We hadden met z’n allen – negen deelnemers, vijf officials,
vijf supporters – hoge verwachtingen van de woensdag, vandaag. En inderdaad, om
zes uur scheen de zon uitbundig en zag je het vocht al optrekken. Naar boven
rijden was een feestje, zo verschrikkelijk mooi om de deken van wolken
halverwege de hellingen te zien, felle zon erop, helderblauwe lucht waardoor je
tot diep in Slovenië kon kijken, schitterend. Maar de wind stond hard en cross
op de start en we zijn allemaal zonder één driezestiger naar beneden gegleden,
sommigen wat efficiënter dan anderen zodat ze net een paar meter boven de
minimum distance van tien kilometer uitkwamen. Het mocht niet baten en het
scoringsprogramma maakt er echt geen geldige taak van. En morgen ziet het er
nog minder goed uit dus Arne is Nederlands kampioen op puur sleeppunten.
Ik heb wel ontzettend genoten van het opbouwen, precies het
onderdeel waarvan de parapenters denken dat het zo rottig is. Zeker hier: het
is mooi en stil en ruim en vlak, helemaal ideaal. Ik vind het opbouwen zelf al
fijn en dan ook nog het vooruitzicht dat ik straks mag vliegen. Er bestaat
weinig beters. Ik was wel vrij zenuwachtig voor mijn doen, ik denk door de wind
en doordat ik al een paar jaar niet meer van de Emberger Alm gevlogen heb.
Gelukkig adviseerde Martin om naast het vlonder te starten omdat dat iets beter
op de wind stond, en Tanno merkte heel lief op dat ik niet hoefde te starten
(ik zou me als winddummy verplicht kunnen voelen om de berg af te stormen). M’n
start was ok maar ik voelde weinig beweging in de lucht, alleen wat gerommel
boven de riggel links maar ik zag er niks in om daar naar termiek te gaan
zoeken. Gewoon rustigaan direct richting camping, en onderweg overwoog ik hoe
ik m’n circuit zou maken om goed uit te komen tegen de wind in die uit de hoek
van het huisje en de hoge mais kwam. Met een paar obstakels en een paar
parapenters leek het me net niet ideaal, en aan de andere kant van de rivier is
wel een groot en vrij aan te vliegen veld met windzak dus ik opteerde daar
voor. En was best trots dat ik ervoor koos om het mezelf zo makkelijk mogelijk
te maken, ook al wil ik natuurlijk het liefst op de camping landen en kan ik
dat ook gewoon. Maar ik heb inmiddels geleerd dat het wijzer is om altijd voor
de allermakkelijkste mogelijkheid te kiezen en dan ook niet me halverwege
bedenken en alsnog een landing op de camping afraffelen. Ik landde zonder
bijzonderheden, pakte snel in en liep in twintig minuten naar m’n auto. De
anderen stonden inmiddels ook allemaal in te pakken, zij wel op de camping dus,
maar ik was zo snel klaar met inpakken en ophalen dat het nauwelijks opviel.
Daarna nog even oefenen met scoren, ook al was bij voorbaat duidelijk dat de
dag geen punten op kon leveren. Jammer genoeg zal ik volgend jaar alles wat ik
nu geleerd heb weer vergeten zijn, maar oefening baart kunst en ik weet niet
eens of André het wel wil overdragen en ook niet of ik dat dan wel wil. Als ik
weer fit ben wil ik net zo lief weer meedoen met de wedstrijd misschien.
Aan tafel zat ik naast Karl, al 42 jaar deltist. Zo gaaf om
te zien dat zeventig-plussers nog met topless vleugels vliegen. Bovendien is
hij de eerste die deels met dezelfde motivatie als ik wedstrijden vliegt: het
is gezellig, alles is georganiseerd en geregeld, en het is veilig als er mensen
zijn die weten dat je ’s avonds thuis zou moeten komen.