapen om me te concentreren, of ik had gewoon pech, een beetje onduidelijk. Zonde, want zo bijzonder was het oud-en-nieuw natuurlijk niet in Forbes. De helft van de piloten lag al lang te slapen, met de andere helft zaten we in de Vandenburg tot iedereen iedereen kon zoenen en toen gauw naar bed. Ik was vergeten om m’n Europese telefoon uit te zetten dus om vijf uur werd ik wakker van de eerste nieuwjaarswensen uit Nederland. Lief wel, maar helaas een beetje te vroeg.
De lucht zag er onaantrekkelijk uit. Totale bedekking met dikke cirrus, harde noordwestenwind en tegenstrijdige voorspellingen over absoluut nul lift en gevaarlijk harde wind of juist geen wind. Eenmaal losgekoppeld van Marco viel het me heel erg mee, er zat wel degelijk goeie termiek alleen was het lastig om de kern te vinden. Een of andere eikel draaide op mijn hoogte rechtsom en binnen een halve slag was het over, en stond ik weer aan de grond. Al snel was ik opnieuw aan de beurt en Bobby sleurde me scherp draaiend naar 800 meter, maar zodra ik was losgekoppeld was ik de lift kwijt. Ondertussen was letterlijk iedereen weggevlogen, dus zo moeilijk kon het niet zijn. De laatste poging achter Blano brak m’n breukstukje doordat de vg was losgeschoten en ik onmogelijk de diepte in kon duiken toen hij de sink in viel. Op honderd meter boven de grond probeerde ik alsnog in te draaien, maar het mocht niet baten dus ik landde bij de hangar, waar Bill op een stoeltje zat uit te rusten van een dag sleutelen. Hij bood me een koud drankje aan, en nadat ik had ingepakt en Pete m’n spullen op de auto had, werd ik ontboden voor een biertje in het clubhuis. Dat is altijd goed, met Bill kan ik tenminste lachen en hij blijft de oeraanstichter van het feit dat ik kan vliegen. Hij is inmiddels een aardig eind in de tachtig, heeft een heleboel kleine beroertes gehad en hij wordt wat langzamer en staat niet meer de hele dag aan de startrij, maar hij is nog lang niet dement. Ieder jaar vraagt ie naar Wendela, en hij vindt het leuk om te horen dat Ropje vader wordt en dat Rinus onze sterslepert is. Zoals aan Ian beloofd heb ik ‘m nog proberen over te halen om Gulgong vliegveld te kopen, maar dat ziet ie niet zitten.
Ik vroeg ‘m hoe hij Molly ook alweer had versierd, toen hij zeven was. Hij gooide stenen naar haar, om haar aandacht te trekken, en na drie jaar viel het haar op dat hij niet probeerde om haar te raken. Dat was duidelijk echte liefde en ze pakte hem beet en hij is met haar getrouwd. De dagwinnaars krijgen nog altijd een koekje van Molly, en ik kan nog altijd zorgen dat Bill me loslaat door te dreigen tegen haar te klikken.