Ik had me al over de teleurstelling heengezet. In
november kreeg ik weer hoop dat ik terug serieus zou kunnen vliegen en
ik schreef me in (en betaalde) voor drie wedstrijden deze zomer. Met de
opvlammende schouderpijn werd die hoop voorgoed
de bodem ingeslagen. Dan maar een tandje terugschakelen. Ik meldde me
bij Suan als starthulp en nam me voor om elke ochtend op te bouwen en
elke namiddag een klein vluchtje te proberen. Waarschijnlijk ben ik
straks enorm overbodig want Jamie komt ook en Trudy
kan het best zonder ons af, maar het is sowieso leuk om erbij te zijn.
Tot ik vorige week pijn aan m’n scheen kreeg.
Gestoten, dacht ik. Maar er was geen blauwe plek of schram te zien en de
pijn werd zo erg dat ik er niet van kon slapen. Het blijkt shin splint
te zijn, ontsteking van het botvlies, en de pijn
is regelmatig zo hevig dat ik zonder krukken geen meter vooruit kom. De
hele dag op een berg staan zit er niet in. Sterker nog, ik weet niet
eens of het me zal lukken de auto in te pakken!
Komt nog bij dat het weer in Nederland fantastisch
is, zeker voor een gehandicapte die alleen maar in de tuin kan liggen
lezen, terwijl de vooruitzichten voor de Alpen niet overhouden. Het zou
ook wel verstandig zijn om thuis te blijven
en de boel te beschermen tegen verdroging, brand, overstroming en
ondertussen rustig door te werken. Er is helemaal niks rationeels aan om
als een dolle naar Italie te rijden en dan strompelend niks te kunnen
doen. Maar ja, ik ben verslaafd. Verslaafd aan
de kleine kans op een vlucht, verslaafd aan vriendjes die ik maar één
week elke paar jaar kan zien en dan nog niet zie omdat iedereen het veel
te druk heeft met de wedstrijd, verslaafd aan de blije sfeer van een
categorie 2-wedstrijd. En: ik geef nóóit op.
Ook niet als ik weet dat het eigenlijk beter zou zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten