Shelley en ik, de enige vrouwelijke deelnemers allebei geblesseerd |
Raar is het. Aan de ene kant sta ik te stuiteren, de wolken
zien er fantastisch uit en ik heb al in geen eeuwen meer gevlogen en ik ben zo
blij dat ik hier ben, dit wordt één van de leukste wedstrijdjes ever met leuke
mensen en in dit fantastische landschap met steeds betere meteo. Ik kan niet wachten
en ik raak een tikje gefrustreerd omdat ik niet vlieg terwijl er zo’n twintig man
op goal staan. Aan de andere kant ben ik totaal niet georganiseerd, ik heb drie
paar handschoenen in m’n harnas en ben de handleiding van m’n onbegrijpelijke radio
vergeten en ik heb geen idee of de wielen goed op m’n basebar zitten. Het waait
zo hard dat ik sowieso zou aarzelen om te starten, zeker met de heuvels rondom
en alleen drie snelle trikes als tugs, geen dragonfly. Ik ben nog maar net
uitgeslapen en ik maak me geen illusies over m’n prestaties. En dan is er ook
nog de ingewikkelde afweging welke vleugel ik zal gebruiken en met welke
bridle, ik heb Fluffy’s Sonic en haar driepuntsbridle bij me maar ergens
vermoed ik dat de Litesport wat lichter zal slepen en een driepuntsbridle vind
ik altijd een pietsie griezelig, zal ik net hebben dat ie zich om de ring
heenwikkelt. Afijn ik besloot om sowieso niet op te bouwen en pas te overwegen
om een vluchtje te maken als het rustig werd, dus nadat de deelnemers al lang
en breed on course waren. M’n arm deed niet enorm pijn maar ik ben wel enorm
onzeker, ook over m’n knie bij de landing. Uiteindelijk sprong ik maar in de
auto om Conrad op te gaan halen. Fijn om over de binnenweggetjes te scheuren en
van het vertrouwde landschap en de zon te genieten, gala’s en cockies en
duizenden schapen. Jason liftte mee en om half vijf waren we terug op de
camping, belachelijk vroeg op een goeie wedstrijddag. Raar allemaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten