Treurig. Bijna iedereen vloog weg vandaag en de lucht zag er ook supergoed uit (het was niet zo makkelijk als het leek hoorde ik) en Michael wilde graag samen op stap, maar ik durfde het niet aan. Ik stond helemaal opgebouwd en klaar en fit en relaxed maar het woei behoorlijk hard en vlagerig. Mogelijk zou ik er weinig van merken bij de start en na een fantastische vlucht gewoon een normale landing doen, maar voor hetzelfde geld zou ik er spijt van krijgen. Dus we hesen m’n vleugel op de auto en parkeerden ‘m in de hangar voor reparaties. En dat was de andere reden voor bedroefdheid, ik werd weer akelig herinnerd aan de gaten in m’n toen nog gloednieuwe doek. De plakkers waarvan Alby beloofde dat ze het een jaar zouden houden beginnen nu na vier jaar een beetje los te laten, dus ik mikte er nieuwe tape overheen. Wat een narigheid, zo’n prachtig vleugeltje en dan gaten in de hoeken.
Wandelen dan maar weer, maar ik had de vermoeidheid van de eerste dag nog in de benen en we misten het pad dat ons was gewezen dus dat was ook niet echt een hoogtepunt. Terug kwamen we de Nederlanders tegen die rijdend en vliegend naar de kust togen. Lars-Bo landde nadat hij in een uur naar de kust was gevlogen en in drie uur tegen de wind in terug naar Fasterholt. Michael stond stralend op facebook met z’n dertig kilometer van bijna z’n eerste xc. Fleming en Thomas waren een heel eind naar de kust en daarna noordwaards gekomen. Ook Ulrick met z’n parapent en de Swift kwamen weg. Het clubhuis wemelde van de kinderen en nog een paar piloten die om verschillende redenen – long covid, nieuw harnas – vandaag oversloegen.
De vooruitzichten zijn niet denderend en de club wil alsnog richting Greifenburg of MteCucco. Dat betekent waarschijnlijk dat we de rest van de week toeristische uitstapjes moeten doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten