Terwijl er down under alles aan gedaan wordt om mij een
topvakantie te bezorgen – auto, roofrack, nieuw doek, revisie en testvlucht van
m’n vleugel, Conrad bedenkt waar ik kan slapen en Hairy Karl haalt me van het
vliegveld op, is het aan deze kant van de aardbol één groot drama.
Telefonisch overleg met de dokter vanmorgen leidde tot de conclusie dat ik
voorlopig echt nog niet zal kunnen vliegen en dat ik waarschijnlijk een tweede
prik moet gaan halen in Australië. ’s Middags nog even naar kantoor voor de
bijna-laatste episode in de klucht van onze reorganisatie, waarin ik
gecapituleerd heb en de kwaaie genius die deze rotzooi gemaakt heeft z’n zin kreeg.
Ik geef de strijd op en hoop na de vakantie fris aan de slag te gaan bij bureau
inspectieraad. En dan het allerergste van vandaag: inpakken! De enige opgave
die ik alsmaar uitstel. Hysterisch loop ik van badkamer naar keuken naar tuin
naar winkel, om maar niet naar de gigantische hoop puin te hoeven kijken die
verspreid over de vloer in de woonkamer ligt. Het is niet te doen: de
verschrikkelijke zekerheid dat ik iets bijzonder noodzakelijks loop te
vergeten. En dan de hijgende pogingen om m’n halve boedel in de hoekjes en
gaatjes van m’n harnas te proppen zonder dat de rits knapt. Om vervolgens in
wanhoop te constateren dat mijn bagage veel meer weegt dan de maximaal
toegestane 23 kilo.
Tegen de tijd dat ik zondag bijna bezwijkend onder harnas en
handtas de bus net niet haal is alle stress al zo uitgewoed dat ik dan maar
weer gelaten naar het station sjok, hopend op een snel en diep coma in het
vliegtuig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten