14 juli 2008

Lieren


Cameron (m’n Australische teammate) kwam zaterdag om half zes aan, en binnen een uur na thuiskomst lagen we al onder de auto om te bekijken hoe er een goed roofrack op gemaakt kan worden. De rest van de dag fietsten we door de stromende regen langs alle Haagse ijzerhandels.
’s Avonds zag ik op de chat dat het er goed uitzag voor zondag, en Cameron vond het niet erg om voor me te chauffeuren, dus togen we gisteren naar de andere kant van Nederland voor een lierstartje. Het leek even te gaan overontwikkelen, tijd genoeg dus om wat te ouwehoeren met Dave die binnenkort naar Australië verhuist en Rob die Cameron inwijdde in de do’s and don’ts van het vliegen met een Atos VR. Na anderhalf uur zag het er niet gevaarlijk meer uit. In twee trappen zat ik op 800 m, tegen de wind in stekend naar een mooie wolk verloor ik wel weer de helft maar uiteindelijk pakte ik toch een mooi belletje dat me naar de basis op 1350 bracht. Ik overwoog om met de wind mee Duitsland in te vliegen, Cameron zou toch rijden. Maar we hadden een eetafspraak en hij moest nog erg wennen aan het rechts rijden, en zoeken, en we hadden geen radio of telefoon, dus het leek me beter om te proberen in de buurt van het veld te blijven. Uitstekende oefening, tegen de wind in steken, crosswind koers bepalen, belletjes zoeken in plaats van er domweg in mee te drijven. M’n tweede belletje draaide ik met drie havikken omhoog, ze zaten vlakbij en ik kon ieder veertje en pluisje zien. Ze vlogen om me heen alsof ik een willekeurig obstakel was, soms bijna onder m’n vleugel door.
Na een uurtje landde ik bij Almelo, gelukkig op m’n voeten op een vers gegierd veld. Camo was er al voordat ik de vleugel ingepakt had, ook dik tevreden over een interessant dagje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten