26 september 2016

Wiekendje Parijs




Een groot nadeel van onze internationale vliegvriendschappen is dat we elkaar nauwelijks tegenkomen als we een paar seizoenen niet dezelfde wedstrijden vliegen. Ik ben niet naar Macedonië gekomen, heb toch geen wiekendje Edinburgh gedaan, ga niet naar Australië dit jaar en waarschijnlijk vlieg ik nog het hele volgende jaar mijn Litesport zodat het niet voor de hand ligt om naar de VS te gaan. En Jamie crosst meer dan ooit de wereld over maar nauwelijks om wedstrijdjes te vliegen, dus we lopen elkaar steeds mis. Dus toen ze vrijdagavond via messenger riep Get your ass over here! sputterde ik voor de vorm nog wel even maar binnen een half uur had ik m’n Thalysticket en nog voor ik in de metro zat hadden zij en Kathryn en Trudy en Gary al plek voor me aan een lunchtafel in het Musée d’Orsay. Daar had ik in tien minuten kunnen zijn ware het niet dat ik eerst een metro de verkeerde kant op nam, toen een verkeerde deur doorging zodat ik ineens op straat stond en moest zoeken hoe ik het metrostation weer in kon, toen een uur in een tunnel vastzat zonder telefoonbereik omdat de C-lijn storing had, toen het museum niet in mocht met m’n rugzakje en als laatste het restaurant niet kon vinden. Never mind ik kon nog net een hap lunch naar binnen schrokken en de rest van de middag bekeken we afwisselend beroemde impressionisten en werkten we onze roddeltjes bij.
Kathryn de superbooker had de perfecte airbnb gevonden, een mooi appartement aan de Jardin du Luxembourg en voor ’s avonds reserveerde ze ook nog eens het ideale restaurant – vijf minuten lopen, gezellig, goed en betaalbaar. Zondag wandelde ik bij opgaande zon door het park waar alle bloemperken op hun mooist waren, vond een organische bakker open en scoorde ergens een pak koffie voor een fijn ontbijt met z’n allen (balkondeuren open, herfstzonnetje over de Boulevard Saint-Michel) totdat Trudy Gary naar het vliegveld moest brengen en wij de toerist gingen uithangen. Arc de Triomphe, Eiffeltoren, Lafayette (gesloten op zondag!), heel lange lunch op een vriendelijk terras en maar kletsen. Over de verzekeringsproblemen van de USHPA en de regels rond wedstrijden, over goeie landingen en motivatie om te vliegen, over vriendjes en piloten en parapenten en mode en de Brexit. Toen we geen stap meer konden verzetten was het tijd om weer naar huis te gaan, en in de tijd die het me normaal gesproken gekost zou hebben om m’n vleugel in te pakken en naar huis te rijden vanuit Maillen zat ik alweer op m’n fiets richting bed.

18 september 2016

Treurig



Wij Nederlandse deltisten hebben de onhebbelijke neiging om voortdurend anderen terecht te wijzen. Daarmee laten we zien hoe slim en keurig en goed we zelf zijn, het geeft een fijn gevoel van superioriteit boven de persoon die zich niet aan de voorschriften houdt. Ik heb me er ook wel eens aan bezondigd en zal me daar nog jaren voor schamen.
Gecombineerd met typisch handhavingsamateurisme waarbij regels doel op zichzelf worden leidt dat tot een erg nare mentaliteit. Door mijn werk weet ik hoe moeilijk het voor amateurs is om principes als comply-or-explain en pragmatische interpretatie van regels toe te passen, maar het maakt mijn ergernis er niet minder om. Helemaal als ik bedenk dat de betweters op het veld waarschijnlijk om het hardst klagen over regeltjes van de overheid.

Na 19 jaar heb ik mijn lidmaatschap van De Buizerd opgezegd en ik ben er behoorlijk droevig over. Maar de sfeer is er inmiddels niet meer één van een plezierige club waar we vooral proberen gezellig met elkaar fijn en veilig te vliegen. Juist in een kleine club als De Buizerd, waar je elkaar goed kent, kan er voldoende ruimte zijn voor flexibiliteit zodat je risico’s tot een minimum beperkt. Maar inmiddels zijn er dorknopers lid die niet begrijpen dat regels middelen zijn tot een doel, en dat dat doel – risico’s beperken – soms beter op een bij de situatie passende manier bereikt kan worden dan door rigide aan de eigen interpretatie van voorschriften vast te houden. De onaangename manier waarop bij de club tegenwoordig iedereen tot stiptheidsgedrag wordt gedwongen maken een dagje Moergestel een opgave.


Ik had juist erg mijn best gedaan om aan alle voorwaarden te voldoen, wat met mijn onhandigheid op soldeergebied vaak nogal lastig is. Twee headsets die Wouter voor me aangepast heeft werkten niet met m’n nieuwe radio, en de derde was nog nooit uit de verpakking geweest zodat er een te grote ptt-knop op zat. Maakt niet uit, Ruud zat op de lier en ik vertrouw hem, op basis van de vele keren dat we samen lierden. Ik vroeg hem dus om ouderwets op zicht te trekken in plaats van op mijn commando te wachten – in geval van nood kon ik hem zeggen te stoppen maar het traplieren gaat aanzienlijk efficiënter als ik niet naar m’n ptt hoef te zoeken of er met m’n rechterhand naar hoef te tasten. Als je het duidelijk afspreekt levert het geen enkel extra risico op. De zuurpruim die pas heeft leren vliegen toen Ruud mij al jaren de lucht in trok vond het echter nodig om me de wacht aan te zeggen, niet omdat ik gevaarlijk deed of iemand in de weg zat maar omdat ik het protocol niet tot de letter nauwkeurig volgde.

Ik had gewoon een tweede start kunnen maken en dan wel naar m’n ptt zoeken om ‘trekken maar’ te zeggen, maar ik pas er voor om als een kleuter in de hoek gezet te worden. Sommige clubleden vinden het misschien fijn om regelneef te spelen, ik besteed mijn vrije dagen liever aan lekker vliegen met maatjes.

12 september 2016

Pas op kijk uit



Ik geniet van de temperatuurwisselingen in het water, het gladde oppervlak, meerkoetjes in het gelid. De beweging en het gevoel van kracht, nergens pijn. Juist doordat ik naar een doel toe zwem (de overkant) kan ik eindeloos doorgaan, ik word niet moe. Borstcrawl heen, schoolslag terug en dan met de avondzon op mijn huid en de humor van La Pat in m’n oren windmee naar huis. Ik hoef niets, moet niets, geniet met mijn hele lijf: zintuigen, spieren, skelet. Ik laat mijn gedachten de vrije loop en bedenk dat vliegen, fietsen, zwemmen voor mij ongeveer hetzelfde zijn. Vrijheid en genieten.
En dat de man die licht hysterisch vraagt ‘wat als je kramp krijgt?’ hetzelfde doet als de omstanders die paniekerig alles eng vinden en ‘wat als de wind stopt?’ kwelen of de kennissen die me ervan proberen te weerhouden in het donker nog naar huis te fietsen. Mijn lichte ergernis als mensen mij avontuurlijk vinden.
Wie ‘wat als’ denkt kan niet genieten. En erger nog, ze proberen ook mij mijn vrijheid af te nemen.
De sensatie van de beweging, de ontroering om het uitzicht, de kracht van de inspanning, het gaat allemaal om de zorgeloosheid, om het pure, alerte, waarnemen. Afwezigheid van angst of verplichting. 

11 september 2016

Vliegshow




Vulkaneiffel

Rinus en Nico eerste rang

Door het waardeloze weer begin dit jaar had ik Rinus en Nico al tijden niet meer gezien, dus met redelijke weersvooruitzichten ging ik sowieso naar Bullingen dit weekend. Uiteraard op voorwaarde dat ik zeker een start zou kunnen maken, maar dat bleek geen probleem. Sterker nog, er werd me van verschillende kanten verzekerd dat ik de show had gestolen. De vliegshow, met vooral model jetvliegtuigen en ultralights. En dus wij, van twintig over twaalf tot twintig voor één, liefst moesten Frank, Rinus en ik ook binnen dat krappe window landen en dat dan bij voorkeur middenop de baan. Het was er perfect weer voor, zonnig en bijna windstil zonder een piepje termiek. Niet zo aantrekkelijk voor ons maar het gemis van termiek werd ruimschoots goedgemaakt door het applaus van honderden toeschouwers. Gelukkig landde ik elke keer goed en dat dan ook nog ns pal voor de plek waar de mensen achter de dranghekken stonden. Ze hadden nog nooit delta’s gezien werd veel gezegd, en al helemaal geen vliegende vrouw. Duitssprekend België is nog niet helemaal aangesloten bij de moderne wereld… Toen we er een paar jaar geleden waren voor de BeNecup waren er de hele dag mannen die mee buiten kwamen spelen, en ’s avonds ontdekten we in het clubhuis hun echtgenotes, die daar enorm aan het koken en poetsen waren.
Eigenlijk mochten we maar één start ieder, tussen de ultralights en de formatievluchten en kunstvluchten door (die overigens spectaculair genoeg waren om de dag sowieso geslaagd te maken). Maar we bedelden bij de programmaleider om wat extra slots zodat Frank om drie uur mocht mits hij buiten het veld zou landen, en ik om vier uur mits ik op het veld zou landen.
Vandaag was het minder, een dunne laag altostratus maakte het allemaal nog minder hoopvol. Ik startte makkelijk maar op een meter of honderd schoot door me heen hoe versleten mijn releasetouwtje is, dus ik begon maar vast om me heen te kijken naar waar ik zou landen als er nu iets zou breken. Een seconde later zag ik Rinus een bocht maken en nogal zakken, en ja hoor daar knapte de weaklink. Ik kon nog net het veld halen en crosswind (weer precies voor het publiek) op m’n voeten landen, en dat was het dan. De motor van de dragonfly had gehaperd, dat had ik helemaal niet gemerkt maar dat was dus het probleem. Ik pakte onder veel bekijks in en was nog mooi op tijd thuis om alles weg te ruimen.