Categorie 1 wedstrijden (WK’s en EK’s) zijn meestal
flink gestresster en ook nog duurder dan cat 2. Piloten die wel heel
graag willen winnen, hoger prijzengeld, meer protesten, rigide
wedstrijdleiding, strenge sprogcontrole enzovoort. Nadat
ik jarenlang duizenden euros voor onze kernploegen heb binnengesleept,
ben ik zelf de kernploeg uitgewerkt en het geslonken budget wordt onder
de mannen verdeeld. Voor mij hoeft het allemaal niet meer dus ik beperk
me gezellig tot categorie 2 wedstrijden en
clubcompetities. Behalve de womens worlds, dat is te leuk om te laten
schieten. Een paar grote toppers (Corinna, Kathleen en Francoise, al
jaren en hopelijk komt Julia weer terug), een paar aanstormende talenten
(Carole, Laura, Kathryn misschien) en een hoop
ploeterende pilotinnen die eigenlijk meer als fanclub dan als
concurrentie meedoen. De womens worlds zijn ook altijd tegelijk met de
rigids en de klasse 2 (Swifts enzo) zodat we in een enorm goeie sfeer
gezellig met dertig vrouwen en de top van de internationale
hanggliding wereld (Manfred, Mario, Primoz) berg, briefings en goal
delen. En dan is het dit jaar ook nog ns in Annecy, de plek waar ik m’n
allereerste echte hoogtevlucht maakte bijna twintig jaar geleden, met
uitzicht op het besneeuwde hooggebergte achter
je en het turkooisblauwe meer voor je. Sinds een jaar of tien is het
levensgevaarlijk om bij Annecy te vliegen, vanwege de honderden
parapenters zonder enig verantwoordelijkheidsbesef, maar tijdens de
wedstrijd wordt de start voor hen gesloten. Dat maakt het
een uitgelezen kans om er nog één keertje een poging te wagen de tour
du lac te vliegen.
Ik schrok dan ook even wakker toen ik een mailtje
kreeg met de mededeling dat ik niet gekwalificeerd ben om aan een cat 1
wedstrijd deel te nemen. Verrek, vergeten, maar inderdaad je moet de
afgelopen drie jaar tenminste één keer bij de
beste tweederde hebben gescoord in een cat 2 wedstrijd, of aan een cat 1
wedstrijd hebben deelgenomen. Een begrijpelijk vereiste, want alle
stress en drukte maken cat 1 wedstrijden gevaarlijk voor onervaren
piloten. Maar met mijn focus op landingstechniek
en met de gecancellde womens worlds Tegelberg was ik dus wel even m’n
kwalificatie kwijt.
Om exemption te krijgen moest ik aantonen dat ik
wel degelijk ervaring heb in drukke stresssituaties, en voor de
zekerheid vulde ik maar alle FAI-erkende wedstrijden waar ik in m’n hele
leven aan heb deelgenomen. Inclusief m’n eerste womens
worlds, waar ik ook met een exemption vloog en waar ik het Nederlandse
team toen de enige (bronzen) medaille bezorgde met m’n dertiende plaats,
die een Nederlands team ooit in een cat 1 wedstrijd gewonnen heeft.
Maar dat was toch wel een confronterend verhaal,
aangezien er ook om m’n scores gevraagd werd. Behalve die dertiende
plaats in 2004 heb ik vrijwel nooit goed gescoord. Sinds ik m’n eerste
wedstrijd vloog in 2001 ben ik altijd dik tevreden
geweest als ik niet allerlaatste was, en mijn persoonlijke doel is om
goal te halen, voor mijn part langzaam en voor mijn part als laatste.
Zolang ik mezelf niks te verwijten heb, ontspannen gevlogen heb en
meestal netjes geland ben, kan ik er zelfs mee leven
dat ik maar hoogst zelden goal haal. En het laag op de scoringslijsten
staan is ook niet zo erg, ik heb van huis uit goed meegekregen om tegen
m’n verlies te kunnen.
Maar die hele enkele keer dat ik wel eens een dag
win (sportsclass British Open 2013) of een piepklein clubwedstrijdje
(Knoalkup) vind ik wel harstikke leuk. Dat smaakt toch wel naar meer,
dus dat levert ook de teleurstelling op als ik
constateer dat ik niet beter ga presteren.
Hoe dat werkelijk komt, weet ik niet. Er zijn
allerlei verklaringen, van het langdurige mentale herstel na m’n
ongelukken tot het nog veel moeilijker de klap te boven komen die K me leverde. Maar misschien heb ik gewoon geen talent,
of heb ik m’n sportieve activiteiten altijd verkeerd gericht. Ik had al
veel eerder op vaardigheden moeten focussen en ik had al veel langer
moeten werken aan m’n concentratie. Daar kom je dan op je 46e
achter, als de lichamelijke achteruitgang
al inzet. Jammer, gemiste kans. Maar zolang ik nog kan vliegen en
zolang ik nog met wedstrijden mee kan doen, is m’n leven ondanks die
slechte scores bijna volmaakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten