Het goeie van jetlag en reismoeheid en gewoon zo’n veertig uur nauwelijks slapen is dat ik helemaal vanzelf mentaal totaal hier ben. Ik sjok gewoon als een zombie achter Cameron aan, het hoofd staat uit en in m’n lijf zit ook al geen energie. Als de grote rijstebrijberg waar je doorheen eet om bij Luilekkerland te komen. Beam me up Scotty, geen werk geen politiek geen Nederland meer in m’n systeem. Uitgespoeld door het oversteken van de wereld.
Het is allemaal erg vertrouwd en bijna gewoon, op een leuke manier. De temperatuur, warm en zweterig, ik pas me redelijk makkelijk aan. Ik weet de weg, herken de typische Australische jongeman van onbestemde leeftijd. Iedere natie heeft wel z’n stereotypen, maar hier lopen ze ook echt met duizenden rond. Stevige blonde knappe ideale schoonzonen, sterk en gezond en gebruind, vriendelijk maar wel een beetje saai omdat ze zo inwisselbaar zijn. De vrouwen zijn ietsje minder typisch, al geloof ik niet dat je ze ergens anders zo massaal in een minuscuul doorkijk babydolletje ziet rondlopen. O ja ik herken de kledingvoorschriften ook weer, vrijwel iedereen in halflange korte broek, sokken en schoenen, bloot bovenlijf of een hempje of openhangende kleurige bloes. In de stad, in winkels, overal. Ik val maar een heel klein beetje uit de toon met m’n sportbroekje, ik had niks anders zo gauw bij de hand. M’n tas zit nog in de kist, en die staat nu bij quarantaine. Erg jammer want het leek er even op dat we ‘m meteen konden ophalen, maar na een uur tussen de ronkende vrachtwagens te hebben gewacht bleek het toch nog net niet in orde te zijn. Ik maak me zorgen omdat Gijs’ vleugel nat in de kist is gegaan, er zal wel schimmel in zitten.
Een uurtje iedereen gegroet in de fabriek, heerlijk om Bill weer te kunnen omhelzen. Ik ben altijd benauwd dat ie er op een dag niet meer zou zijn, ook al is dat natuurlijk volstrekt ondenkbaar. Hij vroeg weer naar Wendela, daardoor merk ik dat hij toch wel erg oud wordt want dat was bijna tien jaar geleden en ik ben inmiddels voor de vierde keer hier. Maar dan vraagt hij ook gelijk naar Rinus, dus hij weet nog steeds precies waar ie mee bezig is. Ik heb verteld dat Rinus een supergoeie tugpiloot is, enorm considerate, hoogstens onervaren in de ruige lucht van Forbes. Als ie zich er al zorgen over maakt zal dat meer zijn omdat hij wil dat de deltisten het makkelijk hebben, dan om zichzelf.
Het is vijf uur, als ik nu ga liggen kom ik voorlopig niet meer uit m’n coma. Ah well, opblijven gaat toch niet lukken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten