vrijdag
Het is negen uur, de vogels krijsen ietsje minder en de wind
begint aan te trekken. Het is nog altijd zo’n dertig graden en het lijkt of we
naast een kampvuur zitten. Heet heet heet en m’n lichtelijk beschimmelde tentje
staat nauwelijks vast omdat de grond knoerdhard is, geen haring in te timmeren.
Het is allemaal niet echt comfortabel maar we zijn in Manilla dus Charlie heeft
eindelijk iets van het Australische platteland gezien (en kangoeroes, gelukkig)
en ik ben blij dat ik herinneringen op kan halen. We waren te laat om nog naar
Richard te gaan doordat Selmsy ons vanmorgen meenam naar de Stockton duinen.
Schitterend, een gebied van dertig bij zeven kilometer stuifzand en bijna geen
mensen. We scheurden met z’n fourwheeldrive over het mulle zand en beklommen
het hoogste duin. Helaas stond de wind verkeerd voor een vluchtje maar het was
prachtig. De weg naar Manilla was lang en we vonden het allebei behoorlijk
spannend, je zag de smerige lucht en op ABC-radio ging het alleen maar over de
branden. Morgen wordt een extreem gevaarlijke extreem hete dag, onder andere in
Hunter, zodat we morgen in elk geval beter niet terug naar Newy kunnen rijden.
Hopelijk kunnen we vliegen.
zondag
Doordat Richard zo emotioneel werd bij het afscheid hield ik
het makkelijk droog, maar zojuist stond ik alsnog snikkend m’n tanden te
poetsen. Hij heeft gelijk: het is heel onzeker of we elkaar ooit nog eens in
levende lijve zullen zien. Ik begrijp zelf ook niet waarom ik zo’n haast heb om
terug naar Newcastle te rijden vandaag, we zouden zeker lol hebben aan het
samen vliegen. Net als Claudia eerder valt Charlie ook uitstekend in de smaak.
Richard is dan misschien een ontzettende cowboy die voortdurend scheldt op
alles wat stads of links of hip is, niet zijn cultuur maar zijn persoonlijkheid
is ruimdenkend. Hij wil z’n dochter over een paar jaar naar mij sturen zodat ze
haar horizon kan verbreden. Dat wordt een enorm avontuur want de kinderen zijn
volkomen wild, in de zin van onopgevoed, ongecivilseerd. Leuke kinderen, dat
wel. Ik vroeg Andrea van tien wat ze zou willen regelen als ze president was.
Dat niemand meer zou roken, bier drinken of vechten zei ze. Acherme. Richard
reageert extreem heftig als zijn maat Pedro begint te zeuren. De fucks en cunts
schallen door het restaurant en dreigend staat ie klaar om erop te slaan. Het
kostte de grootste moeite om de mannen weer aan tafel te krijgen, net op het moment
dat er eindelijk eten werd geserveerd. Ondanks dat ben ik werkelijk dol op ‘m.
’s Ochtends heb ik een minivluchtje met de Fun gemaakt, veel
te zwaar ik had de Litesport moeten pakken. Never mind, het was leuk op de
start. We hebben de zo vurig verlangde kangoeroes gezien, Pedro was er, Charlie
haalde me in een half uurtje op. Zij wilde niet vliegen omdat het te heet was,
dik boven de veertig graden maar er stond een stevige westenwind waardoor m’n
bezwete lijf genoeg afkoelde. Inpakken moet gewoon heel traag in deze
omstandigheden. De rook belemmert het zicht behoorlijk maar ik merk nauwelijks
dat ik waarschijnlijk flink viezigheid inadem, dat valt enorm mee. Het wordt
wel spannend om straks door Hunter terug te rijden terwijl de brandrisicoborden
op ‘extreem’ staan. Als je in je auto door vuur overvallen wordt moet je de
ramen dichtdraaien en op de bodem gaan liggen met een wollen deken over je
heen, en wachten tot het geraas van brand voorbij is. Ik hoop dat ik gewoon een
hartaanval van angst krijg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten