01 januari 2020

Ziekenboeg



Het is koud, ik ben de herrie van de zee en de wind meer dan zat, m’n buik doet al dagen pijn en m’n hand is tot bizarre proporties opgezwollen. Op geen enkele manier vind ik comfort en ik moet ook nog proberen om niemand wakker te maken – iedereen heeft z’n problemen die het slapen lastig maken. Ik ben boos, gefrustreerd, geërgerd. Had ik maar, had ik maar, het ouwe liedje blijft door m’n hoofd zeuren. Ik had gewoon niet moeten starten en ik had beter moeten bedenken hoe ik zou landen als ik uit zou zakken. Complacency, onze grootste zonde. Gisteren wandelde ik even naar Streszlecki waar JOD en Paul en Wayne blij aan het vliegen waren en waar ik zo ontzettend graag had mee willen spelen. Ene John landde met een extreem lage bocht precies op het pad, en hij vertelde dat het zijn eerste landing in Empire was sinds een crashlanding van vier jaar geleden. Zijn beschrijving leek als twee druppels water op mijn slechte landing van afgelopen vrijdag. Verkeerde inschatting, te laag ingedraaid, plotseling geen enkele lift meer. Een uurtje later kwam Conrad thuis met de oudere Stingpiloot die vorige week al een upright krom vloog op de lage duintjes voor Dixon park. Hij zakte uit op de steenplaat voor Scenic vanmiddag en brak op de één of andere manier z’n nek. Die vliegt niet meer. Ik zal ‘m op gaan zoeken in Hunter en dan meteen bij Rob Larkin langs, die toch z’n korte termijngeheugen kwijt is zodat hij niet zal weten dat ik beloofd had om gisteren te komen.
Conrad werkt zoals gewoonlijk tijdens de kerstdagen en jaarwisseling. Het is waanzinnig druk zegt hij, en niet eens alleen met mensen die teveel gedronken hebben of drugs gebruikt. Skateboarders die vallen, fietsers met gebroken sleutelbeenderen, auto-ongelukken, vechtpartijen. Ze krijgen hier ook veel mensen met heftige ziektes die plotseling beroerd worden, de huisartsenhulp fungeert hier niet als poortwachter. Een huisarts is voor kleine pech en een stoere Aussie gaat niet naar de dokter.
Het nieuws over de branden is dagelijks heftiger. Corryong is ontruimd. Judi postte een foto van het huis waar ik zou logeren met tien meter hoge vlammen erachter. Er zijn firies verongelukt, een brandweerwagen is door een vuurtornado omgegooid. Elke ochtend stinkt het naar rook en de lucht is meestal vies mistig. NSW en Victoria staan in brand, al maanden, en er zijn dagen dat duizenden mensen hun toevlucht tot de zee zoeken om aan de vlammen te ontkomen. Cameron postte beelden van een grote brand die vlak langs zijn huis kwam, daar helpt de rivier weinig aan. Talloze inheemse diersoorten zijn inmiddels uitgestorven of opgegeven, koala’s en kangoeroes en wallaby’s. Voor zover ze niet omgekomen zijn in het vuur is hun leefgebied verwoest. Veel Australiërs zijn wanhopig en ze voelen zich door alles en iedereen in de steek gelaten: hun regering die de brandweerlieden niet wil betalen, de wereld die vrolijk doorgaat met vervuilen, de greenies die met hun natuurbeleid brandstof voor de branden hebben laten groeien, de Chinezen die het hele land in een grote kolenmijn hebben veranderd. Tegelijk vinden veel bewoners van de rural areas dat het een keuze is om in brandgevaarlijk gebied te wonen, dus ze blijven thuis en proberen hun huis tegen de brand te verdedigen. Laag bouwen, geen planten rond het huis, gaas voor de ramen en geen ruimte in het dak. En dan maar hopen dat een brandstorm snel overkomt en weer voorbij gaat.
Hier aan de kust is het vooral vies en druk, niet echt gevaarlijk. De was is binnen een paar uur droog maar er hangt wel een zweem rooklucht in. Het strand ligt mudvol mensen. Je kan overal kalenders met firies kopen of donaties doen voor de boeren die door de droogte zijn getroffen. Ik voel me een beetje schuldig maar ik ben toch te blij dat ik hier ben, mijn tweede thuis, de plek die bijna buiten de tijd is. Alles is anders maar Conrad blijft vliegen, Selmsy blijft de coolest dude op aarde en Cameron blijft de allerbeste.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten