26 juli 2020

Minivluchtje


Omdat John aanbood om me te helpen en de auto te rijden kon ik lekker vroeg al de Chabre op. De windzak stond zwak uit noord en logisch zou het wel naar zuid draaien, de vraag was alleen wanneer en hoe sterk. We liepen naar de hoge zuid waar Alain al bijna klaar was. Hij raadde me aan om toch de lage noord te kiezen en net toen ik daar begon op te bouwen arriveerde de navette met vier deltisten. Uiteindelijk zijn die allemaal niet meer de berg afgekomen, ik was net op tijd. Ik had de Fun en m’n nieuwe harnas en was niet van plan om lang te vliegen, dat scheelt natuurlijk. M’n rug maakt het echt onaantrekkelijk om iets zwaars te doen en ’s nachts was ik wakker geworden van de pijn in m’n schouders. Drie uur wandelen met van die stokken, een rondje peddelen en een rondje zwemmen de dag ervoor waren mogelijk iets teveel geweest. Maar m’n start ging helemaal prima en al snel vond ik een belletje waarin ik strak tot iets van vier-, vijfhonderd meter boven start draaide (ik had alleen m’n thermal snooper). Toen het een beetje lastiger begon te worden gleed ik genietend van het altijd weer schitterende uitzicht naar de camping. In de verte stond rook uit het zuiden, de windzak hing slap en die op het dak stond west. Met een buikschuiver op het gemaaide graan was ik een heel tevreden gehandicapt pilootje.

’s Middags verzamelde zich een compleet gezelschap bij het plan d’eau. Schotse John en Nederlandse Steven en ik, Belgische Jan, Marc en Hendrik met z’n Chinese vrouw en Franse Sara. Iedereen wilde wel een stukje peddelen, blij dat ik dat ding weer mee heb genomen. M’n auto zit veel te vol met speelgoed en kampeerspullen maar het levert wel een hoop gezelligheid op.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten