18 april 2015

Lief en leed



Ik had eigenlijk zullen schrijven over kievieten en hoefsporen van zwijnen en narcissen. Een reetje. Dat ik het niet eens zo heel erg vind om vierhonderd kilometer te rijden voor drie minuten vliegen, omdat het mooi weer is en gezellig. Ook al heb ik me kotsmisselijk aan de liga gegeten omdat ze bij het AC-restaurant geen groente meer serveren. Over de zon die schitterend ondergaat om kwart over negen nog. Of ik had zullen schrijven over André die als vanzelfsprekend ’s ochtends vroeg de telefoon opnam (ik was een jaar niet meer in Bruinehaar geweest) en beloofde mij in elk geval op te lieren, zodat ik niet voor niks reed. Anthony die m’n vleugel van de bosrand naar de camping droeg, zo’n anderhalve kilometer. Maar het liep weer eens anders en ik ben nog steeds ontdaan over de manier waarop Gerard als een opgefrommeld stuk papier tegen de grond gesmeten werd. Ik zat met Anthony bij m’n auto te zoeken naar een geschikt harpje om m’n weaklink aan m’n verlengkabel te hangen. De wind was in de loop van de dag geleidelijk harder geworden maar nog niks verontrustends dacht ik. Gerard waarschuwde me m’n vleugel wat opzij te zetten voor het geval hij eroverheen zou blazen.
Ik miste het begin, dus ik weet niet of hij z’n scherm omhoog wilde zetten of alleen zo’n muurtje wilde bouwen om ‘m recht te leggen, maar in ieder geval werd hij door een rukwind omgeblazen. De eerste seconde moest ik er om lachen – het gebeurt niet heel vaak maar een parapenter die door de wind op z’n gat wordt getrokken is zo ongeveer net zoiets als een lullige buiklanding van een deltist. De tweede seconde zag ik dat hij nèt langs mijn vleugel kwam en voelde ik dus vooral opluchting. De derde seconde zag ik tot m’n afgrijzen aankomen hoe hij keihard de diepe stijle sloot ingesleurd werd, en ik geloof dat ik al begon te rennen toen hij inderdaad als door een reuzenhand in de slootkant gekwakt werd. En weer eruit, zo te zien buiten westen en waarschijnlijk zwaar gewond. Ik greep ‘m maar mijn zestig kilo stelt niks voor voor een goeie parapent en samen werden we een meter de lucht in getild en weer neergekwakt. Terwijl Anthony ‘m aan de andere kant te pakken kreeg gilde ik help help, ik had echt hulp nodig. De anderen hadden het drama niet echt gezien en leken vrij rustig aan te komen lopen, terwijl wij als deltisten niet wisten hoe we de parapent in bedwang moesten krijgen. Iemand riep dat ik niet aan de remlijnen moest trekken maar ik heb geen idee wat de remlijnen zijn. Uiteindelijk kregen André en Anthony het scherm beet en kwamen we tot stilstand, ik half onder Gerard die duidelijk veel pijn had en voortdurend lag te draaien. Hij had uit z’n oor gebloed en een bloedneus en praatte met een kikker in z’n keel, ik was als de dood dat z’n hersenen beschadigd zouden zijn. Gelukkig was hij goed aanspreekbaar en om onze flauwe grapjes kon hij zelfs een glimlach produceren.
De boer hielp een ambulance en politie het veld op, en kort daarna konden we Gerard een helikopter inschuiven.

Hij is flink beschadigd maar z’n hersens zijn in orde en hij heeft geen bewegingsverlies. Dat is maar goed ook want de lol van Gerard is dat hij zoveel lol heeft aan het buiten spelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten