15 januari 2020

In transit


Kwa timing verliep het vertrek perfect en m’n business class ticket biedt echt geweldige luxe. Ontbijt en laatste goed gesprek met Conrad aan het strand, zonder files en zonder al te veel pijn naar Sydney gereden (noordwaards stond het over tien kilometer muurvast), soepeltjes bagage door anderen laten tillen en toen had ik nog net een uurtje om in de rijkeluis-lounge champagne te drinken voordat ik neer kon zeigen in m’n cabine zonder raam. Soepel en luxe, maar ik heb het er toch moeilijk mee. Niet alleen omdat m’n arm me toch wel behoorlijk stoort, het lijkt net of m’n onderarm voortdurend in brand staat en m’n bovenarm bestaat uit losse onderdelen die steeds in de knel raken. Ook omdat ik dromeland en enkele geliefden weer achterlaat. Ik krijg er weer andere geliefden voor terug, maar toch. Ten slotte heb ik voor het eerst in jaren het idee dat ik m’n werk niet aan zal kunnen. Dat ik niet meer weet waar ik ook alweer mee bezig was, dat ik me niet meer kan voegen naar het ritme en de logica van het ambtelijk bestaan.
Ik besef dat het juist de afstand en de tijdelijkheid zijn die Australië zo geweldig maken. Ik zou doodongelukkig worden als ik een compleet bestaan zou proberen op te bouwen in Merewether. Ik zou teveel mensen en Europa missen. Maar toch, misschien als ik bejaard ben, misschien is het dan toch de beste optie om in de zon naast de ocean pool te leven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten