07 juli 2008

Afgelopen

Moe en een pietsie bedroefd en niet helemaal voldaan. Nou ja, het hoort erbij, slecht weer kan altijd. Maar toch, vier weken, twee potentieel fantastische wedstrijden, en dan zó verschrikkelijk weinig vliegen en zó verschrikkelijk slecht scoren, dat valt toch wel zwaar tegen. Ik heb denk ik wel weer veel geleerd, veel gepraat met en geluisterd naar toppiloten die me zoveel kunnen vertellen over hoe ik beter kan presteren, sowieso boeiend. Met m’n tips wat hoger blijf ik makkelijker in de termiek, een aerofoil a-frame maakt enorm veel uit in prestatie, ik moet echt met McCready vliegen en sowieso heel veel sneller vliegen, zoek veel bewuster de betere lucht op, altijd, weet waar je heen vliegt dus bekijk de keerpunten goed voordat je start, enzovoort. Nog voldoende te verbeteren.
De laatste dag hadden we gelukkig nog een taak, zij het een hele lastige. Het was erg stabiel, er woei een harde noordwestenwind en de basis bleef vrij laag. Vanwege de ordered launch mocht ik pas als één van de laatsten de berg af, geen probleem dit keer omdat de gaggle boven de Chabre er griezelig uitzag en ik daar zo min mogelijk tijd in door wilde brengen.
Na m’n start ging ik best goed omhoog, maar op een gegeven moment werd het me toch teveel in het langzame belletje met ongeveer tien andere, niet zulke goeie, piloten. Ik maakte m’n klassieke fout door zomaar weg te vliegen, weg van de berg, weg van de termiek, en natuurlijk zakte ik er bijna uit. Heel laag vond ik een zwak belletje waar ik me gelukkig goed op kon concentreren omdat ik er alleen was. Ik kon met m’n ogen bijna dicht en het sinkalarm uit toch weer omhoog, maar het kostte wel 51 minuten om weer op wolkenbasis te komen, 2200 meter. Zo’n moeilijke low save in het begin geeft dan weer wel het gevoel dat ik verder alles aankan, dus vol vertrouwen begon ik aan de taak. De meesten waren al weg dus ik vloog alleen, ik had geen idee wat de beste route was om van het eerste naar het tweede keerpunt het brede dal over te steken. Ik vertrok op 2300 meter van de Chabre en kwam zo’n 100 meter boven het zweefvliegveld bij de Hongrie aan, no chance. Met 31 km stond ik op de grond. Veel te weinig gevlogen en veel te slecht gepresteerd, maar ik heb wel vier weken schadevrij gevlogen, ben alleen maar op m’n voeten geland, en heb mezelf weer even goed geconcentreerd op het starten. Dat is toch allemaal winst.

Onze chauffeur Jemaila organiseerde de terugreis zodanig dat ik met Shedzy en Laurent kon terugrijden. Gezellig, relaxed, en een mooie laatste kans om nog wat tijd met hem door te brengen. Zaterdagavond logeerden we bij pa Thevenot in Dijon, zonder meer paradijselijk. Stilte, bos, landingsterrein naast het huis, binnen- en buitenzwembad en koele ruime kamers. Gerard liet ons de airbagvesten zien waarmee hij bezig is, we keuvelden over debiele regelgeving en de Europese Unie, kookten met z’n vieren en genoten nog een laatste avond van de totale afwezigheid van iets moeten.
Vanmorgen afscheid van Dave, jammerjammerjammer dat hij zo belachelijk ver weg woont, Liverpool, we zullen elkaar zeker een jaar niet meer zien en in de tussentijd vindt ie wel een vriendin lijkt me. Veel later dan normaal naar kantoor, waar ik zit te tollen van de slaap en waar ik het nog helemaal niet op kan brengen om me op toezichtarrangementen en luchtverkeersleiding te concentreren. Eerst maar ns even de vakantie verwerken, beetje bijpraten, mails doornemen. Morgen de hele dag vergaderen, dan zit ik er wel weer goed in.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten