|
Conrad op Dudley |
|
na de operatie |
|
zojuist ontslagen |
Ok mijn tweejaarlijkse ongelukje weer achter de rug, opnieuw
nogal dom allemaal. We sprintten naar Bombala street voordat Conrad naar Sydney
zou doorrijden om Lidia op te halen. Ik had er jaren geleden een paar keer
geweldig gevlogen maar ik moest weten dat het een advanced site is. Hoog risico
op uitzakken en alleen een nogal beperkte zand-en-steen-plaat onder de start.
Er zitten ook nog eens geen wielen op de Fun omdat het zo makkelijk landen is
en wielen sowieso weinig zin hebben in het strandzand. De wind leek sterk
genoeg voor Conrad met z’n scherm, maar ik had natuurlijk moeten weten dat ik
altijd ver van de helling blijf door m’n slechte dieptezicht. Stom genoeg nam
ik niet de moeite om goed te bekijken hoe ik zou landen als ik uit zou zakken,
en ik startte met een enorme overdosis zelfvertrouwen. Na zo’n vijf slagen
zakte ik uit. Op het moment dat ik dat door had zat ik te hoog om rechtstreeks
te landen; ik zou in de zee terecht zijn gekomen. Maar ik zat te laag om nog
een complete 360 te maken. Ik moet in paniek verstard zijn en heb toch een
circuit ingezet, waardoor ik een paar meter boven de grond recht op de helling
afvloog. Ik zette alles op alles om de bocht door te zetten en pletterde nogal
hard in het zand, in een scherpe bocht, en zag meteen dat m’n arm in een
bizarre hoek lag. Ik begon te gillen en een paar wandelaars bevrijdden me uit
de vleugel, snel gevolgd door Ratty en Selmsy en twee surfers die me koel
hielden met een waterspuit. Na een kwartier landde de helikopter met een
bijzonder vriendelijke crew en ik kreeg morfine, zodat ik zowaar van de
helikoptervlucht kon genieten. In emergency van Hunter hospital was het druk en
spannend en ik werd van hot naar haar gebracht en steeds terug naar een kamer
waar Selmsy rustig op me zat te wachten en af en toe kwam Conrad met z’n
collega’s overleggen. Ik kreeg gips, fotoos, nieuw gips, weer fotoos, en toen
het besluit dat ik toch geopereerd moest worden. Spiraalbreuk van de humerus
vlak boven de elleboog, de kans dat dat vanzelf weer recht groeit is minimaal.
Ik werd op een kamer met drie ouwe knarren gelegd waar een tv stond te blèren
en elk half uur de verongelukte hangglider op het nieuws was. De ouwe knarren
wilden van me weten wat er gebeurd was maar ik viel voortdurend in slaap en
bewaarde m’n energie liever voor m’n vrienden. Iedereen kwam op bezoek: Matt
Olive en Don Cramer die in het ziekenhuis werken, JOD en Billo en Harry kwamen
langs en Rob Larkin die al weken in Hunter ligt na een ernstig ongeluk op
Gulgong werd door z’n zoon binnengereden. Neva belde en op facebook wenste
iedereen me sterkte. Al met al gezellig en het hielp me prettig door de dag
heen. De operatie op zaterdag ging tot m’n teleurstelling niet door omdat er
teveel echt ernstige gevallen voor gingen. Al snikkend smeekte ik om dan in
ieder geval een eigen kamer te krijgen en ja hoor, ’s middags werd ik verhuisd
naar een privéruimte waar ik gewoon in m’n nakie opvliegers kon verwerken en
naar de wc kon strompelen. Het was er druk met al m’n hanggliding maatjes maar
ik viel wel steeds in slaap terwijl we zaten te praten – hydromorfine is iets
moois. Ik kon niet bewegen of zelfs maar nadenken want dan voelde ik de botten
onder het gips tegen elkaar rammelen.
Zondagnacht mocht ik opnieuw niks eten of drinken vanaf
twaalf uur ’s nachts, en pas tegen drie uur kwam het verlossende bericht dat ik
geopereerd ging worden. Ik werd door eindeloze gangen vol science fiction apparatuur
gereden door een meneer wiens glimlach het belangrijkste was wat er op dat
moment gebeurde. Mensen in blauwe pakken met mondkapjes en hoofddoekjes liepen
af en aan, ik kreeg slangen aan- en afgekoppeld en prikken en ik moest vragen
beantwoorden en handtekeningen zetten. Behoorlijk beangstigend allemaal en ik
ben dan nog redelijk bij m’n volle verstand. Je moet er niet aan denken dat je
een kind bent of dement of zwaar gewond. Van na de wachtkamer herinner ik me
helemaal niks meer. Ik werd een beetje wakker in een recovery room, een enorme
zaal vol ziekenhuisbedden met infusen en zusters. Het was de enige keer dat ik
echt veel pijn had, maar toen ik later weer wakker werd op m’n eigen kamer
voelde ik nauwelijks nog wat. Ik werd wel steeds misselijk van de morfine maar
daar kreeg ik ook pilletjes voor en die nacht kon ik fijn doorslapen. Maandag
werd ik eerst van de morfine afgekoppeld, even later kwam er een fysiotherapeut
vertellen dat ik meteen moest beginnen met simpele oefeningen, en half acht ’s
avonds werd ik ontslagen. Selmsy was er net om me schoon ondergoed te brengen
en Donny kwam opnieuw langs (hij is een beddenduwer) dus ze konden me mooi naar
huis helpen. Ik kreeg belachelijk weinig pijnstillers mee maar voorlopig is het
goed uit te houden. Inmiddels heb ik een vriendelijke mevrouw van de
reisverzekering gesproken en zij gaat ervoor zorgen dat ik pijnloos naar huis
kom. Ondertussen moet ik m’n bezoek coördineren en de was opvouwen, de best
mogelijke therapie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten