O juist, aan het termieken ligt het toch niet echt. In een
gaggle termieken, met een berg ernaast, dat lukt me niet. Ik startte na Julia,
draaide haar er in eerste instantie uit maar zakte vervolgens fors, probeerde
het bij de spur waar twintig jaar geleden de bel altijd zat, en draaide
inderdaad mooi regelmatig en efficient omhoog. Gecontroleerde, gelijkmatige
strakke bochten, heerlijk. Totdat Jamie en Kathryn naar me toe vlogen en op
mijn hoogte instaken, binnen drie driezestig was ik al m’n concentratie kwijt.
Ik verontschuldigde me over de radio en vloog weg, wat met de lichte termiek en
lage wolkenbasis vrijwel zeker uitzakken betekende. En daar stond ik weer, op
het bombout veld, met Michel die waarschijnlijk heel lief is maar wiens Franse
dialect ik niet kan verstaan. Eenzaam, vooral als alle anderen hoog bovenover
op koers gaan.
Het lastigste is dat ik teleurgesteld in mezelf ben. Twintig
jaar vliegen, en ik presteer minder dan een beginnende piloot op een Orbiter.
Minder dan iedereen. De slechtste piloot van de wereld, want dit zijn de
wereldkampioenschappen. Al twintig jaar zoeken naar een balans tussen ambitie
en motivatie om mezelf te verbeteren, en acceptatie van m’n gebrek aan
vaardigheid en durf. Ondertussen geniet ik wel van het landschap en de
gezelligheid, en word ik net zo moe als de piloten die drie uur per dag
vliegen.
Kees en Bruce zijn er, met Andy. Heerlijk lachen tot je
bijna in je broek pist, vertrouwdheid van twintig jaar lief en leed. Waarschijnlijk
zijn ze vannacht verzopen in hun flipfloptentjes. Ik ben in ieder geval zwaar
onuitgeslapen. Maar dat is het wel waard, eens in de paar jaar even oude banden
aanhalen, effe knuffelen met degene waar het uiteindelijk altijd om gedraaid
heeft. Een halve wereld tussen ons in, de beste bescherming tegen slijtage.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten