De één maakt zich zorgen om mijn redding, mocht ik onwel
worden. De ander gruwt van bacteriën die je misschien inslikt. Boten vormen een
reëel risico als ik pas ’s middags ga zwemmen. Ik heb last van de planten die
net onder het oppervlak drijven en ik ben altijd een beetje bang voor
billebijters. En nou lieten de jongens me fotoos zien van een meterlange snoek
die ze vlak in de buurt gevonden hebben, met zo’n puntige bek vol gemene
tanden. Het lukt me niet meer om zorgeloos de plas over te zwemmen. Bij het
crawlen kijk ik de diepte in en ieder luchtbelletje zou van een monster kunnen
zijn. Op de terugweg, met schoolslag ben ik me bewust van iedere schubje dat
tegen m’n benen strijkt.
Thuis heb ik naar geruststelling gegoogled, op zoek naar de
uitleg dat snoeken nevernooitniet mensen bijten. Er blijken juist tientallen
berichten te zijn over happende snoeken. En trotse visserssites waarop de
Vlietlanden worden aanbevolen vanwege de enorme roofvissen. Weg meditatief
plonzen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten